Posts tonen met het label noodzakelijk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label noodzakelijk. Alle posts tonen

zaterdag 23 april 2016

Korte reflectie

Het is alleszins redelijk om te veronderstellen dat de werkelijkheid teruggaat op een uiteindelijke oorsprong of grond. Deze grond of oorsprong wordt door filosofen veelal aangeduid als het ultieme of het absolute. Het betreft de onvoorwaardelijke bron waaruit alles is voortgekomen. Maar wat is nu de ontologische aard van dit eerste beginsel? Het lijkt niet onredelijk te stellen dat de eerste oorzaak van de werkelijkheid in ieder geval niet contingent is. De grond van de wereld moet anders gezegd noodzakelijk bestaan. Het kan niet anders dan bestaan. Het is onmogelijk voor de zijnsoorzaak om niet te bestaan. Hiermee hebben we een eerste criterium te pakken om mogelijke kandidaten voor de oorsprong te evalueren. Want zodra een bepaalde kandidaat redelijkerwijs contingent is, hebben we een goede reden om deze af te wijzen. Stel bijvoorbeeld dat iemand zou suggereren dat de wereldgrond uit 1117 objecten bestaat of uit één materieel object van 1050 kg. Beide opties zijn redelijkerwijs contingent. Waarom bestaat de oorsprong in het eerste geval bijvoorbeeld niet uit 1118 of 1116 in plaats van 1117 objecten? En waarom is de grond in het tweede geval niet 1051 kg of 1049 kg in plaats van 1050 kg? Kortom, we dienen alléén kandidaten voor het eerste beginsel in overweging te nemen die niet op voorhand als contingent van de hand gewezen kunnen worden. Dit zijn dus kandidaten waarvoor geen alternatieven denkbaar zijn die er voldoende dicht bij in de buurt komen. Maar dan zijn er niet zoveel opties voor de eerste oorzaak van de wereld. De enige optie die voor de hand ligt is een massaloos bewustzijn zonder eindige en dus arbitraire kenmerken. En dat is precies wat theïsten beweren.

donderdag 9 augustus 2012

maandag 6 augustus 2012

Mijn proefschrift

Mijn proefschrift is vandaag naar de drukker gegaan. Deze week zal ik de tekst op mijn site emanuelrutten.nl plaatsen. Wie voor de aardigheid alvast de hele omslag wil zien kan deze hier bekijken. Hieronder ook een zeer beknopte samenvatting van de inhoud.

[Al vanaf Plato zijn er rationele argumenten ontwikkeld voor het bestaan van God. De laatste decennia is de filosofische belangstelling ervoor weer sterk toegenomen. Rutten onderzoekt in zijn proefschrift kosmologische argumenten. Hierbij wordt het bestaan van God afgeleid uit het feitelijke gegeven dat er veroorzaakte dingen bestaan. Hij betoogt dat de onderzochte argumenten gezamenlijk genomen aannemelijk maken dat de kosmos is veroorzaakt door een noodzakelijk bestaand en vrij wezen, maar dat daarmee nog niet is beargumenteerd dat dit wezen ook de eerste onveroorzaakte oorzaak van de gehele werkelijkheid betreft, wat van God doorgaans wel gezegd wordt. In het tweede deel van zijn proefschrift ontwikkelt Rutten een nieuw argument voor het bestaan van een eerste oorzaak van de werkelijkheid. Hij leidt uit atomisme, de claim dat alles wat bestaat uiteindelijk is opgebouwd uit ondeelbare bouwstenen, en causalisme, de claim dat alles wat bestaat een effect is van iets anders of zelf iets anders veroorzaakt, af dat er inderdaad een eerste oorzaak moet zijn. Ook ontwikkelt Rutten een nieuw kennistheoretisch argument voor het bestaan van een vrij wezen dat de eerste oorzaak van de werkelijkheid is. Dit argument vertrekt vanuit het uitgangspunt dat alles wat mogelijk waar is ook kenbaar is en dat het bovendien onmogelijk is om te weten dat God niet bestaat. Door deze nieuwe argumenten te combineren met genoemde kosmologische argumenten ontstaat een hernieuwde casus voor de these dat er een noodzakelijk bestaand en vrij wezen is dat tevens geldt als de eerste oorzaak van de werkelijkheid, oftewel God.]

De openbare verdediging van mijn proefschrift vindt plaats op donderdag 20 september om 11:45 in de aula van het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit in Amsterdam

zaterdag 28 juli 2012

Een disjunctief syllogisme

In deze bijdrage vragen wij naar de wereldgrond. Dat er een wereldgrond moet zijn lijkt evident, al was het maar als transcendentale conditie van ons denken. Er moet redelijkerwijs uiteindelijk een metaphysical ultimate zijn, iets waarop alles wat bestaat in laatste instantie teruggaat. Maar wat is haar aard? Is de wereldgrond een onbewust levenloos object of een bewust, al dan niet vrij, subject? Ik werk hieronder beknopt een disjunctief syllogisme uit met als conclusie dat de wereldgrond een noodzakelijk bestaand, bewust en vrij subject moet zijn welke op grond van een vrije wilsact de wereld voortbracht.

