vrijdag 2 maart 2012

Aesthetical argument for the existence of God

In the third and final part of my philosophical project I intend to develop a new aesthetical argument for the existence of God. Here God is understood as the ultimate personal ground of reality. The argument's structure is presented below. It is not difficult to verify that the conclusion that God exists indeed follows logically from the premises. I shall start working on a detailed justification of each of these premises shortly after I have received my PhD in June this year.

1. The sublime experience is a well-established type of experience (premise)

2. There is a phenomenologically maximally adequate account of each well-established type of experience (premise)

3. There is a phenomenologically maximally adequate account of the sublime experience (from 1, 2)

4. If there is a phenomenologically maximally adequate account of the sublime experience, then that account is the experience of God (premise)

5. The phenomenologically maximally adequate account of the sublime experience is the experience of God (from 3, 4)

6. For any well-established type of experience, in the absence of defeaters, the phenomenologically maximally adequate account of that type of experience is veridical (premise)

7. In the absence of defeaters, the phenomenologically maximally adequate account of the sublime experience is veridical (from 1, 6)

8. There are no defeaters in the case of the sublime experience (premise)

9. The phenomenologically maximally adequate account of the sublime experience is veridical (from 7, 8)

10. The experience of God is veridical (from 5, 9)

11. God exists (from 10)

8 opmerkingen:

Theo Smit zei

RBeste Emanuël,

Op de eerste plaats: succes gewenst met de afronding van je deel 2 (eerste grond, in de wereld-voor-ons*), het proefschrift. Daarmee gelukkig ook wat tijd voor voorbereiding voor je lezers voor deel 3. (Vier keer voor, nou ja, en ik heb nummer 1 van je persoonlijke 'belijdenis' op je site intussen ook 'ineens toevallig' gezien, dus aan die foei-lelijkheid van vier keer voor in één zin op een blog besteed ik verder dan ook maar geen aandacht meer: een nadenkende aap is altijd vergevingsgezind, ook fenomenologisch als 'beeld' gezien. Jans Nadenkende Aap. En zelfs Kaspar Friedrich (toch?) staart bij jou Romantisch in de Leegte over de heuvels.

[[[* "De inzet in deel II is om te laten zien dat wanneer wij als mensen het onlosmakelijk met ons verbonden menselijke redevermogen
benutten uiteindelijk niet anders kunnen dan concluderen dat de wereld één unieke oorsprong
heeft. De wereld waarover we het in deel II hebben betreft dan wel de wereld voor ons ofwel de
door ons als mens waargenomen en gedachte werkelijkheid."]]]

Op de tweede plaats: op filosofieblog zie ik hoe het er aan toe kan gaan met plotseling verschijnende fietsen, en discussies daarover. Ik kan de argumentatiestructuur (en tussendoor het vrijwel onvermijdelijke meta-gesprek: hoe er gediscussieerd moet worden, welke bronnen, ook qua university ivm eventuele 'bias' en zogenaamde of echte argumenten ad hominem et cetera) ongeveer volgen, maar voor 'overtuigingen', laat staan 'beslissend gerechtvaardigde' is nogal wat nodig in het leven! (Waarom komen sommige snurkhazen daar nou kennelijk nooit aan toe? Te dom, zoals ik? Zie ook jouw wel heel eigenwijze definitie van intelligentie in 34 overwegingen. Maar goed, daar moet je met psychologen maar over discussiëren vanaf Binet-Simon.)

Ik zou me er niet mee durven bemoeien (logici en wiskundigen onder elkaar die ook nog heel snel van de schrijf-riem zijn gesneden) en kom niet verder dan de ene keer te denken: ja aliaspg heeft misschien toch wel gelijk en dan weer Rutten, ad infinitum, maar ja da's JC-achtig logisch (op een dagelijks betekenis/ zingeving zoekende manier in wat allerlei denkers aandragen).

(Dacht wel even: is het nou nodig om een fiets als equivalent aan een universum te toveren in een argument: zijn er niet nog andere mogelijkheden om het punt aan te kaarten? , maar goed jij bent de argument-denker.)

(Dacht ook: waar is onze DLT in deze 'conversatie' met jou, je echte vakgenoot, maar die heb ik intussen gepolst op zijn eigen blog mbt tot je (dit) deel 3, en hij is het al fundamenteel (oh nee, dat woord mag misschien niet wegens huidige connotaties) met jouw epistemologie (deel 1) oneens.) Tja. Dus nog even wachten.

(Vervolg zo nog even.)

Theo Smit zei

Ten derde geef je hier aan hoe de basisstructuur wordt van je deel 3. Klinkt misschien gek, maar dat interesseert me ook het meest van je hele project. Maar de voorwaarden richting mijn kant blijven vrees ik hetzelfde als bij de vraag of het universum een eeuwig verleden heeft (quod non volgens jouw beste weten cq inzicht, op de achtergrond gesteund door de 't Hooft gedachten over 'causaliteit'): je moet op zijn minst de basisregels van de analytische filosofie eigenlijk wel beheersen. (Op een beetje van vroeger na, doe ik dat natuurlijk niet echt. Maar ik vraag me tegelijk ook af in hoeverre het echt van belang zal zijn bij dit 'ervarings'argument: mijn boerenverstand werkt in elk geval nog redelijk up to date.)

Ten vierde: je hebt dit argument in elf stappen in het Engels gesteld. Ik neem de vrijheid in het Nederlands te reageren, if hoe dan ook nog, want ik moet nog maar durven.

