![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhabilK6XmYkHYSXUctnTtVw_oupHgrQgWghyphenhyphenIL1pB3RX0EZCWBENlpxBHdlNiYeNCWtBGjpoC43RVv2I4xyVTcpuMPSf7IBjI3YN6dxZ3-KA57HVKJNBSfhN3-PcdaA4Sg9P_bwDUrbu9B/s320/PICTURE.jpg)
Volgens het klassieke metafysisch waarheidsbegrip vereist het waar zijn van een oordeel een beroep op een maatgevend hoogste zijnde, zoals de Idee of God, die zorgdraagt voor de overeenstemming tussen oordeel en zaak. Wanneer we geloven dat er ware oordelen zijn, uitgaan van metafysisch realisme en dus afzien van de mens als maatgevend hoogste zijnde, en met de nominalisten veronderstellen dat er geen essenties of wezensvormen bestaan, volgt hieruit onvermijdelijk dat God bestaat. Wie genoemde premissen plausibel vindt, krijgt zo de beschikking over een nieuw Godsargument.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten