zaterdag 27 februari 2016

Bijdrage RD zaterdag 27 februari: Bewustzijn wijst naar boven

Er bestaat in de kosmos ontegenzeggelijk zoiets als bewustzijn. We hebben een innerlijk mentaal leven. Vanbinnen denken, verbeelden, voelen en beleven we van alles. Ook veel dieren kennen een bepaalde mate van bewustzijn. Beweren dat bewustzijn in de kosmos niet bestaat, is dan ook onhoudbaar. Maar kan hieraan een argument voor het bestaan van God ontleend worden?

NEE
Dat er zoiets bestaat als bewustzijn, zullen niet veel mensen ontkennen. Nogal wat wetenschappers zijn echter van mening dat het bestaan ervan prima verklaard kan worden zonder een beroep te doen op God. Want waarom zou bewustzijn niet gewoon hetzelfde kunnen zijn als materie? Waarom kan, anders gezegd, een gedachte of een gevoel niet eenvoudigweg gelijk zijn aan een groepje vurende neuronen in onze hersenen? Of, als dit een brug te ver is, waarom zouden we dan niet kunnen aannemen dat bewuste gedachten en ervaringen worden voortgebracht of geproduceerd door materie? Bewustzijn is in dat geval niet hetzelfde als materie, maar de materie vormt dan wel de oorsprong van het bewustzijn in de kosmos. Ook dan is God niet nodig om het bestaan van bewustzijn te begrijpen.

JA
De voorgaande redenering roept echter problemen op. Het is duidelijk dat op enig moment in de ontstaansgeschiedenis van de kosmos het bewustzijn zijn intrede deed. Wanneer en hoe dat precies is gebeurd, is voor dit argument niet van belang. Laten we dit zich toen in de kosmos manifesterende bewustzijn ”natuurlijk bewustzijn” noemen. Elk mens en vele dieren op aarde beschikken over dit natuurlijk bewustzijn. Dit valt zoals gezegd niet te ontkennen.

De vraag is nu wat de oorsprong is van dit natuurlijk bewustzijn. Dat natuurlijk bewustzijn hetzelfde zou zijn als materie is buitengewoon onwaarschijnlijk. Onze gevoelens en gedachten hebben immers geen massa, geen volume en geen dichtheid. Omgekeerd hebben bewuste mentale ervaringen allerlei eigenschappen die bewegende materiedeeltjes niet hebben, zoals het in zichzelf verwijzen naar iets anders en het geladen zijn met betekenis.

Bewuste ervaringen en bewegende materie kunnen daarom niet aan elkaar gelijk zijn. Bewuste innerlijke ervaringen zijn metafysisch gezien van een totaal of radicaal andere orde dan bewegende en op elkaar botsende materiedeeltjes. Het is daarom niet redelijk om te beweren dat onze innerlijke gevoelens en ervaringen, zoals het beleven van muziek of het voelen van verdriet, niets meer of minder zijn dan groepjes vurende neuronen.

Ook is het onredelijk om te stellen dat het natuurlijk bewustzijn in de kosmos wordt veroorzaakt of geproduceerd door onbewuste stof. De suggestie dat stof of materie bewustzijn kan voortbrengen, gaat diepgaand in tegen onze intuïtie. Maar dat niet alleen, we kunnen ons in feite geen enkele redelijke voorstelling maken van de wijze waarop deze productie zou moeten plaatsvinden. Je kunt miljarden materiedeeltjes in een ton stoppen en vervolgens miljarden jaren gaan schudden, maar nooit zal er hierdoor op een dag opeens bewust mentaal leven ontstaan in die ton. Toch willen geloven in een magische spontane creatie van bewustzijn is dan ook niets meer dan een vorm van wensdenken.

Bovendien volgt uit de suggestie dat materiële processen bewuste ervaringen produceren dat ons mentale leven slechts een bijverschijnsel is van deze autonoom verlopende processen. Onze bewuste besluiten zijn dan volkomen irrelevant voor ons feitelijke handelen. Het doet er niet toe wat je zelf bewust besluit. Uiteindelijk zijn het alleen maar bepaalde groepjes vurende neuronen die bepalen wat je zult gaan doen. Het idee dat onze bewuste besluiten op zijn minst mede bepalend zijn voor ons handelen is dan een totale illusie. Dit gaat echter zo sterk tegen ons zelfbesef in dat we dit alléén zouden moeten willen accepteren als daar een hele dwingende reden voor is. Maar dat is nou juist precies wat er ontbreekt.

De herkomst van natuurlijk bewustzijn kan dus niet gelegen zijn in onbewuste materie. De oorsprong van het bewustzijn in de kosmos moet daarom iets zijn dat zelf ook bewust is. Er is dus een bewuste oorzaak van het natuurlijk bewustzijn in de kosmos.
Deze bewuste oorzaak kan naast bewust niet ook nog natuurlijk zijn. Want als dat zo zou zijn, dan zou al het natuurlijk bewustzijn veroorzaakt zijn door een natuurlijk bewustzijn. Dat is echter onmogelijk. Niets veroorzaakt immers zichzelf. Om jezelf te kunnen veroorzaken moet je er immers al zijn. Maar dan kun je jezelf niet meer veroorzaken.

De herkomst van het natuurlijk bewustzijn moet dus gelegen zijn in een bewustzijn dat zelf niet natuurlijk is. Kortom, de verklaring voor het bestaan van bewustzijn in de kosmos is redelijkerwijs gelegen in een bewust wezen dat buiten de kosmos bestaat en op enig moment bewustzijn in de kosmos bracht. Dit bovennatuurlijke bewuste wezen is de ultieme verklaringsgrond en oorsprong van al het natuurlijk bewustzijn in de kosmos en mag dan ook met recht God genoemd worden.

DUS
Het bestaan van bewustzijn in de kosmos geeft dus aanleiding tot een redelijk argument voor het bestaan van God. In elk geval levert het er een buitengewoon sterke aanwijzing voor op.

Dr. ir. Emanuel Rutten is als onderzoeker verbonden aan het Abraham Kuyper Centrum voor Wetenschap en Religie van de Vrije Universiteit in Amsterdam.

dinsdag 23 februari 2016

It's metaphysically impossible to be alone (II)

In my previous post I explained that the conclusion of my semantic argument entails that it's metaphysically impossible to be the only object in the world. One might argue that this swift consequence is counterintuitive. Isn't it highly implausible that there are no possible worlds that contain only one object? No, it isn't. Take some possible world w. Since total nothingness is metaphysically impossible, there exists an object in w. This object is plausibly either a piece of matter, a mind or a piece of information. If it's material, it exists in space and time. Given that space or time or parts thereof have objecthood, w contains more than one object. If it's a mind, w also contains more than one object. For the mental contents of a mind count reasonably as mental objects. Finally, if the object is a piece of information, then it is discursive and therefore composed of multiple information elements. But then again w contains more than one object. So in all cases w contains more than one object. Since w was arbitrarily chosen, there are no possible worlds that contain only one object. Said consequence of my semantic argument thus isn't implausible.

woensdag 17 februari 2016

It's metaphysically impossible to be alone

Years ago I argued in this brief paper that the empty world is not a possible world. That is to say, total nothingness is metaphysically impossible. Now, the conclusion of my semantic argument, namely that all positive universally held properties are necessarily universally held, entails that it is also metaphysically impossible to be the only object in the world. In other words, there are no possible worlds that contain only one object. I briefly show how this follows. Consider the property 'being together with others'. This property is clearly positive and universally held. But then it is also necessarily universally held. Hence it is universally held in all possible worlds. So it is indeed metaphysically impossible to be alone in the world.

zondag 7 februari 2016

Profaan theïsme

Meerdere denkers hebben de laatste jaren betoogd dat atheïsme prima kan samengaan met een diepgaande oprechte spirituele gevoeligheid voor wat in de filosofie bekend staat als het sacrale of het heilige. Zo ontstaat een atheïsme dat weliswaar het bestaan van God ontkent, maar desalniettemin openstaat voor authentieke religieuze gevoelens van ontzag, fascinatie, verwondering en eerbied voor het sacrale. Hier wordt het heilige uiteraard niet meer vereenzelfigd met God. In plaats daarvan ziet men bijvoorbeeld de kosmos, de natuur of het zijnsgeheel als heilig. In deze voorbeelden wordt het sacrale nog altijd immanent gedacht. Er zijn echter ook transcendente vormen van atheïstische sacraliteit denkbaar, zoals de erkenning van een heilige morele orde die uitgaat boven het leven en de kosmos zelf en waarop wij ons als mensen kunnen richten.

