vrijdag 10 mei 2013

Transcendentale kritiek

"Wat is [wijsgerige] kritiek? [...] Waarachtige kritiek is uit op contact en communicatie en dan ook op confrontatie. [...] Onder reformatorische wijsgeren heeft vooral Dooyeweerd zich moeite gegeven [...] een methode van kritiek te ontwikkelen en te gebruiken. Die methode noemt hij 'transcendentale kritiek'. Wat is daaronder te verstaan? Om dat enigszins begrijpelijk te maken, dient deze methode eerst afgegrensd te worden van wat wel 'transcendente kritiek' wordt genoemd. In deze laatste vorm van kritiek wordt een filosoof of een filosofie vanuit een extern perspectief benaderd, gewogen en eventueel te licht bevonden. Stel u ontmoet iemand die, net als Ludwig Feuerback, beweert dat de mens 'is wat hij eet', juist op het moment dat u onderweg bent naar een concert. In zo'n geval zit er weinig anders op dan haastig te mompelen dat u dat wel een erg platte gedachte vindt en dat de mens 'nog wel wat méér is dan dat'. Op zo'n moment zegt u iets dat ongetwijfeld waar is. Maar uit wijsgerig oogpunt is zo'n gemompel uiteraard waardeloos. Waarom? Omdat u zich niet in het perspectief van de passant heeft ingeleefd, u heeft de clou van zijn gedachten verworpen zonder de plot te kennen. En dat is, wanneer zo'n benadering in de filosofie wordt toegepast, in de kern het wezen van de transcendente kritiek. Zo'n kritiek is onvruchtbaar en leidt tot niets, omdat het niet tot innerlijk contact leidt, niet tot intensieve confrontatie. Kritiek en het gekritiseerde zijn in zo'n geval 'ships that pass in the night'. In zijn transcendentale kritiek daarentegen, wil Dooyeweerd zo ver mogelijk meegaan in het binnen-perspectief van de desbetreffende filosoof of filosofie en doordringen tot het diepste uitgangspunt of het gehele denken in beweging zettende motief, om vervolgens de vinger te leggen op geconstateerde zwakke plekken, problemen, spanningen of dubbelzinnigheden. Deze kritiek heet 'transcendentaal'."

René van Woudenberg, Gelovend denken (Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 2004), pp. 57-58

1 opmerking:

Theo Smit zei

Beste Emanuel,

Mooie gedachte, maar weer van die moeilijke woorden, om te beginnen. De filosoof wil communiceren, maar met wie eigenlijk? Je inleven in de ander is een sine qua nothing else in het leven. Elke auto-verkoper doet dat ook. Op filosofisch niveau moet je de ander ook nog kunnen 'volgen' in zijn denktrant. Wie buigt hoever naar wie, de leraar of de leerling? Tja, ik meen dat ik jouw binnen-perspectief redelijk kan volgen, en kan waarderen, in de grotere penseelstreken gezien, als mens.

(Dus ik 'kijk' als een soort wetenschapper naar een wiskundig opgeleid, gelovig filosoof, met een soort loepzuiver redeneervermogen, dat het mijne verre te boven gaat als het om de logica op zichzelf gaat, die de N=1 mens (zichzelf) als 'uitgangspunt' durft te nemen.)

(Zag je stuk over levensbeschouwing op Forum C net ook nog. Ja, dat stel je correct volgens mij, waar je gebiedt dat de wetenschappelijke inzichten 'compatibel' moeten zijn met de levensbeschouwing. (En de wetenschappelijke inzichten zijn per definitie ook van tijdelijke aard.)

Maar filosofen als jij zijn ook 'meesters' in het coherent kunnen houden van een eigen 'levensbeschouwing'. Maar daar is dan 'eigenlijk' weer niks (on)logisch aan.

Stel dat je persoonlijke ervaringen 'serieus' neemt (je punten j en k als ik me goed herinner) dan moet je ook nog wiskundige zijn om te begrijpen dat 'jouw droom' een deeltje is van een verzameling van de dromen van de populatie, stel dat we die beperken tot de mensen die nog meestal Nederlands spreken (of Fries of Vlaams of Zuid-Afrikaans). Als één procent van de mensheid dat werkelijk beseft, meer zal het niet zijn, vrees ik, dan kan je bijna niet meer anders dan denken dat filosofen het hebben over een 'gedroomde werkelijkheid' die zij via hun denkkracht willen zien, maar nooit verschijnt, want de technici hebben intussen al lang de wereld in al haar essenties veranderd.

En toch snap ik een hoop van je binnen-perspectief, hoop ik. Het atheïsme heeft ook plichten. Het agnosticisme voorlopig niet, buiten vrijwilligerswerk, omdat lijden hoe dan ook ondraaglijk is, zelfs voor olifanten in porseleinkasten van 'motiveringen'. Als ik de charme en blauwe kledij van Koningin Maxima had zou ik zeggen: er bestaat geen 'mens', buiten het hoofd van de filosoof.

Uw agnostische zeurpiet.