Stap 1 In ieder geval is de oorsprong van de wereld niet ‘niets’. Immers, ex nihilo nihil fit, uit ‘niets’ kan niet iets voortkomen.

Stap 2 De grond van de wereld kan ook geen abstract object zijn. Abstracte objecten, zoals getallen of proposities, zijn immers causaal inert. Zij kunnen eenvoudigweg niets concreets veroorzaken.

Stap 3 De oorsprong van de wereld moet dus een concrete entiteit omvatten. Is de wereldgrond dan wellicht een noodzakelijk bestaande concrete entiteit dat op grond van noodzakelijke wetmatigheden de wereld noodzakelijkerwijs voortbrengt? In dat geval zou de kosmos zelf ook noodzakelijk moeten zijn. De kosmos is echter evident contingent omdat zij uit totaal andere soorten deeltjes met volstrekt andere eigenschappen had kunnen bestaan. Deze derde mogelijkheid valt dus ook af.

Stap 4 Is de oorsprong van de wereld dan misschien een noodzakelijk bestaande concrete entiteit dat op grond van contingente wetten de wereld veroorzaakt? Dit is echter evenmin mogelijk omdat wetten die supervenieren op één of meerdere noodzakelijk bestaande concrete entiteiten zelf ook noodzakelijk zijn en dus helemaal niet contingent kunnen zijn.

Stap 5 Is de oorsprong van de wereld dan wellicht een contingente of noodzakelijk bestaande concrete entiteit dat op grond van bruut toeval de wereld veroorzaakt? Ook dit is niet mogelijk. Volgens het beginsel van voldoende reden moet er namelijk een verklaring zijn voor het veroorzaken van de wereld door de wereldgrond. Deze verklaring kan alleen in de wereldgrond zelf liggen omdat de wereldgrond niet de grond van de wereld kan zijn wanneer deze verklaring buiten de wereldgrond zelf gezocht zou moeten worden. De wereldgrond dient als ultieme grond van de wereld dus zelfverklarend te zijn. Maar dan valt bruut toeval af. Bruut toeval is namelijk niet zelfverklarend. Bovendien kan uitvoerig betoogd worden dat bruut toeval geen werkelijk bestaand aspect van de werkelijkheid is. Wat wij toeval noemen wordt slechts veroorzaakt door onze beperkte epistemische vermogens. Zo is het bijvoorbeeld in beginsel mogelijk om precies uit te rekenen op welke kant een geworpen dobbelsteen terecht komt indien we vooraf exact weten wat de windsnelheid is, de hoogte van de dobbelsteen boven de grond, de hoek van wegwerpen, de beginsnelheid van de dobbelsteen, etc. Van bruut toeval in objectieve zin is dus helemaal geen sprake. En we kunnen laten zien dat precies hetzelfde kan gelden voor de wiskundige vergelijkingen van de kwantummechanica.

Stap 6 Is de oorsprong van de wereld dan mogelijkerwijs een contingente concrete entiteit dat op grond van contingente wetten de kosmos veroorzaakt? Nee, ook dit kan niet het geval zijn. Contingente wetten zijn als mathematische wetenschappelijke beschrijvingen van specifieke regelmatigheden, samen met arbitraire beginvoorwaarden, namelijk evenmin zelfverklarend. Deze specifieke wetmatigheden en initiële condities hadden immers volstrekt anders kunnen zijn.

Stap 7 De enige optie voor de wereldgrond die overblijft is dan dat een contingente of noodzakelijk bestaande entiteit op grond van een vrije wilsact de wereld voortbrengt. Een vrije wilsact is namelijk, wanneer we uitgaan van Libertarianism, zelfverklarend. Nu is echter een contingente concrete entiteit zelf niet zelfverklarend. De entiteit in kwestie had er immers niet hoeven zijn. We concluderen dus dat de wereldgrond een noodzakelijk bestaande entiteit moet zijn welke de wereld voortbracht op grond van een vrije wilsact.

Stap 8 De grond van de wereld is dus een noodzakelijk bestaand en vrij subject. Nu verondersteld vrijheid bewustzijn. Een onbewust subject kan niet vrij zijn. De wereldgrond is dus een noodzakelijk bestaand, bewust en vrij subject. Maar dat is wat wij allen God noemen, zou Thomas van Aquino terecht zeggen.