Is dit sacraal atheïsme wijsgerig gezien een houdbare positie? Daarover wellicht een andere keer meer. In elk geval is het zo dat met het introduceren van deze mogelijkheid de klassieke dichotomie tussen theïsme en atheïsme opengebroken wordt. Ze valt erdoor namelijk uiteen in vier verschillende posities: sacraal atheïsme, sacraal theïsme, profaan atheïsme en profaan theïsme. Laat me ze even kort langslopen.

Het sacraal atheïsme heb ik hierboven reeds beknopt omschreven. De tweede categorie is die van het sacraal theïsme. Dit is uiteraard de klassieke positie. Een sacraal theïst gelooft niet alleen in het bestaan van God maar ook in Gods absolute sacraliteit of heiligheid. Men ervaart in zijn of haar leven veelal diepe religieuze gevoelens van bewondering, eerbied en ontzag voor God. God is heilig en precies daarom aanbiddingswaardig. Sacraal theïsme is dus een theïsme dat volop aandacht heeft voor het sacrale. Dit lijkt op het eerste gezicht wellicht een pleonasme. Een theïstisch wereldbeeld erkent toch per definitie diepgaande ervaringen van sacraliteit? Want is God niet hoe dan ook het mysterium tremendum majestas et fascinans en dus welhaast per definitie heilig? Dit is echter niet het geval, zoals weldra duidelijk zal worden.

De derde categorie is die van het profaan atheïsme. Een profaan atheïst meent net zoals een sacraal atheïst dat God niet bestaat. In tegenstelling tot een sacraal atheïst heeft een profaan atheïst echter geen enkel oog voor het sacrale. De wereld is slechts materie in beweging, zonder doelen, waarden of betekenis. Er is helemaal niets heiligs aan wat dan ook, aldus de profaan atheïst. Wie zegt gegrepen te worden door spirituele gevoelens van sacraliteit wordt volstrekt niet serieus genomen. Men meent wel dat als God bestaat, God inderdaad heilig genoemd zou mogen worden. Maar omdat er volgens hen nu eenmaal geen God is, gaat het hier slechts om een theoretische irrelevante mogelijkheid. Atheïstische concepties van sacraliteit worden daarentegen onder geen enkele voorwaarde als zinvol geaccepteerd.

De vierde categorie die het logische sluitstuk vormt van de overige drie en die ik nog nergens expliciet als wereldbeeld tegenkwam is die van wat ik het profaan theïsme zou willen noemen. Een profaan theïst gelooft net zoals een sacraal theïst in het bestaan van God. Echter, in tegenstelling tot de sacraal theïst staat een profaan theïst absoluut niet open voor een spirituele gevoeligheid voor het sacrale. Sterker nog, een profaan theïst ontkent eenvoudigweg dat God heilig of sacraal is. God wordt verstandelijk begrepen als een bewust wezen dat de grond is van de wereld, de eerste oorzaak van het zijn, zonder dat dit ook maar het geringste gevoel opwekt van ontzag, fascinatie, verwondering of eerbied voor God. Een profaan theïst accepteert veelal op louter intellectuele gronden dat de wereldgrond bewustzijn in plaats van stof of informatie is. Dit gebeurt bijvoorbeeld doordat men overtuigd is geraakt door één of meerdere metafysische argumenten voor het bestaan van een persoonlijke eerste oorzaak van de wereld. Een dergelijke erkenning van het bestaan van God gaat echter op geen enkel moment gepaard met het ervaren of beleven van God als sacraal of heilig. Een profaan theïst heeft kortgezegd nimmer religieuze gevoelens of spirituele ervaringen. Gods bestaan wordt slechts geaccepteerd als de sluitsteen van een allesomvattende metafysica. Meer niet.

Deze vierde categorie is interessant omdat zij in tegenstelling tot de overige drie posities in de wijsgerige literatuur welhaast afwezig lijkt. En dit terwijl ik zelf toch meer dan één persoon ken die als profaan theïst gekwalificeerd zou kunnen worden.

woensdag 3 februari 2016

Everything's gonna be alright

Everything is gonna be alright, cause deep inside you know our love will never die.