tag:blogger.com,1999:blog-74217050912355383492024-03-18T21:39:21.227+01:00Wijsgerige reflectiesEmanuel RuttenEmanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.comBlogger829125tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-79698168098304896292024-03-18T21:38:00.003+01:002024-03-18T21:38:35.010+01:00The priority of moral semanticsMoral realism as a meta-ethical position can be deflated by adopting a deflationary definition of the good. For instance, if we define good and evil as that which respectively promotes or diminishes well-being, then even within a naturalistic or physicalistic framework, there are objectively good and evil acts. Consequently, debates on whether moral realism holds true should be preceded by a discussion on moral semantics.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-14328682983062043762024-03-17T10:58:00.006+01:002024-03-17T10:59:14.091+01:00Dual forms in metaphysics<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>Suppose that in true metaphysical propositions the concept of ‘object’ and ‘relation’ are convertible, so that for each true metaphysical proposition about objects and relations, there is a dual propositional form that holds as well. For example, the true dual form of “Objects participate into relations” would be “Relations bind to objects”. In that case the conclusion of my semantic argument (“No relation binds a quality to all objects”) would be the dual of Graham Harman’s core premise of his object-oriented ontology (“No object reveals its quality to all relations”).Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-52873947756327385022024-03-16T21:48:00.019+01:002024-03-16T22:48:09.718+01:00Object-oriented correlationism<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>On Graham Harman’s object-oriented ontology, all objects withdraw from each other. Objects have an inherent depth or essence that transcends their relational interactions to other objects. Universal withdrawal of objects is the core claim of Harman's object-oriented ontology. Now, Harman is a metaphysical realist. He thus construes his object-oriented ontology as a metaphysics of the absolute or reality in itself. But what if correlationism is irrefutable and therefore inevitable? In that case, Harman may still defend his object-oriented ontology as a metaphysics posited <i>within</i> the correlationist circle. By doing so he would become an adherent of what we could refer to as <i>object-oriented correlationism</i>. However, within the correlationist circle a powerful argument for mereological atomism can be given, namely the argument I develop in <i>Towards a Renewed Case for Theism</i> (2012, pp. 129-31). Consequently, on correlationism, Harman's objects are effectively undermined. Objects are wholly reduced to their atomic parts which contradicts Harman's core claim that objects withdraw from their relations with other objects. So, within the correlationist circle Harman's object-oriented ontology of withdrawal fails. That is to say, object-oriented correlationism is untenable. Instead, a cogent correlationist metaphysics of objects would be a correlationist metaphysics of objects premised on mereological atomism, causalism, and some other plausible premises on the relation between causation and mereology, as I develop in aforementioned book.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-21783014073228910502024-03-09T09:01:00.002+01:002024-03-10T00:31:30.625+01:00Noten bij Hume en Berkeley<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>David Hume en George Berkeley behoren tot de grote Britse empiristen van de achttiende eeuw. Volgens Hume nemen wij causaliteit niet waar. Wij zien alléén regelmatige opeenvolging. Zo ontstaat volgens Hume het beroemde inductieprobleem voor causale oordelen. Stel nu dat wij wél kunnen zien dat iets iets anders veroorzaakt. Is genoemd inductieprobleem dan opgelost? Het antwoord is ‘nee’. Als A vandaag B veroorzaakt, dan garandeert dat niet dat A morgen ook B veroorzaakt. De wijze waarop de natuur is ingericht zou morgen immers anders kunnen zijn dan vandaag. Dit kan Hume vanwege zijn scepticisme niet uitsluiten. Het inductieprobleem wordt dus zelfs niet opgelost als wij zouden kunnen zien dat A de oorzaak is van B. Hoewel Hume zoals bekend meent dat wij causaliteit niet kunnen zien, lijkt hij wél te suggereren dat het kunnen zien van causaliteit voldoende zou zijn om het inductieprobleem op te lossen. Daar zit zijn denkfout.<br/><br/>
Volgens Descartes is het ondenkbaar dat God ons bedriegt. Maar filosoof en bisschop Berkeley heeft geen enkele moeite met een bedriegende God. Onze waarnemingen suggereren namelijk dat er dingen buiten God en onze geest bestaan, terwijl er volgens Berkeley buiten onze en Gods geest niets is. En omdat hij eveneens meent dat onze waarnemingen rechtstreeks door God veroorzaakt worden, bedriegt God ons dus. Berkeley denkt dan ook ten onrechte met zijn systeem een goede God te kunnen includeren. Alles draait hier om een adequate fenomenologie van onze zintuiglijke waarnemingen. Deze waarnemingen geven ons in elk geval de indruk of de suggestie dat er materiële dingen buiten onze geest en die van God bestaan. Maar volgens Berkeley bestaan er helemaal geen materiële dingen buiten onze en Gods geest. Daarin zit dan het misleidende van onze zintuiglijke waarnemingen en daarmee het misleidende van God, hetgeen voor Berkeley een probleem is.
Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-44436028462985601842024-03-05T20:56:00.059+01:002024-03-07T14:20:45.129+01:00Taal, tijd en ruimte volgens Arrival<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>Kunnen we via de taal toegang krijgen tot de toekomst? Dat is de vraag die in de film <i>Arrival</i> (2016) centraal staat. De film nodigt ons in meer algemene zin uit om na te denken over de relatie tussen taal, tijd en ruimte. Hieronder volgen vier reflecties vanuit achtereenvolgens de natuurfilosofie, Kants kennisleer, mijn wereld-voor-ons kennisleer en tenslotte Heideggers zijnsdenken. Wat deze beschouwingen verbindt is de gedachte dat de taal niet alleen communicatie mogelijk maakt, maar vooral onze perceptie van tijd en ruimte diepgaand vormgeeft.<br/><br/>
Is tijd ruimte? Ervaren dat tijd ruimte is, een dimensie naast andere ruimtelijke dimensies, zodat alles wat geweest is niet minder bestaat dan alles wat nu is, en dus niets werkelijk vergaat, kan voor hen die verloren wat hen dierbaar is een troost zijn. Indien bovendien hetzelfde voor de toekomst
geldt, bestaat ook het toekomstige niet minder dan wat nu is of vroeger was. In dat geval wordt denkbaar dat de toekomst als iets wat nu eveneens bestaat voor Dr. Louise waarneembaar wordt, zoals we in <i>Arrival</i> zien gebeuren nadat ze studie heeft gemaakt van de bijzondere taal van de buitenaardse bezoekers.<br/><br/>
Of is de tijd geen ruimtelijke dimensie, maar wel als tijd cyclisch? In dat geval bevinden we ons in een welhaast Nietzscheaanse toestand van eeuwige wederkeer van het gelijke en zouden we ons de toekomst moeten kunnen herinneren wanneer we ons best doen. Mogelijk kreeg Dr. Louise door het bestuderen van de cyclische taal van de bezoekers inzicht in het cyclisch zijn van de tijd, zodat ze inderdaad haar toekomst dankzij herinnering kon ervaren.<br/><br/>
Dit brengt ons bij de vraag hoe taal zich verhoudt tot tijd en ruimte. Kant had in zijn <i>Kritiek van de zuivere rede</i> wellicht moeten beweren dat de door hem geponeerde a priori aanschouwingsvormen van tijd en ruimte, en de door hem daaraan toegevoegde a priori verstandscategorieën van het verstand, niet universeel en onveranderlijk zijn, maar cultureel bepaald, met als gevolg dat een andere taal kan leiden tot een andere ervaring van tijd en ruimte. En precies dit zou Dr. Louise in <i>Arrival</i> wel eens overkomen kunnen zijn.<br/><br/>
In elk geval moeten we uitgaande van mijn wereld-voor-ons kennisleer zeggen dat een radicaal andere taal onze wijze van denken dermate ingrijpend kan veranderen dat de manier waarop wij de wereld ervaren eveneens verandert, zodat bijvoorbeeld tijd en ruimte door ons anders waargenomen worden. De wereld zoals wij deze denken en ervaren wordt dan ook mede bepaald door de taal die wij spreken. Onze menselijke conditie is niet ongevoelig voor taal.<br/><br/>
We kunnen dit perspectief nog wat verbreden. Is geschiedenis iets wat zich in de-wereld-voor-ons voltrekt of zijn de existentialen van de-wereld-voor-ons zelf ook historisch? De bewering dat de existentialen van de-wereld-voor-ons door de tijd heen kunnen veranderen is gelet op mijn wereld-voor-ons kennisleer beslissend gerechtvaardigd als bewering over de-wereld-voor-ons. Maar kan vanuit het ‘voor ons’ eveneens iets gezegd worden over wat daarvoor nodig is? Moet hiertoe de menselijke natuur als zodanig veranderen? Of is het vanwege het inherent talige karakter van de mens, en daarmee de-wereld-voor-ons, al genoeg als wij als mensen net zoals Dr. Louise een heel andere taal gaan spreken?<br/><br/>
Uitgaande van Heideggers zijnsdenken is mijn wereld-voor-ons kennisleer wellicht een vorm van ontisch denken. Maar als dit zo is, dan wel een vorm waarvoor geldt dat de-wereld-voor-ons het ontisch equivalent is van Heideggers <i>Ereignis</i> oftewel de meest
oorspronkelijke gebeurtenis van de gelijkoorspronkelijkheid van taal, mens en wereld. Tegen de achtergrond van Heideggers <i>Ereignis</i> is het zonneklaar dat andere talen voor de mens andere werelden met andere existentiële bestaanservaringen openen, wat inderdaad precies overeenkomt met wat Dr. Louise in <i>Arrival</i> overkomen is. Taal is dan ook geen neutraal voertuig voor het vervoeren van betekenissen. Taal ontbergt werelden. De taal is het huis van het zijn, aldus Heidegger.<br/><br/>
Heidegger maakt in zijn ontologisch denken over zijn en tijd bovendien een onderscheid tussen enerzijds een gangbare vulgaire of oneigenlijke opvatting van de tijd als een verloop van in het niets verzinkende nu-momenten en anderzijds een extatische of oorspronkelijke tijd die wordt ontsloten in wat hij de eigenlijke existentie van de mens noemt. In de extatische tijdelijkheid vallen wat geweest is, wat is, en het toekomstige samen omdat ons mens-zijn in eigenlijke zin alleen ontsloten wordt als een geweest-zijn dat tegelijkertijd existeert als een vooruitgelopen-zijn op de toekomst. Toegang tot verleden en toekomst is dan ook cruciaal voor de oorspronkelijke bestaanservaring van de mens. Toekomstigheid is volgens Heidegger in de extatische tijdservaring in het heden aanwezig als dat wat op ons toekomt. Toekomst treedt ons in de oorspronkelijke tijdelijkheid tegemoet. Het toekomstig-zijn werpt dan ook haar schaduw vooruit in ons eigenlijke heden. Zou de taal van de bezoekers Dr. Louise in staat gesteld hebben haar toekomst op deze manier extatisch te ervaren?<br/><br/>
Stel je tenslotte vanuit Heideggers ontologische zijnsdenken een taal voor die zo rijk is dat de lichtruimte die ze voor ons opent en inruimt dermate ruim is dat deze niet alleen de dingen in hun volledige zijn aanwezig laat zijn, maar waarin zelfs de tijd zich in haar volledigheid kan openbaren, zodat voor hen die deze taal spreken niet alleen de dingen in het heden, maar ook de dingen in het verleden en de toekomst onthuld worden. Dit laatste zou zomaar ineens precies datgene kunnen zijn wat Dr. Louise in <i>Arrival</i> overkomen is toen zij in de taal van de bezoekers begon te wonen.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-20687586520649063262024-02-25T10:01:00.009+01:002024-02-25T10:39:28.727+01:00Gebieden en actoren<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>De meest bepalende ontwikkeling die geleid heeft tot wat in het Westen de moderniteit wordt genoemd, is ontegenzeggelijk de secularisatie. De sociaal-culturele gevolgen ervan zijn nauwelijks te overschatten. Het eerste slachtoffer was God (God is dood!). Het tweede slachtoffer betrof vervolgens de metafysica (Alléén meten is weten!). Het derde slachtoffer werd de waarheid (Er zijn geen objectieve waarheden!). Het vierde slachtoffer betrof de gemeenschapszin (Het individu is allesbepalend!). En de laatste jaren begint pijnlijk zichtbaar te worden dat inmiddels het vijfde slachtoffer de steeds verder polariserende samenleving zelf is. Want geen samenleving kan zonder een gedeeld bovenindividueel zinperspectief. Zo vereist een goed functionerende staat voor haar politieke legitimiteit een geloofwaardige grensbewaking en een sterke krijgsmacht. Beide komen echter zonder een sterke gemeenschapszin niet van de grond. Deze zin gaat in laatste instantie terug op een gemeenschappelijk spiritueel verhaal. Precies zo’n spiritueel verhaal ontbreekt echter al bijna een eeuw in veel Westeuropese landen. De gevolgen hiervan zijn immens. Wat uiteindelijk in deze landen overblijft, is geen samenleving of zelfs maar een staat, maar slechts een gebied. En een gebied is weerloos. Het kan op verschillende manieren ten prooi vallen aan machtige geopolitieke actoren.