dinsdag 31 december 2024

Ware kunst

Welke waarheidsnotie is uitgaande van mijn waarheidsanalyse in Het Retorische Weten II (2021), maar zie ook hier, in het geding wanneer wij een kunstwerk dat geen stand van zaken of feit afbeeldt waar noemen? Het gaat uiteraard niet om feitelijke epistemische waarheid oftewel om een uitdrukking van zijnden. Het betreft ófwel niet-feitelijke epistemische waarheid oftewel een uitdrukking van het (zin- of stemmingsgehalte van het) zijn, ófwel niet-epistemische waarheid op het niveau van het ethos dan wel op het niveau van het pathos. Heidegger zou, gelet op zijn denken over kunst en waarheid in De oorsprong van het kunstwerk (1950), zich waarschijnlijk het meest thuisvoelen bij de eerste mogelijkheid. Een waar kunstwerk betreft volgens Heidegger namelijk een uitdrukking van het zijn omdat het de waarheid van het zijn toont door te zijn zoals het zijn zelf is: een tegenspel van lichting en verberging in de strijd van het openende van wereld en het bewarende van aarde. Betreft echter de tweede mogelijkheid, niet-epistemische waarheid op het niveau van het ethos dan wel het pathos, een aanvullende notie van waarheid die in het werk van Heidegger als zodanig niet voorkomt? Dit lijkt mij wel. Toen ik in Het Retorische Weten II het begrip niet-epistemische waarheid introduceerde, was dat achteraf beschouwd een gevolg van het ervaren van een ademnood. Een nood die alleen geledigd kon worden door een niet-epistemisch begrip van waarheid te overwegen dat niet alleen het klassieke epistemische waarheidsbegrip als correspondentie met standen van zaken, maar eveneens Heideggers uiteindelijk ook epistemisch begrip van waarheid, namelijk waarheid als ontologisch zijnsverstaan, overstijgt.

Geen opmerkingen: