Kants categorisch imperatief leert dat wij zo dienen te handelen dat we een ander mens nooit louter als middel gebruiken, maar tegelijkertijd ook altijd als doel. Wat dit imperatief tot uitdrukking brengt is dat een mens, als persoon, een waardigheid heeft die in absolute zin verschilt van die van een ding. Een mens is een iemand, een bewust vrij en autonoom individu, en heeft daarom een waardigheid waaraan geen enkel onbewust levenloos iets kan tippen. Sommige typen van entiteiten (bijvoorbeeld mensen) bezitten dus een waarde die andere typen van entiteiten (zoals voorwerpen) ontberen. Maar dan lijkt het niet onredelijk om te veronderstellen dat meer in het algemeen uiteindelijk elk type van entiteiten een bepaalde waarde heeft die gelijk is aan, of juist verschilt van, de waarde van andere typen entiteiten. Zo komen we tot het postulaat van een waardeorde waarin elk type van entiteiten gepositioneerd kan worden. Deze waardeorde kan niet anders dan transitief zijn. Indien bijvoorbeeld een kunstwerk een hogere waarde bezit dan, zeg, een watermolecuul, en bovendien een kunstenaar een hogere waarde heeft dan een kunstwerk, dan is het redelijk om te concluderen dat een kunstenaar ook een hogere waarde bezit dan een watermolecuul.
Nu heb ik reeds vaker betoogd dat het op z'n minst plausibel is om te veronderstellen dat de werkelijkheid uiteindelijk teruggaat op een allerlaatste oorsprong, een ultieme grond, welke we de arche van de wereld kunnen noemen. De arche heeft ontologisch gezien het primaat boven al het andere bestaande. Zij is immers de directe dan wel indirecte oorzaak van al wat is. Al het zijnde is uiteindelijk uit de arche voortgekomen. Zonder de arche zou helemaal niets geworden zijn.
De vraag die zich nu opdringt is waar in de waardeorde deze arche, deze onvoorwaardelijke bron van al het zijnde, geplaatst zou moeten worden. Het lijkt verdedigbaar dat deze arche, dit eerste beginsel van alles, een waarde heeft die in elk geval niet lager is dan de waarde van ieder mens. Maar dan, precies omdat de mens een waardigheid heeft die boven die van alle levenloze objecten uitgaat, volgt uit de transitiviteit van genoemde orde dat de arche geen onpersoonlijk voorwerp of onpersoonlijk fluïdum kan zijn. De arche moet derhalve persoonskenmerken ofwel subjectkarakter bezitten. Zij is derhalve geen iets, maar een iemand.
Posts tonen met het label voorwerp. Alle posts tonen
Posts tonen met het label voorwerp. Alle posts tonen
vrijdag 25 november 2011
Iemandisme
Labels:
arche,
categorisch imperatief,
ding,
Kant,
object,
subject,
voorwerp,
waardeorde,
waardigheid
Abonneren op:
Posts (Atom)