zaterdag 28 juli 2012

Een disjunctief syllogisme

In deze bijdrage vragen wij naar de wereldgrond. Dat er een wereldgrond moet zijn lijkt evident, al was het maar als transcendentale conditie van ons denken. Er moet redelijkerwijs uiteindelijk een metaphysical ultimate zijn, iets waarop alles wat bestaat in laatste instantie teruggaat. Maar wat is haar aard? Is de wereldgrond een onbewust levenloos object of een bewust, al dan niet vrij, subject? Ik werk hieronder beknopt een disjunctief syllogisme uit met als conclusie dat de wereldgrond een noodzakelijk bestaand, bewust en vrij subject moet zijn welke op grond van een vrije wilsact de wereld voortbracht.

Stap 1 In ieder geval is de oorsprong van de wereld niet ‘niets’. Immers, ex nihilo nihil fit, uit ‘niets’ kan niet iets voortkomen.

Stap 2 De grond van de wereld kan ook geen abstract object zijn. Abstracte objecten, zoals getallen of proposities, zijn immers causaal inert. Zij kunnen eenvoudigweg niets concreets veroorzaken.

Stap 3 De oorsprong van de wereld moet dus een concrete entiteit omvatten. Is de wereldgrond dan wellicht een noodzakelijk bestaande concrete entiteit dat op grond van noodzakelijke wetmatigheden de wereld noodzakelijkerwijs voortbrengt? In dat geval zou de kosmos zelf ook noodzakelijk moeten zijn. De kosmos is echter evident contingent omdat zij uit totaal andere soorten deeltjes met volstrekt andere eigenschappen had kunnen bestaan. Deze derde mogelijkheid valt dus ook af.

Stap 4 Is de oorsprong van de wereld dan misschien een noodzakelijk bestaande concrete entiteit dat op grond van contingente wetten de wereld veroorzaakt? Dit is echter evenmin mogelijk omdat wetten die supervenieren op één of meerdere noodzakelijk bestaande concrete entiteiten zelf ook noodzakelijk zijn en dus helemaal niet contingent kunnen zijn.

Stap 5 Is de oorsprong van de wereld dan wellicht een contingente of noodzakelijk bestaande concrete entiteit dat op grond van bruut toeval de wereld veroorzaakt? Ook dit is niet mogelijk. Volgens het beginsel van voldoende reden moet er namelijk een verklaring zijn voor het veroorzaken van de wereld door de wereldgrond. Deze verklaring kan alleen in de wereldgrond zelf liggen omdat de wereldgrond niet de grond van de wereld kan zijn wanneer deze verklaring buiten de wereldgrond zelf gezocht zou moeten worden. De wereldgrond dient als ultieme grond van de wereld dus zelfverklarend te zijn. Maar dan valt bruut toeval af. Bruut toeval is namelijk niet zelfverklarend. Bovendien kan uitvoerig betoogd worden dat bruut toeval geen werkelijk bestaand aspect van de werkelijkheid is. Wat wij toeval noemen wordt slechts veroorzaakt door onze beperkte epistemische vermogens. Zo is het bijvoorbeeld in beginsel mogelijk om precies uit te rekenen op welke kant een geworpen dobbelsteen terecht komt indien we vooraf exact weten wat de windsnelheid is, de hoogte van de dobbelsteen boven de grond, de hoek van wegwerpen, de beginsnelheid van de dobbelsteen, etc. Van bruut toeval in objectieve zin is dus helemaal geen sprake. En we kunnen laten zien dat precies hetzelfde kan gelden voor de wiskundige vergelijkingen van de kwantummechanica.

Stap 6 Is de oorsprong van de wereld dan mogelijkerwijs een contingente concrete entiteit dat op grond van contingente wetten de kosmos veroorzaakt? Nee, ook dit kan niet het geval zijn. Contingente wetten zijn als mathematische wetenschappelijke beschrijvingen van specifieke regelmatigheden, samen met arbitraire beginvoorwaarden, namelijk evenmin zelfverklarend. Deze specifieke wetmatigheden en initiële condities hadden immers volstrekt anders kunnen zijn.

Stap 7 De enige optie voor de wereldgrond die overblijft is dan dat een contingente of noodzakelijk bestaande entiteit op grond van een vrije wilsact de wereld voortbrengt. Een vrije wilsact is namelijk, wanneer we uitgaan van Libertarianism, zelfverklarend. Nu is echter een contingente concrete entiteit zelf niet zelfverklarend. De entiteit in kwestie had er immers niet hoeven zijn. We concluderen dus dat de wereldgrond een noodzakelijk bestaande entiteit moet zijn welke de wereld voortbracht op grond van een vrije wilsact.

Stap 8 De grond van de wereld is dus een noodzakelijk bestaand en vrij subject. Nu verondersteld vrijheid bewustzijn. Een onbewust subject kan niet vrij zijn. De wereldgrond is dus een noodzakelijk bestaand, bewust en vrij subject. Maar dat is wat wij allen God noemen, zou Thomas van Aquino terecht zeggen.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Beste Emanuel,

Het is mij nog niet duidelijk. Je schrijft:
Stap 2 De grond van de wereld kan ook geen abstract object zijn. Abstracte objecten, zoals getallen of proposities, zijn immers causaal inert. Zij kunnen eenvoudigweg niets concreets veroorzaken.
Stap 3 De oorsprong van de wereld moet dus een concrete entiteit omvatten.
Stap 7 De enige optie voor de wereldgrond die overblijft is dan dat een contingente of noodzakelijk bestaande entiteit op grond van een vrije wilsact de wereld voortbrengt.

Ik moest 'concreet' even googelen. Het is een woord dat ik wel gebruik, maar wat zeg ik er dan helemaal mee? Als jij concreet schrijft, bedoel je tastbaar, zichtbaar, materieel? Verwacht jij dat God tastbaar, zichtbaar of materieel is? En hoe concreet is haar vrije wilsact die de wereld heeft voortgebracht dan? Ik vind al een antwoord tussen eerdere commentaren.

Je schrijf op 13 juni 2012 23:54:
[…] Met 'persoon' bedoel ik een zelfbewust kensubject. Het mag duidelijk zijn dat de persoonlijke eerste oorzaak van de wereld geen mens is. Het gaat hier om een immateriële persoonlijke zijnsgrond. En dat is wat wij allen God noemen, zou Thomas van Aquino terecht zeggen.

Verderop in de commentaren zeg je op 25 juni 2012 16:50:
God maakt immers deel uit van de wereld als God bestaat.

Dus de grond van de wereld kan geen abstract object zijn, en je komt tot de conclusie dat het een concrete entiteit is die met vrije wilsact (die niet concreet is) de wereld voortbrengt.
Elders las ik, ik kan het helaas niet terugvinden, dat de oorzaak van ruimte en tijd zelf niet in ruimte en tijd kan bestaan. Helaas kan ik je dus niet precies citeren hier. Het duizelt mij, Emanuel. Abstracte zaken kunnen niets concreets veroorzaken zeg je. De concrete entiteit is immaterieel en bevindt zich niet in ruimte en tijd en begint pas met veroorzaken wanneer zij een (niet concrete) vrije wils act ...eh doet. heeft. Maar maakt wel deel uit van dat wat zij veroorzaakt heeft.

Overigens van harte met het afronden van je werk.

Met vriendelijke groeten,
Petra

Emanuel Rutten zei

Beste Valere,

Ik heb jouw reactie verwijderd. Ik adviseer je om een eigen blog te beginnen. Mijn blog is niet bedoeld voor het plaatsen van allerlei ongerelateerde gedachten.

Groet,
Emanuel