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com2tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-79052707175318809712024-02-24T10:52:00.001+01:002024-02-24T10:53:39.306+01:00Another flaw in the argument from ancestrality<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>While proofreading my paper <i>Prison break? In defense of correlationism</i>, I noticed that Meillassoux’s ancestral argument against correlationism as developed in his book <i>After finitude</i> fails for yet another reason. He takes it that since the correlationist must accept that the transcendental <i>subject</i> is situated in what this subject refers to as ‘the world’, it follows that the correlationist must also accept that the transcendental <i>level</i> is instantiated in the world. But this doesn’t follow. The transcendental subject may be part of the world, but the transcendental level as being a <i>condition</i> for knowledge instead of being an <i>object</i> of knowledge isn’t.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-13057619298202431882024-02-24T09:32:00.002+01:002024-02-24T10:52:23.199+01:00De enkeling - mijmering, droom<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>Ik schrijf voor de enkeling, voor die ene ziel die het grondwoord op het spoor komt dat mijn denken bezielt en verzamelt, en de kracht bezit dit woord op te nemen en te laten ontvlammen in een wereld waarvoor het bestemd is. Of nog anders. Ik schrijf niet voor deze generatie. Ik schrijf voor alle generaties.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-12618334284783818412024-02-23T07:47:00.007+01:002024-02-24T11:12:56.414+01:00Uitverkiezing<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>Evolutie en theïsme zijn verenigbaar. Denk bijvoorbeeld aan het concept van een door God geleide evolutie. Maar ook ongeleide evolutie is verenigbaar met theïsme en meer specifiek het christendom. Net zoals de discipelen, de profeten, Mozes en Abraham door God uitverkozen werden om een rol te spelen in Gods heilsplan, en logisch daarvoor God eerst het volk Israel als zodanig uitverkoos als het volk waaraan God zich als eerste bekend heeft willen maken, zo kan deze Bijbelse lijn van uitverkiezing door God nog één logische stap verder terug worden gedacht door te overwegen dat op enig moment in de kosmische geschiedenis de geestelijke vermogens van de mensheid door ongeleide evolutie dermate ontwikkeld waren dat God ervoor koos om zichzelf als eerste aan deze soort bekend te maken. Meer precies in deze zin is de mens dan <i>imago Dei</i> oftewel beeld van God.<br/><br/>Naschrift: Bewustzijn kan niet voortkomen uit levenloze materie. Emergentiedenken faalt. Daarover heb ik inmiddels het een en ander geschreven. Wel kan, vanaf het moment dat God bewustzijn de kosmos inbrengt, ook dit bewustzijn zich in interactie met de materie verder ontwikkelen tot hogere vormen van bewustzijn zoals we die bijvoorbeeld bij de mens aantreffen. Wanneer ik dus in de context van het scenario van ongeleide evolutie schrijf dat op enig moment in de mens de geestelijke vermogens dermate ontwikkeld waren dat God besloot zich aan de mens bekend te maken, bedoel ik meer precies dat op enig moment in de mens het <i>door God in de kosmos ingebrachte</i> bewustzijn dermate ontwikkeld was dat God besloot zich aan de mens bekend te maken.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-24718986233503027972024-02-14T09:33:00.002+01:002024-02-24T11:13:06.286+01:00Plato’s afkeer van retorica<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>In zijn <i>Politeia</i> verwerpt Plato de kunst omdat kunstwerken beelden van beelden zijn en daarom te ver van de oorspronkelijke Ideeën afstaan. Dit zou zijn wantrouwen tegenover de taal en zijn voorkeur voor intellectuele aanschouwing met het geestesoog kunnen verklaren. Want wellicht had reeds Plato, net zoals pas veel later Wittgenstein, de intuïtie dat de taal als geheel van proposities bestaat uit beelden van standen van zaken. En dus uit beelden van beelden. De taal staat dan dus eveneens te ver van de Ideeën af. Plato’s afkeer van de retorica zou dan niet alleen berusten op de vermeende misleiding van retoren, maar vooral op het gegeven dat retoren nadrukkelijk taal gebruiken. Het zou zijn aanval op de retorica nog problematischer maken dan deze al is.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-75980273944152218122024-02-11T16:41:00.017+01:002024-02-12T08:58:10.306+01:00Een kosmisch amor fati<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>Nietzsche verheerlijkt de wil tot macht als ultieme drijfveer van al het organische leven. Het is dus de wil tot
macht die ook de door Nietzsche veronderstelde en door hem verachte slaafse mensheid voortbracht. Maar waarom veracht Nietzsche deze slaafse mensheid dan? Ook de slaafse mens die Nietzsche meent waar te nemen en afwijst, komt, uitgaande van Nietzsches denken, immers voort uit de door hem geprezen wil tot macht. En het is ongerijmd om iets te verachten dat rechtstreeks voortkomt uit een tegelijkertijd verheerlijkte machtswil. Wie zoals Nietzsche de wil tot macht verabsoluteert en adoreert, kan haast niet anders dan alles wat deze wil voortbrengt, zelfs de volgens Nietzsche slaafse volgzame mens, van harte aanvaarden. Zou dat inderdaad niet een waarachtige <i>amor fati</i> op het niveau van de kosmos zelf zijn?<br><br>
Misschien moeten we om deze gevolgtrekking te vermijden een onderscheid maken tussen oorspronkelijke en degeneratieve manifestaties van de wil tot macht. Deze suggestie is interessant, maar niet overtuigend. De affectieve en perspectivische wil tot macht is bij Nietzsche immers de rots waarop onze spade afketst. Daarachter of daaronder zit in zijn metafysica niets meer. Het leven, ja alles, dient in laatste instantie begrepen te worden als een differentiële menigvuldigheid van onderling op elkaar inwerkende krachtcentra die alles wat hun kracht doet toenemen positief en alles wat hun kracht doet afnemen negatief waarderen. Hoe kan Nietzsche dan nog een onderscheid maken tussen een eigenlijke of vruchtbare en een oneigenlijke of ontaarde wil tot macht? Op grond van wat zou hij zo’n onderscheid nog kunnen legitimeren? Wil tot macht was immers reeds het laatste woord. <br/><br/>Precies omdat de nee-zeggende slaaf eveneens een op een wil tot macht teruggaande manifestatie is van het leven, zou Nietzsche, vanuit zijn affirmatie van de wil tot macht, ook <i>ja</i> moeten willen zeggen tegen <i>deze</i> manifestatie van de wil tot macht. Het gehele leven in werkelijk <i>al</i> zijn machtsmanifestaties omarmen, zou dan ook inderdaad pas een werkelijke <i>amor fati</i> zijn. Een amor fati op het niveau van de kosmos zelf. <br/><br/>
