Posts tonen met het label determinisme. Alle posts tonen
Posts tonen met het label determinisme. Alle posts tonen

donderdag 8 december 2011

Waarheidsmakers van historische waarheden

De uitspraak 'Mijn auto is blauw' wordt waargemaakt door mijn blauwe auto. Mijn blauwe auto kan daarom de waarheidsmaker van genoemde uitspraak worden genoemd. Welnu, het lijkt niet onredelijk om te beweren dat meer in het algemeen uiteindelijk iedere ware uitspraak een waarheidsmaker moet hebben [1]. Zo'n waarheidsmaker moet dan natuurlijk wel bestaan. Iets dat niet bestaat kan immers niets, en dus ook niet iets waarmaken.

Neem nu historische uitspraken, zoals de uitspraak dat Nederland in 1974 de WK finale verloor. Deze uitspraak is ontegenzeggelijk waar. Daarvoor is immers meer dan voldoende bewijsmateriaal. Het zou volstrekt onzinnig zijn om, gegeven al dit bewijsmateriaal, te betwijfelen of Nederland in 1974 het WK verloor [2]. Maar, wat is dan haar waarheidsmaker? Welke bestaande stand van zaken maakt deze uitspraak op dit moment waar? Iemand die meent dat het verleden niet minder reëel is dan het heden, dat wil zeggen, niet minder bestaat dan het heden, zou kunnen beweren dat het verleden genoemde uitspraak nu rechtstreeks waarmaakt. Het ook nu nog werkelijk bestaande verleden is in dat geval op dit moment de waarheidsmaker van deze en van alle andere ware historische uitspraken. Kortom, wie zegt dat het verleden zelf ware historische uitspraken waarmaakt veronderstelt dat het verleden ook nu nog bestaat. Iets dat niet bestaat kan immers zoals gezegd helemaal niets waarmaken. Het lijkt echter nogal implausibel om te beweren dat het verleden ook nu nog bestaat. Immers, het verleden was ooit, maar is niet meer. Het 'nu' bestaat, maar het 'toen' bestaat niet meer. Het antwoord dat het verleden optreedt als waarheidsmaker is daarom niet echt overtuigend.

Zijn er andere antwoorden mogelijk? Welnu, een determinist zou kunnen beweren dat de huidige configuratie van alle elementaire deeltjes in het universum de waarheidsmaker betreft van alle ware historische uitspraken. We kunnen immers in beginsel vanuit de huidige configuratie terugrekenen naar iedere willekeurige gebeurtenis uit het verleden, aldus de determinist. Dit lijkt mij echter evenmin een houdbaar antwoord. Zo meen ik dat er vrije wilsacten bestaan. Het bestaan van dergelijke acten is echter in tegenspraak met het determinisme. Terugrekenen is gegeven het bestaan van vrije wilsacten onmogelijk, zelfs in principe.

Maar wat is dan datgene op grond waarvan alle ware historische uitspraken op dit moment waar zijn? Er moet toch iets zijn dat deze waarheid nu objectief waarborgt? Er moet iets zijn dat er nu in objectieve zin voor zorgt dat mijn uitspraak dat Nederland in 1974 het WK verloor inderdaad waar en niet onwaar is. Theïsten kunnen wellicht wijzen op God. God herinnert zich het verleden perfect, en kan bovendien niet anders dan zich het verleden perfect herinneren. Precies daarom zijn Gods herinneringen, aldus de theïst, op z'n minst in indirecte zin te begrijpen als de waarheidsmakers van historische uitspraken. Iemand die vandaag zegt dat Nederland in 1974 de WK finale verloren heeft spreekt de waarheid. En de enige objectieve grond voor het vandaag waar zijn van zijn of haar uitspraak is dat zijn of haar uitspraak in overeenstemming is met de herinneringen van God.

[1] Waarheidsmakers kunnen in plaats van standen van zaken ook gebeurtenissen zijn. Zo is de waarheidsmaker van de ware uitspraak 'Jij bent aan het lezen' de gebeurtenis dat jij aan het lezen bent.
[2] Het gaat hier dan ook niet om de epistemische vraag naar het rechtvaardigen van beweringen op grond van bewijsmateriaal. Het gaat daarentegen om een volstrekt andere vraag, namelijk de ontologische vraag naar dat wat er in objectieve zin voor zorgt dat een bewering überhaupt waar is, ofwel de vraag naar dat wat een bewering in de eerste plaats waarmaakt, geheel los van de vraag of wij al dan niet over afdoende bewijsmateriaal voor deze bewering beschikken.

zondag 4 april 2010

Het bestaan van vrije wilsacten



In deze bijdrage presenteer ik een argument voor het bestaan van vrije wilsacten. Het argument betreft een reductio ad absurdum van de aanname dat er geen vrije wilsacten bestaan.

Stel daarom dat er geen vrije wilsacten bestaan. In dat geval wordt iedere gebeurtenis veroorzaakt door een deterministisch natuurmechanisme of door een indeterministisch kansproces. Ook iedere kwantumgebeurtenis wordt dan dus veroorzaakt door een deterministisch natuurmechanisme of door een indeterministisch kansproces. Nu bestaan er twee verschillende typen interpretaties van de kwantummechanica. Volgens de indeterministische interpretaties wordt iedere kwantumgebeurtenis veroorzaakt door een indeterministisch kansproces. De alom bekende Kopenhagen interpretatie van Niels Bohr en Werner Heisenberg (1927) is indeterministisch. Er zijn echter ook door ondermeer John von Neumann (1932), Edward Nelson (1966), Ghirardi-Rimini-Weber (1986) en John G. Cramer (1986) indeterministische interpretaties van de kwantummechanica ontwikkeld. Volgens de deterministische interpretaties wordt iedere kwantumgebeurtenis veroorzaakt door een deterministisch natuurmechanisme. Een fervent aanhanger van een deterministische interpretatie van de kwantummechanica was Albert Einstein van wie de bekende uitspraak "God dobbelt niet" afkomstig is. Voorbeelden van deterministische interpretaties zijn de zogenaamde 'verborgen variabelen interpretaties' van Louis de Broglie (1927) en David Bohm (1952). Andere voorbeelden van deterministische interpretaties zijn de interpretaties ontwikkeld door Erwin Madelung (1927) en H. Dieter Zeh (1970). Ook de Nederlandse fysicus en Nobelprijswinnaar Gerard 't Hooft heeft in ondermeer 2001 en 2006 gepubliceerd over zijn deterministische interpretatie van de kwantummechanica.

Beide typen interpretaties doorstaan globaal dezelfde empirische tests, verschillen niet significant in complexiteit en hebben bovendien dezelfde wetenschappelijke verklaringskracht. De deterministische interpretaties zijn echter plausibeler dan de indeterministische interpretaties. Om dit nader te onderbouwen zal ik een voorbeeld van een kwantumgebeurtenis uitwerken.

Beschouw een kwantumdeeltje D dat in drie verschillende kwantumtoestanden terecht kan komen: toestand A, toestand B of toestand C. Neem de kwantumgebeurtenis G waarbij het deeltje D in toestand A terechtkomt. Uitgaande van de indeterministische interpretaties is de oorzaak van G een indeterministisch kansproces P. Stel dat de met P geassocieerde stochast bijvoorbeeld {P(A)=1/3, P(B)=1/3, P(C)=1/3} is.

Nu moet er ontegenzeggelijk 'iets' in de werkelijkheid zijn dat toestand A heeft geselecteerd en zorgdraagt voor het feit dat deeltje D ook daadwerkelijk in toestand A terechtkomt. Deeltje D had immers met dezelfde waarschijnlijkheid ook in toestand B of in toestand C terechtgekomen kunnen zijn. 'Iets' in de werkelijkheid heeft toestand A geselecteerd uit de drie even waarschijnlijke mogelijkheden A, B en C en vervolgens deeltje D ook daadwerkelijk in de geselecteerde toestand A gebracht. Dit 'iets' moet uiteraard gevonden worden binnen het indeterministische kansproces P. Kansproces P is immers de oorzaak van het feit dat deeltje D in toestand A terechtkwam. Laten we dit 'iets' in P eens nader onder de loep nemen. Dit 'iets' in P kan gegeven de oorspronkelijke aanname natuurlijk geen vrije wilsact zijn. Dit 'iets' in P kan ook geen indeterministisch kansproces Q zijn omdat we anders in een oneindige regressie terecht zouden komen. Dit 'iets' in P kan ook geen deterministisch natuurmechanisme zijn omdat de oorzaak van G een indeterministisch kansproces is en dus geen deterministisch natuurmechanisme. Dit 'iets' in P is dus geen vrije wilsact, geen indeterministisch kansproces en ook geen deterministisch natuurmechanisme. Precies omdat dit de enige drie mogelijkheden zijn concluderen we dat er al met al dus helemaal niet 'iets' in P is dat er daadwerkelijk voor zorgt dat gebeurtenis G optreedt ofwel dat deeltje D ook daadwerkelijk in toestand A terechtkomt. We zijn daarom gedwongen te geloven dat er uiteindelijk helemaal niets is dat ervoor zorgt dat deeltje D in toestand A terechtkomt. Dit is inderdaad implausibel. Zoals gezegd moet er 'iets' zijn dat toestand A selecteert en vervolgens deeltje D in toestand A brengt. Het terechtkomen van deeltje D in toestand A in plaats van B of C kan niet een 'magisch wonder' zijn dat zomaar plaatsvindt.

De veronderstelling dat gebeurtenis G is veroorzaakt door een indeterministisch kansproces leidt dus tot implausibele situaties. Het alternatief is dat G is veroorzaakt door een deterministisch natuurmechanisme. Dit alternatief heeft als voordeel dat zij niet tot implausibele resultaten leidt. De deterministische interpretaties van de kwantummechanica zijn daarom inderdaad plausibeler dan de indeterministische interpretaties. We merkten hierboven al op dat de deterministische interpretaties gelijkwaardig zijn aan de indeterministische interpretaties voor wat betreft hun overeenstemming met de waarnemingsgegevens, complexiteit en verklaringskracht. Het is daarom epistemologisch gerechtvaardigd om van het meest plausibele type interpretaties uit te gaan en dus te concluderen dat de kwantumwereld deterministisch in plaats van indeterministisch van aard is.

Aangezien we hebben aangenomen dat er geen sprake is van vrije wilsacten impliceert determinisme op kwantumniveau echter dat het gehele universum deterministisch is. Hieruit volgt dat alle gebeurtenissen in het universum vlak na de oerknal reeds vastlagen. Zo lag bijvoorbeeld de uitslag van de WK finale voetbal in 1998 in Frankrijk al vast vlak na de oerknal. Zelfs het feit dat er ooit een land genaamd Frankrijk zou bestaan en een jaartal genaamd 1998 en dat er in dat jaar in dat land een WK finale voetbal zou worden gehouden lag vlak na de oerknal al vast. Ook het feit dat er ooit sprake zou zijn van een mensheid en een spel dat door hen voetbal genoemd zou gaan worden lag al vast vlak na de oerknal. Deze implicaties zijn dermate absurd dat we de oorspronkelijke aanname dienen te verwerpen. We concluderen daarom dat er weldegelijk sprake is van vrije wilsacten in ons universum. Het zijn tegen de achtergrond van een volledig deterministische kwantumwereld uiteindelijk de vrije wilsacten op macroniveau die voorkomen dat de hele menselijke geschiedenis al vlak na de oerknal tot in het allerkleinste detail vastlag.