Ten vijfde. Ik begrijp dat ik eerst alles wat je al schreef over Longinus, Burke en Kant (en misschien Bataille en Schleiermacher) moet (her)lezen.

Ten zesde, mag ik deel 1 en 2 als een soort 'grote' premissen opvatten voor deel 3, of kan het uiteindelijk ook 'onafhankelijk' daarvan gezien worden?

Ten zevende, en dat is het belangrijkste voor het 'verstandelijke deel' van de toch nog betrekkelijk 'werkende' neuronen: hoe moet ik me verder voorbereiden op begrippen als: well-established type of experience, = nog los van wat experience op zich is = phenomenologically maximally adequate account, en 4. If there is a phenomenologically maximally adequate account of the sublime experience, then that account is the experience of God (premise).

(God, dus nog wel steeds, de Eerste Grond, een Iemand met wie een persoonlijke relatie mogelijk is. Mag ik daarbij wel aannemen!?)

Het woord * veridical *. (Waar of waarachtig, enzovoort). Mevrouw Atsou-Pier heeft een speciaal onderzoek naar dat woord ongetwijfeld in petto (denk ik), althans ik meen me te herinneren dat ze daar al een keer achteraan zat. Wat zegt dat woord?

Tenslotte, ben ook gewoon benieuwd hoe nu de sublieme en nu eens niet de mystieke ervaring een 'poort' zou kunnen zijn naar (de door jou dus tenminste enigermate gedefinieerde) God.

Uw 'argumentatiekunde' daarbij bij voorbaat vrezend, Emanuël. Die naam klinkt Bijbels, en daar moeten je ouders ooit een 'bewuste bedoeling' mee gehad hebben. Ik denk dat je ze zeker geen oneer aan wilt doen, los van de verdere inhoud. ;-)(Ook dat hoort nog bij de common sense.)

(Trouwens heel verbazingwekkend: je schrijft structureel soms nog steeds iets als 'je bedoeld' in plaats van 'je bedoelt', terwijl dat taal-regeltje nou net het simpelste is dat er is.)

Vriendelijke groet, Theo.

P.S. Het kon eigenlijk ook heel kort: wat moet(en) ik (en anderen) per se lezen en snappen om je later te begrijpen in dit derde deel van je gedachten?

A. Atsou-Pier zei

Beste heer Rutten,

Die well established types of experience van premisse 1, betreft dat alleen William James ? Of ook andere beschrijvingen van religieuze gebeurtenissen ?

Veridical. Eindelijk eens iemand die het woord volstrekt ondubbelzinnig gebruikt. Hier kan het niet anders betekenen dan numineuze enz. ervaring = Godservaring. Hier rijst wel een theologisch probleempje, want nergens in de Bijbel wordt gesuggereerd dat de gelovige in dit leven God zou kunnen zien.

Emanuel Rutten zei

Beste Theo,

Je stelt een zeer groot aantal vragen tegelijkertijd. Waar moet ik in hemelsnaam beginnen? Zoveel tijd heb ik niet. Voorstel, stuur me één vraag waar je zowieso antwoord op wilt hebben, dan zal ik die vraag beantwoorden!

Groet,
Emanuel

Emanuel Rutten zei

Beste A. Atsou-Pier,

Het gaat mij expliciet om wat men in de esthetica de ervaring van het sublieme of de ervaring van het verhevene noemt. Wijsgerige fenomenologische duidingen van deze esthetische ervaring zijn onder andere ontwikkeld door Longinus, Burke, Kant en Lyotard. In het derde en laatste deel van mijn project wil ik laten zien dat de esthetische ervaring van het verhevene in feite een ervaring betreft van het plotseling voor heel even relationeel betrokken zijn op de goddelijke oorsprong van de werkelijkheid. Uiteindelijk, zo wil ik laten zien, is de ervaring van het sublieme een religieuze ervaring, ja zelfs een waarachtige religieuze ervaring. Deze conclusie vormt het sluitstuk en niet het begin van het derde deel van mijn project. Wij kunnen er immers niet zomaar op voorhand vanuit gaan dat de sublieme ervaring een religieuze ervaring is, laat staan een waarachtige religieuze ervaring. Betogen dat dit inderdaad het geval is vereist veel werk, en daar zal ik dus rond juni dit jaar een begin mee maken. Ik heb echter al eerder een tipje van de sluier opgelicht. Zie bijvoorbeeld http://bit.ly/h4j7z5 en vooral http://bit.ly/uKiK1Y

Groet,
Emanuel

Theo Smit zei

Ja, Emanuël, ik verwacht ook niet een reactie op al die punten, hoor, maar de 'aankondiging' staarde me al een paar dagen aan, en ik probeerde alvast (hardop) op een rij te zetten, wat er dan mogelijk van belang is, als je na juni, een en ander stap voor stap gaat uitwerken. Onder meer de verwijzingen naar je eigen stukken (Longinus, enzovoort) zoals je die nu aan ook mevrouw Atsou aangeeft. Dus we kunnen verder rustig wachten tot na juni. En voor nu, zelf aan een weekje 'vakantie' toe.

A. Atsou-Pier zei

Ik vrees dat het mij teveel filosofie over filosofie wordt, ik zie liever eerst iets empirisch. Maar ik ben benieuwd.

Emanuel Rutten zei

Beste A. Atsou-Pier,

Hervonden heb ik haar.
Wat? De eeuwigheid.
Het is de zee
Samen met de zon.

Rimbaud

Groet,
Emanuel