zondag 4 mei 2014

Wat is La Grande Bellezza?

"Zo eindigt het altijd. Met de dood. Eerst was er het leven. Verborgen onder bla. bla. bla. bla. bla. Alles ligt bezonken onder het gekwebbel en het lawaai. De stilte en het sentiment. De emotie en de angst. De bij vlagen luttele sprankjes van schoonheid. En dan de akelige naargeestigheid en miserabele mensheid. Alles bedekt onder de deken van onbehagen over het zijn in de wereld. Bla. bla. bla. bla. bla. Elders is het elders. Ik hou me niet bezig met het elders. Dus. Moge deze roman beginnen. Tenslotte is het maar een truc. Ja. Het is maar een truc."

Met deze monoloog van de 65 jarige hoofdrolspeler Jep Gambardella, kunstjournalist en ooit een veelbelovend schrijver, eindigt de film La Grande Bellezza. Volgens hem is alles bedekt door zinloos gebabbel, sentimentele gevoelens en sprankjes van schoonheid. Het is dan ook niet zo vreemd dat hij, naar eigen zeggen, nooit tot dit 'alles', tot de grote schoonheid zelf, is doorgedrongen. Maar wat is dan die grote schoonheid? Ze staat blijkbaar niet aan de kant van het gekwebbel en het lawaai. Deze worden in de film belichaamd door de holle pretenties van het mondaine leven en haar oppervlakkige lege nachtleven. Jep spreekt er eerder in de film over als 'het niets'.

De grote schoonheid mag blijkbaar ook niet worden geïdentificeerd met de bij vlagen luttelijke sprankjes van schoonheid. Ook deze bedekken haar nog. Hoewel ze er in zekere zin een prefiguratie van zijn, stellen ze haar nog niet present. Deze sprankjes van schoonheid lichten op in de prachtige kunst en architectuur van de eeuwige stad, die in de film schitterend in beeld wordt gebracht. Maar eigenlijker en intenser doen ze zich voor aan bijvoorbeeld het begin van de film, wanneer Jep vanaf zijn dakterras neerkijkt op enkele nonnen en spelende kinderen in de tuin onder zijn appartement. Het is dit onschuldige tafereel dat hem zichtbaar raakt, en hem de leegte en oppervlakkigheid van zijn mondaine leven doet beseffen.

De in het laatste gedeelte van de film ten tonele verschijnende 104 jaar oude missiezuster Maria staat overduidelijk niet aan de kant van het gekwebbel en het lawaai. Ze zegt bijna niets, en de enkele keer dat ze spreekt, getuigt ze van een grote spirituele kracht. Wanneer haar tijdens een diner bij Jep thuis door de aanwezigen wordt gevraagd om eindelijk iets te zeggen, antwoordt ze: "Ik heb de gelofte van armoede afgelegd. Over armoede moet je niet praten, daar moet je in leven." Zo belichaamt zij de spirituele diepgang die de eveneens bij het diner aanwezige kardinaal Bellucci overduidelijk mist.

Het is juist de zwijgzame zuster Maria die we zien wanneer Jep bovengenoemde monoloog uitspreekt. We zien haar de heilige trappen van de Scala Santa bestijgen om met Christus verenigd te raken. Het om haar hals hangende houten kruis dat op de trapstenen tikt wordt hierbij door regisseur Paolo Sorrentino nadrukkelijk in beeld gebracht. De spirituele diepgang van Maria verwijst uiteindelijk naar de door Jep gezochte grote schoonheid. De grote schoonheid is de door Maria gesymboliseerde innerlijke spirituele waarachtigheid die bedekt wordt onder het uitwendige pretentieuze gebabbel en het menselijke onbehagen over het zijn in de wereld.

La grande bellezza is de uiteindelijke innerlijke spirituele waarheid over de wereld waarnaar Jep altijd verlangd heeft, zoals blijkt uit zijn teleurstelling in zijn oppervlakkige uitwendige mondaine leven, zijn gevoeligheid voor sprankjes van schoonheid, en zijn onbeantwoordde oprechte existentiële vragen aan kardinaal Bellucci.

3 opmerkingen:

Roos zei

Bij het Ave Maria, gratia plena,
Dominus tecum,
is armoede wel het laatste waar ik aan wil denken.
Wie wil er nu leven in spirituele diepgang, ik niet,
ik leef liever in de bubbels, vol van zijn genade.
Het woord armoede heeft in het christendom wat mij betreft een wrange nasmaak.
'Eenvoud', vind ik zelf een mooier woord, daar passen dan ook weer mooi mijn bubbels in.

Emanuel Rutten zei

Beste Roos,

Je vindt 'eenvoud' een mooier woord. Welnu, dan moet je echt even (de laatste alinea van) het tweede deel lezen: http://goo.gl/8a9Za5 ;-)

Groet,
Emanuel

Anoniem zei


Punt van eenvoud is gemaakt, ga ik wel voor simpel. Ware het niet dat mijn reactie op de schop gaat. Het is niet meer helemaal waar ik achter sta.
Ik las bij Plato weer eens van Poros en Penia en verviel weer in mijn oude kwaal dat ik toch steeds weer als een blok voor de man val. Poros als de overvloed en Penia als de armoede of meer leegheid, het vrouwelijke aspect van het ontvankelijke. Dat kan te vinden zijn bij de nonnetjes aan het begin van de film maar wat denken die nonnetjes daar, zat ik maar weer lekker thuis te bidden of was ik toch maar met Sjaak verder gegaan dan waren die kinderen van mij. Het zit gewoon niet in de film. Ja, je kan het erin stoppen op de momenten die je zelf verkiest maar je kunt ook Plato lezen, krijg je Eroos er gratis bij.
Roos