woensdag 17 augustus 2011

Wetenschap en religie (II)

Zoals ik in mijn vorige bijdrage aangeef gaat het diepgewortelde levensbeschouwelijke onderscheid tussen religieus-zijn en seculier-zijn existentieel vooraf aan het beoefenen van wetenschap als menselijke activiteit. Niet voor niets komen wij daarom zowel religieuze als seculiere wetenschappers tegen.

Het werkelijke fundamentele contrast is dan ook niet die tussen religie en wetenschap (of die tussen rede en gevoel) maar juist die tussen religieuze en seculiere wereldbeschouwingen. Deze twee typen wereldbeschouwingen zijn allebei op zowel rede als gevoel gebaseerd en zij omvatten beide alle reguliere activiteiten van het menselijke leven, waaronder dus het beoefenen van wetenschap.

Is daarom de wetenschap niet neutraal? Nee, natuurlijk niet. Wetenschappelijk onderzoek is naar haar aard wel degelijk neutraal. De religieuze wetenschapper werkt (om gepostuleerde wetenschappelijke theorieën te toetsen) met precies dezelfde empirische datasets (modulo wetenschapsinterne interpretatieverschillen) en dezelfde mathematische calculaties als de seculiere wetenschapper, en komt vervolgens tot dezelfde wetenschappelijke resultaten (modulo genoemde verschillen).

En gegeven het feit dat ook existentiële levensbeschouwingen aletische ofwel propositionele inhoud hebben is de vraag welke levensbeschouwing het beste aansluit bij die resultaten alleszins gerechtvaardigd. Bovendien gaat het bij het beantwoorden van deze vraag niet om het subjectief inkleuren van genoemde resultaten, maar daarentegen om een rationele evaluatie van welke wereldbeschouwing in het licht van deze resultaten het meest plausibel is.

4 opmerkingen:

nand braam zei

@ Emanuel

“Het werkelijke fundamentele contrast is dan ook niet die tussen religie en wetenschap (of die tussen rede en gevoel) maar juist die tussen religieuze en seculiere wereldbeschouwingen. Deze twee typen wereldbeschouwingen zijn allebei op zowel rede als gevoel gebaseerd en zij omvatten beide alle reguliere activiteiten van het menselijke leven, waaronder dus het beoefenen van wetenschap.”
En dan zijn er ook nog mensen die zeggen dat ze eigenlijk helemaal geen wereldbeschouwing hebben. Wat moeten we daar nu mee, Emanuel?
Volgens mij gaat het bij dit onderwerp om 3 punten: 1. Iedereen heeft een wereldbeschouwing, is het wellicht niet bewust, dan toch onbewust. Prioriteit voor iemand, die denkt dat hij/zij eigenlijk geen wereldbeschouwing heeft, moet zijn, lijkt mij, om wat onbewust sluimert, zichzelf bewust te worden.
2. Tot de harde kern teruggebracht, is iemands wereldbeschouwing of religieus of seculier, een tussenvorm is wellicht problematisch. Hoort zwak agnosticisme niet gewoon bij een religieuze wereldbeschouwing en sterk agnosticisme bij een seculiere wereldbeschouwing? Bestaat zuiver agnosticisme? Als het antwoord ja is, hoe zou je het zuivere agnosticisme dan omschrijven? Als het antwoord ja is, is het zuivere agnosticisme dan een derde, zelfstandige wereldbeschouwing?
3. Deze twee typen wereldbeschouwingen (religieus en seculier) zijn allebei op zowel rede als gevoel gebaseerd en zij omvatten alle reguliere activiteiten van het menselijk leven, waaronder dus het beoefenen van wetenschap. Punt 3 heb ik van jou overgenomen die zul je nu dus niet gaan bestrijden, neem ik aan. Wellicht voeg je het zuivere agnosticisme als derde zelfstandige wereldbeschouwing toe? Wat vind je van 1. en 2.?

Emanuel Rutten zei

Beste Nand,

Ik ben het eens met (1). En natuurlijk ook met (3). In mijn stukje, waaronder in (3), stel ik bovendien inderdaad dat iemands wereldbeschouwing ten diepste ofwel religieus ofwel seculier is.

Verder beschouw ik zuiver agnosticisme als een seculiere wereldbeschouwing. De betekenis van de term 'seculier' is namelijk secundair ten opzichte van de betekenis van de term 'religieus'. Seculier wordt begrepen als niet-religieus. Een wereldbeeld dat geen enkele religieuze implicatie en daarom geen enkel religieus kenmerk heeft is derhalve per definitie seculier.

Groet,
Emanuel

MNb zei

Hier valt zo goed als niets tegen in te brengen. Het enige wat ik me in deel één afvroeg is of uw argumentatie wel nodig is om tot deze bewering te komen.
Toch is het niet zo gemakkelijk. Met name de laatste alinea gaat voorbij aan een belangrijk punt. Als de existentiële keuze voor religie of voor secularisme (in de zin van atheïsme plus agnosticisme) inderdaad een sterke emotionele component heeft zal dat de wetenschapper (of ieder ander denkend mens, zoals ik) ertoe brengen de ene theorie gemakkelijker te aanvaarden dan de andere.
Juist u en ik hebben daar een paar weken geleden een mooi voorbeeld van laten zien. U bent religieus en hebt daarom belangstelling voor de theorieën van Bohm en Zeh als causaal alternatief voor de Quantummechanica. Ik ben geneigd deze bij voorbaat te verwerpen.
Daarom ben ik het er wel mee eens dat de wetenschap neutraal en objectief is. Daaruit volgt echter niet dat de wetenschapper dat ook is. Want die is ook maar een mens. Volgens mij is neutrale en objectieve wetenschap de som van het werk van niet-neutrale en subjectieve wetenschappers. De manier waarop die som tot stand komt heet wetenschappelijk debat. Het is typerend voor alle wetenschappers dat ze dat volgens dezelfde strakke regels voeren. Een ietwat merkwaardig bij-effect is dat diezelfde wetenschappers in de problemen komen als ze pseudo-wetenschappers tegenkomen, die zich niet aan die regels houden.

Emanuel Rutten zei

Beste MNb,

Natuurlijk volgt uit het gegeven dat de wetenschap qua wetenschap neutraal is niet dat iedere individuele wetenschapper dat in zijn of haar wetenschappelijke activiteiten ook is. In andere bijdragen ga ik expliciet op dit onderscheid in. Hier ging het mij echter vooral om de plaatsbepaling van de wetenschap zelf.

Groet,
Emanuel