Bovengenoemde conclusie lijkt voor Nietzsche dan ook onontkoombaar. Als één machtsmanifestatie, in dit geval die van de nee-zeggende slaaf, dermate sterk en krachtig is dat het zijn kracht alsmaar weet te vermeerderen ten koste van de andere machtsmanifestaties, dan zijn die andere machtsmanifestaties blijkbaar zwakker en worden ze geheel in overeenstemming met de natuur overweldigd. Hiertegen kan Nietzsche vanuit zijn onversneden machtsdenken geen bezwaar maken. Een dergelijke gang van zaken voltrekt zich dan immers volledig krachtens de machtsnatuur van de kosmos, zodat, zoals gezegd, Nietzsche het op grond van zijn eigen machtsdenken zal moeten omarmen als een kosmisch amor fati. Als een kosmisch “Zo wilde ik het!”Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-367407069907179762024-01-29T19:11:00.011+01:002024-01-29T22:15:55.125+01:00Een voorzichtige aanzet tot een Tractariaanse logica<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>In de <i>Tractatus</i> leert Wittgenstein dat atomaire proposities mogelijke configuraties van voorwerpen afbeelden. Complexe proposities zijn dan logische combinaties van atomaire proposities. De voorwerpen vormen volgens Wittgenstein een configuratie zoals de schakels van een ketting. Dit betekent dat relaties niet bestaan. Er bestaan alleen configuraties van voorwerpen. Toch gebruikt Wittgenstein predicatenlogica in de <i>Tractatus</i>. De atomaire propositie F(a,b,c) drukt bijvoorbeeld uit dat de voorwerpen waar de namen a, b en c naar verwijzen in de F-configuratie staan. In de predikatenlogica wordt volop met relatiesymbolen gewerkt, zoals het voorbeeld <i>F(a,b,c)</i> laat zien. De geest van Wittgensteins <i>Tractatus</i> zou dus eigenlijk gevangen moeten worden in een logica waarin het relatiesymbool geen rol meer speelt. Er zou in een <i>Tractariaanse logica</i> slechts sprake mogen zijn van namen van voorwerpen en van een formele taal zonder relatiesymbolen om configuraties van voorwerpen te modelleren. Wanneer wij nog eens denken aan Wittgensteins beeld van configuraties van voorwerpen als geschakelde kettingen, dan kan ons dat wellicht op het idee brengen van zo'n logica. Neem de drie voorwerpen aangeduidt door de namen <i>a</i>, <i>b</i> en <i>c</i>. Wanneer deze een configuratie aangaan zoals de schakels van een ketting, dan zouden we bijvoorbeeld kunnen zeggen dat de voorwerpen <i>a</i> en <i>b</i> op <i>ab_4</i> wijze geschakeld zijn, voorwerpen <i>b</i> en <i>c</i> op <i>bc_7</i> wijze en voorwerpen <i>a</i> en <i>c</i> op <i>ac_5</i> wijze. Dit zou dan uitgedrukt kunnen worden door de formule <i>(ab_4)(bc_7)(ac_5)</i>. Er volgt dan bijvoorbeeld dat <i>ab_4</i>=<i>ba_4</i> en dat <i>(ab_4)(bc_7)(ac_5)</i>=<i>(bc_7)(ac_5)(ab_4)</i>. Het zou niet oninteressant zijn om een syntax en semantiek voor een dergelijke Tractariaanse logica in detail uit te werken. Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-51182302061118706442024-01-27T02:24:00.031+01:002024-01-27T07:30:42.656+01:00Een duiding van Gods handelen in deze wereld<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>Het christendom is een theïsme en geen deïsme. God grijpt dus in de wereld in. De vraag is echter hoe en in welke mate. In wat volgt geef ik mijn interpretatie vanuit een christelijk wijsgerig perspectief. Een minimalistische duiding van Gods ingrijpen in de wereld welke mijns inziens ten volle recht doet aan de ziel van het christendom, is die waarbij we moeten zeggen dat God weliswaar handelt in zijn schepping, en dus ingrijpt in individuele levens van individuele mensen, maar dit alleen doet met het oog op het realiseren van Gods algehele heilsplan van schepping, zondeval en verlossing. God grijpt anders gezegd uitsluitend in op het niveau van de mensheid. Zo laat God zich in met het leven van Abraham en Mozes, en later met dat van de discipelen en apostelen, niet om bepaalde persoonlijke doelen van deze personen te helpen verwezenlijken of om hun persoonlijke levensomstandigheden te verbeteren, maar om hen een belangrijke rol te laten spelen in de realisering van Gods heilsplan voor de gehele mensheid. En hetzelfde geldt voor ieder mens. Als God al ingrijpt in het individuele leven van iemand, dan alléén met als doel om dit individuele leven werkzaam te laten zijn voor genoemde realisatie. Gods ingrijpen in persoonlijke levens is dan ook hoogst zeldzaam en mogelijk op slechts enkele handen te tellen. Wat betekent dit echter voor de zin en de functie van het gebed? Het antwoord lijkt te moeten zijn dat bidden niet bedoeld is om God te vragen bepaalde persoonlijke zaken te regelen, maar om als mens voor even relationeel op God betrokken te zijn en God voor het bestaan te danken. Want het allerhoogste wat God de mens in deze eindige wereld had kunnen geven, heeft God de mens reeds gegeven, namelijk de niet te overtreffen verhalen die handelen over Gods heilsgeschiedenis zelf en zijn opgetekend in de teksten van de overgeleverde testamenten. De sublieme grootsheid van deze verhalen en de welhaast onuitputtelijke troost en hoop die erin gelegen zijn, laten zich als ultiem geschenk in deze breekbare wereld met niets anders vergelijken. Wie in en vanuit deze verhalen leeft, kan dit leven aan omdat deze verhalen bestaan. En omdat deze verhalen ons opnemen in de gedachte dat wat er ook gebeurt, God ons in zijn hand houdt. God heeft ons zo beschouwd in dit feilbare leven alles al gegeven wat God ons redelijkerwijs had kunnen geven. Wat meer dan dit had God de mens nog kunnen schenken? Dankbaarheid is dan ook alles wat ons rest, zodat er inderdaad niets verloren gaat in het duiden van bidden als danken. Vooral ook omdat precies in dit danken de mens, al is het maar voor heel even, een relationele betrokkenheid ervaart op de goddelijke grond van de werkelijkheid.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-80025981298791334432024-01-26T13:39:00.002+01:002024-01-26T13:39:25.574+01:00Een alsmaar terugkerende misvattingTekens weer kom je in filosofische verhandelingen de misvatting tegen dat omdat ons denken en ervaren altijd al menselijk denken en menselijk ervaren betreft, het "dus" zou gaan om ervaringen en denkbeelden die wij op de een of andere manier “produceren”, zodat wat wij ervaren en denken er "dus" op zichzelf helemaal niet is. Dit volgt echter niet. Want wellicht komen onze menselijke ervaringen en menselijke denkbeelden desondanks naadloos overeen met de werkelijke werkelijkheid zelf. Of de-wereld-zoals-deze-voor-ons-is al dan niet samenvalt met de-wereld-in-zichzelf zullen we nooit kunnen vaststellen. Op dit kerninzicht is mijn hele wereld-voor-ons
kennisleer gebouwd.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-84646634321142679842024-01-22T23:24:00.004+01:002024-01-22T23:24:55.420+01:00Dobbelstenen en stippen: een tegenvoorbeeld voor het semantisch argument?<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>Voor mijn semantisch argument introduceer ik de notie van verwijzingsverzameling van een concept. De verwijzingsverzameling van een concept is de vereniging van de verwijzingen van de deelconcepten van dat concept. Zo is de verwijzingsverzameling van het concept <i>blauwe auto</i> de verzameling van alle blauwe dingen en alle auto's. Want <i>blauw</i> en <i>auto</i> zijn de deelconcepten van het concept <i>blauwe auto</i>. Volgens de kernpremisse van mijn semantisch argument zijn concepten verschillend precies wanneer ze verschillende verwijzingsverzamelingen hebben. Neem bijvoorbeeld de concepten <i>zandstrand</i> en <i>strandzand</i>. De verwijzingsverzameling van <i>zandstrand</i> is de verzameling van alle stranden, al het zand en alle landformaties. De deelconcepten van <i>zandstrand</i> zijn immers de concepten <i>zand</i>, <i>strand</i> en <i>landformatie</i>. De verwijzingsverzameling van <i>strandzand</i> daarentegen is de verzameling van alle stranden, al het zand en alle materialen. Want de deelconcepten van <i>strandzand</i> zijn <i>strand</i>, <i>zand</i> en <i>materiaal</i>. De verwijzingsverzamelingen van deze verschillende concepten zijn dus inderdaad verschillend, zoals mijn kernpremisse stelt.<br/><br/>Neem nu de concepten <i>zwarte dobbelsteen met witte stippen</i> en <i>witte dobbelsteen met zware stippen</i>. Dit zijn evident verschillende concepten. De verwijzingsverzamelingen moeten dus eveneens verschillend zijn op grond van de kernpremisse. Is dit inderdaad het geval? Laten we eens kijken naar de deelconcepten van het concept <i>zwarte dobbelsteen met witte stippen</i>. Men zou geneigd kunnen zijn om te denken dat dit concept de concepten <i>zwart</i>, <i>dobbelsteen</i>, <i>wit</i> en <i>stip</i> als deelconcepten heeft, zodat de verwijzingsverzameling ervan gelijk is aan de verzameling van alle zwarte dingen, alle witte dingen, alle dobbelstenen en alle stippen. Het concept <i>witte dobbelsteen met zwarte stippen</i> zou dan dezelfde deelconcepten en dus dezelfde verwijzingsverzameling hebben, zodat we stuiten op een tegenvoorbeeld van mijn kernpremisse.<br/><br/> Dit gaat echter te snel. De conceptuele uitsplitsing wordt hier één stap te ver doorgevoerd. De deelconcepten van het concept <i>zwarte dobbelsteen met witte stippen</i> zijn namelijk de concepten die we verkrijgen bij de eerste stap in een stapsgewijze conceptuele ontleding van dit concept. De deelconcepten betreffen dus het concept <i>zwarte dobbelsteen</i> en het concept <i>witte stippen</i>. Evenzo zijn de deelconcepten van het concept <i>witte dobbelsteen met zwarte stippen</i> de concepten <i>witte dobbelsteen</i> en <i>zwarte stippen</i>. De verwijzingsverzameling van het concept <i>zwarte dobbelsteen met witte stippen</i> is dus de verzameling van alle zwarte dobbelstenen en alle witte stippen. En deze verwijzingsverzameling verschilt inderdaad van de verwijzingsverzameling van het concept <i>witte dobbelsteen met zwarte stippen</i>, welke immers gelijk is aan de verzameling van alle witte dobbelstenen en zwarte stippen. Dit is maar goed ook omdat zoals gezegd beide concepten van elkaar verschillen en dus niet dezelfde verwijzingsverzameling kunnen hebben volgens de kernpremisse van mijn semantisch argument. Van een succesvol tegenvoorbeeld is dus geen sprake.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-87170338580879985672024-01-20T12:05:00.005+01:002024-01-20T12:18:46.202+01:00Een Nietzscheaanse aanval<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>Hoe zou Nietzsche reageren op de conclusie van mijn semantisch argument? Het ligt voor de hand te denken dat hij zich zal richten op bepaalde fundamentele vooronderstellingen. Een niet onbelangrijk op mijn wereld-voor-ons kennisleer teruggaand onderliggend motief, zo zou met een verwijzing naar <a href="https://gjerutten.blogspot.com/2020/10/het-semantisch-argument-een-inleiding.html"><u>Het semantisch argument: een inleiding</u></a> betoogd kunnen worden, betreft het transponeren of overzetten van negaties of opposities vanuit de denkorde naar de zijnsorde. In een fragment van Nietzsche uit 1887 getiteld <i>Bijdrage tot de psychologie van de metafysica</i> vinden we de volgende psychologische reductie van een dergelijk transpositiedenken:<br/><br/>
"Deze wereld is schijnbaar - <i>bijgevolg</i> bestaat er een ware wereld. Deze wereld is voorwaardelijk - <i>bijgevolg</i> bestaat er een onvoorwaardelijke wereld. Deze wereld is vol tegenspraak - <i>bijgevolg</i> bestaat er een wereld zonder tegenspraak. Deze wereld is wordend - <i>bijgevolg</i> bestaat er een zijnde wereld. Louter verkeerde gevolgtrekkingen (blind vertrouwen in de rede: als A <i>is</i>, moet ook het daaraan tegengestelde begrip B <i>zijn</i>). Tot deze gevolgtrekkingen <i>inspireert het lijden</i>: eigenlijk zijn het <i>wensen</i> dat er zo'n wereld mocht bestaan; ook komt de haat tegenover een wereld die leed betrokkent tot uitdrukking in het feit dat men zich een andere, <i>waardevollere</i> inbeeldt: het <i>ressentiment</i> van de metafysica tegen het werkelijke is hier scheppend."<br/><br/>
Daarnaast schrijft Nietzsche in <i>Menselijk, al te menselijk I:67</i> het volgende: "Gewoonte van tegenstellingen. — Algemene, onnauwkeurige observatie ziet overal in de natuur tegenstellingen (zoals 'warm en koud'), waar er geen tegenstellingen zijn, maar slechts gradaties. Deze slechte gewoonte heeft ons verleid om ook de innerlijke natuur, de geestelijk-morele wereld, te willen begrijpen en ontleden op basis van dergelijke tegenstellingen. Onzegbaar veel pijn, verwaandheid, hardheid, vervreemding en afkoeling zijn zo in het menselijk gevoel binnengekomen doordat men dacht tegenstellingen te zien in plaats van overgangen."<br/><br/>
Ook merkt hij in <i>Vom Nutzen und Nachteil der Historie für das Leben I:329</i> uit 1874 op: "Verbrokkeld en uiteengevallen, in iets innerlijks en iets uiterlijks half mechanisch ontleed, bezaaid met begrippen als met drakentanden, draken van begrippen verwekkend, daarbij lijdend aan de ziekte der woorden en zonder enig vertrouwen in elk eigen gevoel dat nog niet met woorden is afgestempeld: als zo'n kwijnende en toch onheilspellend werkzame begrips- en woordenfabriek heb ik misschien nog het recht van mijzelf te zeggen cogito, ergo sum, niet echter vivo, ergo cogito. Het lege 'zijn', niet het volle en groene 'leven' is mij vergund; mijn oorspronkelijk gevoel garandeert mij slechts dat ik een denkend, niet dat ik een levend wezen, dat ik geen animal, maar hoogstens een cogital ben."<br/><br/>
Uit deze fragmenten komt een drievoudige aanval op bovengenoemd motief naar voren. Het hanteren van begrippen is niets meer dan een onheilspellende ziekte der woorden. En zelfs als het hanteren van begrippen geen woordziekte is, dan nog is het overzetten van negaties of opposities vanuit het denken naar het zijn slechts een vorm van in angst en ressentiment gegrond dwalend wensdenken. En zelfs als een dergelijke overzetting geen dwalend wensdenken is, dan nog betreft het vermeend vernemen van allerlei tegenstellingen in de natuur slechts een ongefundeerde gewoonte omdat er geen tegenstellingen in de natuur zijn, maar slechts gradaties.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com2tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-40415447844049464272024-01-18T18:42:00.006+01:002024-01-18T18:42:42.766+01:00Heideggers viertal: een deductieIs Heideggers “Geviert” een willekeurige opsplitsing van het zijnsgeheel? Nee. Ik doe een deductievoorstel. Uitgaande van Heideggers fenomenologie van de menselijke bestaanservaring is het eerste contrast dat tussen mens en wereld. Vervolgens is vanuit de mens binnen de wereld het leidende contrast dat tussen immanentie (natuur) en transcendentie (goden). Tenslotte is vanuit de mens binnen de natuur het leidende contrast dat tussen kosmos (hemel) en aarde. Zo volgt noodzakelijk Heideggers viertal: hemel, aarde, mensen en goden.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-42405168141710454692024-01-12T14:54:00.037+01:002024-03-15T12:30:03.910+01:00Nieuwe collegereeks voor Symbolische leven I<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>Binnenkort zal ik voor de master <i>Filosofie van cultuur en bestuur</i> aan de Vrije Universiteit wederom een collegereeks verzorgen voor het vak <i>Symbolische leven 1</i>. Interesse? Benader mij op e.rutten@vu.nl.<br />
<br />
<b>Doelstelling en inhoud</b><br />
Doel van deze reeks is om inzicht te verwerven in de rol en betekenis van wereldbeelden of zinperspectieven. Wat zijn zinperspectieven en hoe beïnvloeden ze onze blik op de wereld? We staan stil bij de verschillende aspecten ervan, zoals een cognitief-theoretisch beeld van de wereld en de plaats van de mens daarin, een normatief-praktische visie op wat voor de mens het goede leven is, en een bepaalde grondstemming die bepaalt hoe de wereld innerlijk gevoelsmatig wordt beleefd. Eveneens richten we ons op de vraag hoe zinperspectieven zich verhouden tot wat ik aanduid als niet-feitelijke waarheid. De relatie tussen wereldbeelden en het sublieme en het sacrale of heilige komt eveneens aan de orde. Daarnaast bespreken we de hiermee verband houdende thematiek van <i>eros</i> en <i>philia</i> en de zin van liefde en lijden.<br />
<br />
<b>Literatuur</b><br />
- Syllabus<br />
- Rutten, E., <i>Het retorische weten</i>, Uitgeverij Leesmagazijn, 2018<br />
- Rutten, E., <i>Het retorische weten II</i>, Uitgeverij Leesmagazijn, 2021<br />
<br />
<b>Rooster</b><br />
<b><i>Avondcollege dinsdag 23 april (19:00 tot 22:00)</i></b><br />
1. Over het verhevene bij Longinus en zijn verhouding tot alternatieve concepties van het sublieme (Het retorische weten, pp. 69-107)<br /><i>Eerdere versie op gjerutten.nl</i><br /><br />
2. Toelichting op 'Over het verhevene bij Longinus' (Het retorische weten, pp. 109-113) <br /><i>Eerdere versie op gjerutten.nl</i><br /><br />
3. Syllabus <a href="https://www.gjerutten.nl/Over%20het%20sublieme%20bij%20Longinus%20en%20Burke.pdf"><u>Over het sublieme bij Longinus en Burke</u></a><br /><br />
<b><i>Avondcollege dinsdag 7 mei (19:00 tot 22:00)</i></b><br />
4. Syllabus <a href="https://www.gjerutten.nl/Over%20het%20heilige%20bij%20Otto.pdf"><u>Over het heilige bij Rudolf Otto</u></a><br/>
5. Syllabus <a href="https://www.gjerutten.nl/OverHetGoddelijkeBijGeorgesBataille_ERutten.pdf"><u>Over het Goddelijke bij Georges Bataille
</u></a><br/>
<br />
<b><i>Avondcollege dinsdag 14 mei (19:00 tot 22:00)</i></b><br />
6. Syllabus <a href="https://www.gjerutten.nl/ZinRedelijkeWereldbeelden_ERutten.pdf"><u>Over de zin van redelijke wereldbeelden</u></a><br />
7. Syllabus, een beknopte <i>analytische</i> weergave van (1) toegepast op theïsme <a href="https://www.gjerutten.nl/TrustingTheism_ERutten.pdf"><u>A Way of Intellectually Responsibly Trusting Theism</u></a><br />
8. Dat wat zich toont - Filosoferen over niet-feitelijke waarheden (Het retorische weten II, pp. 7-16)<br /><i>Eerdere versie op debezieling.nl/author/emanuel-rutten/</i><br /><br />
9. Hoe verhoudt niet-feitelijke zich tot niet-epistemische waarheid? (Het retorische weten II, pp. 257-260)<br/>
<i>Eerdere versie op gjerutten.blogspot.com/2018/03/hoe-verhoudt-niet-feitelijke-zich-tot.html</i>
<br/><br />
<b><i>Avondcollege dinsdag 21 mei (19:00 tot 22:00)</i></b><br />
10. Syllabus <a href="https://www.gjerutten.nl/TijdschriftVoorFilosofieErosPhilia_ERutten.pdf"><u>Over de relatie tussen <i>eros</i> en <i>philia</i> in Verbrugges <i>Staat van Verwarring: Het offer van liefde</i></u></a><br />
11. De vraag naar het lijden (Het retorische weten, pp. 115-129)<br /><i>Eerdere versie op gjerutten.nl</i><br /><br />
12. De amoureuze liefde: een innerlijke explicatie (Het retorische weten, pp. 211-236)<br /><i>Eerdere versie op gjerutten.nl</i><br /><br />
13. De vorm van de vormloosheid (Het retorische weten II, pp. 260-262)<br /><i>Eerdere versie op gjerutten.blogspot.com/2018/01/vormloosheid.html</i><br /><br />
<b>Toetsing</b><br />
De collegereeks zal worden afgesloten met een schriftelijke toets.<br />
<br />
<b>Schrijfopdracht</b><br />
De schrijfopdracht dient uit maximaal 1500 woorden te bestaan en uitgeprint te worden ingeleverd. Dit is vereist om aan de toets te kunnen deelnemen. Vermeld op de uitdraai naam, studienummer en het aantal woorden. Ga nadrukkelijk in op één of meerdere van de opgegeven teksten.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-43570668578170776342024-01-10T11:51:00.006+01:002024-01-10T11:52:16.196+01:00Bijdragen voor deBezieling<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>In de periode 2013-2019 schreef ik met enige regelmaat filosofische bijdragen voor het online platform <i>deBezieling</i>. Deze bijdragen heb ik <a href="https://www.gjerutten.nl/BijdragenDeBezieling_ERutten.pdf"><u>hier</u></a> beschikbaar gemaakt.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-23533620772758598362024-01-01T15:04:00.003+01:002024-01-01T15:05:24.552+01:00Gloed, licht, leven"En als wij nog leven en licht drinken, schijnbaar zoals we altijd geleefd hebben, is het dan niet als het ware door het oplichten en fonkelen van sterren die zijn uitgedoofd? Nog zien wij onze dood, onze as niet, en dat misleidt ons en doet ons geloven dat we zelf het licht en het leven zijn - maar het is slechts het oude vroegere leven in het licht, de voorbije mensheid en de voorbije God, waarvan de stralen en de gloed ons nog altijd bereiken - ook licht heeft tijd nodig, ook de dood en de as hebben tijd nodig!"<br><br><i> (Nietzsche, Verzameld werk, De Gruyter, 1980, deel 9, pagina 631)</i>Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-5413445587372727132023-12-29T23:08:00.006+01:002023-12-29T23:18:39.622+01:00Nieuwe grond - een gedicht van Willem Smit<b>Nieuwe grond</b><br><br>
kom naast mij staan<br>
deze verten gadeslaan<br>
met stijgende verbazing<br>
loskomen van het vlakland<br>
waarin wij zaten vastgedacht<br><br>
de helling op<br>
staren in dezelfde afgrond<br>
in hoogtevrees verbonden<br><br>
vragen tot het mistig is<br>
het oude pad naar huis<br>
onttrokken aan het zicht<br><br>
dan<br>
langzaam dalen<br>
op de tast<br>
steeds nader komen<br><br>
nooit meer op de vlakte<br><br>
<i>Willem Smit</i>Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-72331691440161610532023-12-16T23:06:00.015+01:002023-12-17T10:49:49.425+01:00Nussbaum over boosheid<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>In zijn artikel <a href="https://tijdschriften.boombestuurskunde.nl/tijdschrift/bk/2017/4/Bk_0927-3387_2017_026_004_004"><u>Over woede en rechtvaardigheid</u></a> bespreekt Thijs Jansen de kritiek van Martha Nussbaums op woede. Nussbaum baseert haar kritiek op woede op de definitie van boosheid in de <i>Retorica</i> van Aristoteles. Boosheid wordt door Aristoteles gedefinieerd als een met pijn gepaard gaande drang tot openlijke wraakneming wegens een blijk van geringschatting van de persoon zelf of van een van de zijnen, door mensen wie het niet past hen gering te schatten. Nussbaum ziet volgens Jansen de met boosheid gepaard gaande drang tot vergelding als primitief en kwaadaardig. Woede acht ze dan ook volstrekt dwaas en irrationeel. Het is in haar ogen een immorele onbeschaafde emotie. Nussbaum neemt eveneens aanstoot aan het element van geringschatting als motivatie voor de drang tot wraakneming. Ze beschouwt dit zoals Jansen uitlegt als een uiting van moreel laakbaar en infantiel narcisme. Wie woedend is zou volgens Nussbaum alleen maar bezig zijn met zijn of haar status. Nussbaums interpretatie van de definitie van Aristoteles slaat echter de plank mis. Ze laat zien weinig van de Aristotelische duiding van woede begrepen te hebben. Uit de behandeling van boosheid in de <i>Retorica</i> van Aristoteles volgt namelijk dat iemand pas boos wordt indien er sprake is van geleden schade, de schade bovendien onverdiend is, en degene die schade berokkent ook nog eens niet eens op eigen voordeel uit is. Voor boosheid is volgens Aristoteles blijkbaar heel wat nodig. Zo werd men niet boos op rovers. Want rovers zijn uit op eigen voordeel. Rovers schakel je uit, meer niet. Een Griek werd dan ook niet snel boos en had dus geen lange tenen zoals velen tegenwoordig. Dat Grieken uitgaande van de definitie van boosheid pas boos werden indien degene die schade betrokkent dat onverdiend doet en bovendien niet op eigen voordeel gericht is, laat zien dat een Griek juist niet de narcistische neiging had om alles wat er gebeurt te zien als iets wat draait om zijn of haar aanzien. Men voelde zich immers niet snel gekwetst. Zo werd men niet boos op een dief omdat men begrijpt dat een dief het niet specifiek om hem of haar te doen is, maar slechts uit is op eigen gewin. Van een infantiele narcistische nadruk op de eigen status was bij de Grieken daarom geen sprake. Men betrok niet alles wat er gebeurde op zichzelf. Dat in onze eigen tijd mensen snel zaken hoogst persoonlijk nemen en daarom om van alles en nog wat boos worden, zou door mensen uit de tijd van Aristoteles dan ook vreemd gevonden worden. Een Griek werd uitgaande van de definitie van Aristoteles alléén woedend als die woede ook daadwerkelijk terecht is, namelijk wanneer iemand een ander onverdiend en zonder eigen voordeel wil krenken of vernederen. En een dergelijke boosheid is moreel gezien alleszins redelijk en verdedigbaar. Verplaats je maar eens in iemand die gedurende een lange tijd zonder reden gedwarsboomd wordt. Natuurlijk is zijn of haar woede niet irrationeel en evenmin moreel laakbaar. De definitie die Aristoteles van boosheid geeft, heeft dan ook niets met infantiel narcisme te maken. De analyse van Nussbaum zit er dus naast. En omdat zij volgens Jansen de Aristotelische definitie van woede als uitgangspunt neemt voor haar beschouwing over woede, komt haar kritiek op woede als dwaze, ongeciviliseerde en immorele emotie op losse schroeven te staan.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-38436826758083448242023-12-09T12:47:00.010+01:002023-12-09T13:01:32.129+01:00Een vijfvoudige bepaling van de oorsprong<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>Er zijn vijf voorwaarden waaraan iets moet voldoen om oorsprong van de wereld te zijn: (a) het moet actief scheppend zijn, (b) het kan van niets buiten zichzelf afhankelijk zijn en moet dus volkomen onafhankelijk oftewel vrij zijn, (c) het moet enkelvoudig en niet samengesteld zijn omdat aan iedere veelheid een diepere eenheid vooraf gaat, (d) het kan niet lijken op een structuur die voor de hand liggende alternatieven toelaat omdat anders onmiddellijk de onbeantwoordbare vraag gesteld kan worden waarom dan niet een van die alternatieven de oorsprong van de wereld is, en (e) het kan niet zintuiglijk voorstelbaar zijn, omdat de afwezigheid van iets voorstelbaars ook voorstelbaar en dus redelijkerwijs mogelijk is, terwijl het onmogelijk is dat de oorsprong van de wereld niet bestaat. Wat is tegelijkertijd scheppend, vrij, enkelvoudig, alternatiefloos en onbepaald? Dit kan alléén <i>geest</i> zijn. Geest is de zijnsgrond.Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-47083213742152276122023-12-07T07:45:00.004+01:002023-12-07T07:48:20.911+01:00Columns Filosofisch tijdschrift SophieDit blogitem is een 'placeholder' voor mijn columns voor Filosofisch tijdschrift <i>Sophie</i>. Ik zal deze lijst voortaan actueel houden en verwijs er vanaf nu naar vanuit het overzicht 'Filosofische bijdragen' rechtsboven op mijn blog.<br/><br/>
1. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2022/02/het-platonisme-is-een-theisme-column.html">Het Platonisme is een theïsme</a><br/>
2. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2022/03/het-platonisme-is-een-theisme-column.html">Verschil moet er zijn</a><br/>
3. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2022/05/zijn-god-van-de-gaten-argumenten-altijd.html">Zijn ‘God van de gaten’-argumenten altijd ongerechtvaardigd?</a><br/>
4. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2022/07/het-morele-als-teken-van-het-goddelijke.html">Het morele als teken van het goddelijke</a><br/>
5. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2022/10/aanwijzingen-voor-en-kenmerken-van-gods.html">Aanwijzingen voor en kenmerken van Gods bestaan</a><br/>
6. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2022/11/het-wereldbeelden-argument-column-voor.html">Het wereldbeelden argument</a><br/>
7. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2023/01/is-god-deugdzaam-column-voor.html">Is God deugdzaam?</a><br/>
8. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2023/03/retorische-stijl-en-religieus-geloof.html">Retorische stijl en religieus geloof</a><br/>
9. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2023/05/waarheidsmakers-van-historische.html">Waarheidsmakers van historische waarheden</a><br/>
10. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2023/06/waarheidsmakers-van-historische.html">Maar waarom dan geen polytheïsme?</a><br/>
11. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2023/09/het-axiologisch-argument-column-voor.html">Het axiologisch argument</a><br/>
12. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2023/11/functie-tekensystemen-column-voor.html">Functie-tekensystemen</a>Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-7421705091235538349.post-1124747438690507632023-12-06T20:02:00.035+01:002023-12-07T07:55:52.856+01:00Bijdragen voor Filosofieblog<img src = "https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg" style= "display:none;"/>In de periode 2009-2015 schreef ik met enige regelmaat filosofische bijdragen voor het online platform <i>Filosofieblog</i>. In die jaren was <i>Filosofieblog</i> een levendig platform met veel reacties en discussies. Zo herinner ik mij de talloze uitgebreide twistgesprekken met Kweetal, en daarnaast bijvoorbeeld ook de gesprekken met Benedict Broere en Porphyrius. Helaas bestaat dit platform al vele jaren niet meer. Wel is een beperkt deel van mijn bijdragen aldaar bewaard gebleven. Deze bijdragen heb ik <a href="https://www.gjerutten.nl/BijdragenFilosofieblog_ERutten.pdf"><u>hier</u></a> beschikbaar gemaakt. Onder de bijdragen die verloren zijn gegaan, bevinden zich de volgende bijdragen:<br/><br/>
1. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/01/de-logica-van-logicomix.html">De logica van logicomix</a> (don, 8 oktober 2009, reacties: 5),<br/>
2. <a href="https://www.gjerutten.nl/WordtDeFilosofieInHaarBestaanBedreigd_GJERutten.pdf">Wordt de filosofie in haar bestaan bedreigd?</a> (zat, 24 oktober 2009, reacties: 9),<br/>
3. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/01/contingentie-noodzakelijkheid-en.html">Contingentie, noodzakelijkheid en causaliteit</a> (di, 15 december 2009, reacties: 9),<br/>
4. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/01/het-schijnbare-dilemma-tussen-klassiek.html">Het schijnbare dilemma tussen klassiek dogmatisme en postmodern scepticisme</a> (woe, 10 maart 2010, reacties: 66),<br/>
5. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/02/over-het-extramentale-karakter-van.html">Het extramentale karakter van Heideggers Zijn</a> (zon, 20 februari 2011, reacties: 23),<br/>
6. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/01/wanneer-boekt-de-filosofie-vooruitgang.html">Wanneer boekt de filosofie vooruitgang?</a> (zon, 2 januari 2011, reacties: 73),<br/>
7. <a href="https://www.gjerutten.nl/OverWalterBenjaminsKunstwerkessay.pdf">Over het begrip 'aura' in Walter Benjamins kunstwerkessay</a> (vrij, 26 november 2010, reacties: 7),<br/>
8. <a href="https://www.gjerutten.nl/OverMarcDeKeselsGodenBreken_GJERutten.pdf">Over Marc De Kesels 'Goden breken'</a> (woe, 3 november 2010, reacties: 24),<br/>
9. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/01/over-leibniz-beginsel-van-voldoende.html">Over Leibniz' beginsel van voldoende reden</a> (don, 5 augustus 2010, reacties: 4),<br/>
10. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/01/kants-mathematisch-en-dynamisch.html">Kant's mathematisch en dynamisch sublieme</a> (zat, 5 juni 2010, reacties: 1),<br/>
11. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/01/bonjour-over-priori-rechtvaardiging.html">Bonjour over a priori rechtvaardiging</a> (vrij, 30 april 2010, reacties: 22),<br/>
12. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/01/kripke-over-de-betekenis-van-algemene.html">Kripke over de betekenis van algemene termen</a> (vrij, 2 april 2010, reacties: 5),<br/>
13.<a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/01/kripkes-verdediging-van-het-spreken.html"> Kripke's verdediging van het spreken over essentiële en accidentele eigenschappen</a> (zat, 27 maart 2010, reacties: 5),<br/>
14. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2012/02/heeft-het-universum-een-eeuwig-verleden.html">Heeft het universum een eeuwig verleden?</a> (di, 28 februari 2012, reacties: 117),<br/>
15. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/09/god-of-de-singulariteit.html">God of de singulariteit?</a> (vrij, 16 september 2011, reacties: 81),<br/>
16. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/08/wetenschap-en-religie-ii.html">Het wetenschappelijke en het religieuze II</a> (di, 30 augustus 2011, reacties: 41),<br/>
17. <a href="https://www.gjerutten.nl/EenArgumentTegenRadicaalReductionisme_ERutten.pdf">Een semantisch argument tegen 'Alles is X'-reductionisme</a> (woe, 3 augustus 2011, reacties: 41),<br/>
18. <a href="http://gjerutten.blogspot.com/2011/07/het-verband-tussen-wording-en.html">Het verband tussen wording en eindigheid</a> (zon, 17 juli 2011, reacties: 10),<br/>
19. <a href="https://www.gjerutten.nl/Over%20het%20sublieme.pdf">Het sublieme en de <i>Poëtica</i> van Aristoteles</a> (vrij, 22 april 2011, reacties: 6),<br/>
20. <a href="https://www.gjerutten.nl/IsHetChristendomPlatonismeVoorHetVolk_GJERutten.pdf">Is het christendom platonisme voor het volk?</a> (vrij, 8 april 2011 reacties: 193).<br/><br/>
Deze verloren gegane <i>Filosofieblog</i> bijdragen zijn geheel of gedeeltelijk, en al dan niet in iets gewijzigde vorm, te vinden op dit blog en op mijn website.
Emanuel Ruttenhttp://www.blogger.com/profile/01094736689000363856noreply@blogger.com0