zondag 3 maart 2013

Niet-wetenschappelijk kennen

"Analyseren is dus, het spreekt bijna vanzelf, een menselijke activiteit, in Vollenhovens termen: het is een functie van de mens. In deze laatste uitdrukking zit overigens een forse kritiek verpakt op al die filosofieën waarin het logische denken als het centrum of de kern van het mens-zijn wordt opgevat [...]. Vollenhoven verdedigt de stelling dat het logische denken een functie is náást andere functies, zoals ondermeer spreken, omgaan met mensen, iets kopen, esthetische beleving en geloven. Eigenlijk is Vollenhoven nog genuanceerder als hij zegt dat kennen veel rijker is dan het logische kennen hoewel het logische in ieder kennen een moment is [...]. Nu maakt Vollenhoven, net als Dooyeweerd, een onderscheid tussen niet-wetenschappelijk en wetenschappelijk kennen en dus ook tussen tweeërlei wijze van onderscheiden. Vollenhovens voorbeeld van het eerste is het waarnemen van een brievenweger. Bij zulk een waarnemen onderscheid ik deze van zijn omgeving, van de tafel waarop hij staat en van de achtergrond tegen welke ik hem zie. Maar dit waarnemen is niet wetenschappelijk, ik onderscheid de analytische activiteit zelf niet van bijvoorbeeld mijn emotioneel reageren op dat ding (dat ik wellicht van een dierbare vriendin heb gekregen). Het wetenschappelijk kennen daarentegen maakt hier stricte onderscheidingen en daarom spreken we ook van biologie, psychologie, sociologie, etc. Vollenhoven zegt dus dat niet alle kennen theoretisch van aard is. 'Kennen' mag niet vereenzelvigd worden met het voltrekken van theoretische denkacten. Daarom zegt Mekkes dat men onderscheid moet maken tussen 'kennen' en 'denken'. Vele dingen 'kennen' we zonder dat daar 'denken' aan te pas komt. Niet alle 'kennis' is product van 'denken'. In Mekkes' eigen woorden: '...op een elementaire vraag betreffende het kennen van de liefde, van het recht, van de schoonheid, (kan) niet anders worden geantwoord dan: door deze alle te beleven; en voorts zeer concreet: door de geliefde lief te hebben, een rechtsverhouding hetzij onder schade of winst tot klaarheid te brengen, door schoonheid op niet verder definieerbare wijze beroerd te zijn'.(*)

(*) J.P.A. Mekkes, Radix, tijd en kennen. Proeve ener critiek van de belevingssubjectiviteit, Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 1971, p. 142. Ook schrijft hij: 'Denken is een facet, kennen het innerlijk der structuren.' 'Kennen' is niet, zoals 'denken', een tendentie (of vermogen) naast 'willen' en 'verbeelden' (p. 143)."

van Woudenberg, R., Gelovend denken, Buijten & Schipperheijn Motief, Amsterdam 2004, pp. 88-89

5 opmerkingen:

Luc_ et Ivon zei

Doet me denken aan Jung: Spirit began to degenerate into intellect; http://goo.gl/FtGLE

A. Atsou-Pier zei

@ Lucas Blijdschap

Van Vollenhoven (D. H. Th.) was zwaar gereformeerd, en hij was een van de grondleggers van de reformatorische wijsbegeerte. Ik denk niet dat hij zich had kunnen vinden in Jung of in yin en yang. Ze hadden heel verschillende ideeën over wat men onder de menselijke geest verstaat, vermoed ik.

Luc_ et Ivon zei

Mevrouw, het is mijn een genoegen u weer eens tegen te komen in de blogosfeer, dat was te lang geleden. Ik wil op uw gezag graag aannemen dat Vollenhoven (zonder 'van') misschien niet zo van yin en yang en Jung gecharmeerd zou zijn geweest maar dat kan me eigenlijk niet zoveel schelen. Des te opmerkelijker zou je zeggen is zo'n overeenkomstige gedachtegang. U lijkt altijd te denken dat je pas van iemand kun houden als je het voor honderdtien procent met hem eens bent. U laat daarmee pareltjes liggen die zo voor het oprapen zijn en waar u uw eigen filosofische kralensnoer van kunt rijgen.

Luc_ et Ivon zei

PS meer over Vollenhoven en Jung op http://www.members.shaw.ca/jgfriesen/Notes/VollenhovenNotes.html

A. Atsou-Pier zei

Beste heer Blijdschap,

Mijn filosofische parelsnoer bevat alleen maar echte parels.Jung hoort daar uitdrukkelijk niet bij, die is op zijn best een namaakparel.