"Vanaf het begin van mijn verblijf had ik de gewoonte aangenomen om dagelijks naar de Chapelle Notre-Dame te gaan en een paar minuten voor de zwarte Madonna te zitten - dezelfde die al duizend jaar de inspiratie voor zo veel bedevaarten had gevormd, en waarvoor zo veel heiligen en koningen waren neergeknield. Het was een vreemd beeld, dat getuigde van een volledig verdwenen wereld. De Madonna zat kaarsrecht; haar gezicht met gesloten ogen, zo ver weg dat het buitenaards leek, was gekroond met een diadeem. Het kindje Jezus - dat er eerlijk gezegd totaal niet uitzag als een kind, eerder als een volwassene of zelfs een oude man - zat eveneens kaarsrecht op haar knieen; het had eveneens gesloten ogen, en op zijn scherpe, wijze, krachtige gezicht rustte eveneens een kroon. Er school geen tederheid, geen moederlijke overgave in hun houding. Niet het kindje Jezus was hier verbeeld, maar, nu al, de koning der wereld. Zijn sereniteit, de indruk van spirituele macht, van onaantastbare kracht die hij uitstraalde waren haast angstaanjagend. Die bovenmenselijke voorstelling was het volstrekte tegendeel van de gemartelde, lijdende Christus die Matthias Grünewald had verbeeld en die zo'n indruk op Huysmans had gemaakt. De middeleeuwen van Huysmans waren die van het gotische, zelfs laatgotische tijdperk: met zijn pathetiek, realisme en moralisme stond het al dichter bij de renaissance, dichter dan bij de romaanse periode. Ik herinnerde me een discussie die ik jaren eerder had gehad met een geschiedenisdocent van de Sorbonne. Aan het begin van de middeleeuwen, had hij uitgelegd, werd de vraag van het individuele oordeel haast niet gesteld; pas veel later, bij Jeroen Bosch bijvoorbeeld, verschenen die angstaanjagende voorstellingen waarin Christus de schare der uitverkorenen van de menigte der verdoemden scheidt; waarin duivels niet-berouwvolle zondaars naar de kwellingen van de hel slepen. De romaanse visie is anders, veel unanimistischer: bij zijn dood betrad de gelovige een toestand van diepe slaap en vermengde hij zich met de aarde. Als alle profetieën eenmaal waren bewaarheid, bij de tweede komst van Christus, stond het hele christenvolk verenigd en solidair op uit het graf, herrezen in zijn verheerlijkte lichaam, om op te marcheren naar het paradijs. Moreel oordeel, individueel oordeel, individualiteit als zodanig, het waren geen noties die de mensen uit het romaanse tijdperk helder voor zich zagen, en zelf voelde ik mijn individualiteit ook vervagen in de loop van mijn steeds langere dagdromen tegenover de Madonna van Rocamadour."
Michel Houellebecq, Onderworpen. Vertaling Martin de Haan (De Arbeiderspers), Amsterdam, pp. 130-131.
vrijdag 15 mei 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten