dinsdag 4 februari 2014
Is metafysica dood?
Binnenkort zal ik bij Felix & Sofie in Amsterdam een lezing geven en in discussie gaan met filosoof Lieven Decock. Ik zal de stelling verdedigen dat metafysica in de analytische wijsbegeerte springlevend is en tot inzichten leidt die buiten het bereik van de positieve vakwetenschappen vallen. Zie hier voor de aankondiging.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
9 opmerkingen:
@ Emanuel
Is metafysica de theorie achter de mystiek? Is mystiek de praktijk van de metafysica? Met andere woorden: hoe verhouden zich de metafysica en de mystiek?
Beste Nand,
Mystiek en metafysica gaan prima samen. Ze staan onderling in een dialectische verhouding en gaan daarbij een synthese aan. Mystiek richt zich op (de ervaring van) de bovenredelijke, veelal onzegbare, aspecten van de werkelijkheid. Metafysica tracht daarentegen bepaalde fundamentele eigenschappen van die werkelijkheid redelijk te beargumenteren, zonder daarbij de pretentie te hebben de innerlijke aard van het zijnsgeheel volledig te kunnen doorgronden en doorleven. Mystiek en metafysica vullen elkaar dan ook uitstekend aan. Sterker nog, het samenspel tussen mystiek en metafysica is als datgene waarin beide uiteindelijk samenkomen tenslotte het wezenlijke.
Groet,
Emanuel
@ EmanuelMaar nu de volgende kwesties.
Hoe verhoudt zich de analytische filosofie tot de rationele theologie en hou verhouden beiden zich tot de metafysica/mystiek. Ik geef toe, ik maak het nu ingewikkelder want jij hebt het alleen over de analytische filosofie in je stukje, maar toch…
Met andere woorden het verzoek aan jou : laat eens je licht schijnen over de twee pilaren van het (christelijk) geloof, zijnde geloven met verstand/ratio én hart/gevoel/ziel in het kader van wat je gaat zeggen in het debat over de relatie analytische filosofie en metafysica. De uitbreiding naar de rationele theologie komt van mij, excuus, maar is wellicht toch niet onbelangrijk.
Beste Nand,
Zie punt (3) en (4) van http://goo.gl/wgjFFw voor een kort antwoord op jouw vraag.
Groet,
Emanuel
@ Emanuel
Bedankt voor het antwoord. Ik had het zelf niet beter kunnen formuleren.
Zou je misschien toch nog kort willen ingaan op de verschillen en overeenkomsten tussen analytische filosofie en (rationele) theologie. Voor niet-specialisten, zoals ik, is het wel eens lastig om die zaken scherp te onderscheiden temeer daar professionals , volgens mij, die richtingen ook regelmatig door elkaar husselen.
Beste Nand,
Analytische filosofie dient te worden gecontrasteerd met continentale filosofie. En natuurlijke theologie dient te worden gecontrasteerd met openbarings theologie. Het zou te ver voeren om deze vier begrippen hier te gaan toelichten. Daarover is online voldoende zinvols te vinden.
Wel wil ik nog opmerken dat metafysica (en daarbinnen dan natuurlijke theologie) zowel op een analytisch als continentaal wijsgerige wijze kan worden beoefend. Andersom behelsen zowel analytische als continentale filosofie natuurlijk veel meer dan alleen metafysica (waarvan natuurlijke theologie dus een onderdeel is).
Groet,
Emanuel
Is het redelijk om in god te geloven?
Redelijk is: wat je kunt beoordelen als juist.
Emanuel, je bijsluiter is rationeel gezien inconsistent en veroorzaakt daardoor misverstanden. Wil je de wereld rationeel duiden, dan moet je hem consequent indelen in drie domeinen. We bezitten namelijk drie vormen van rationaliteit: 1. (nl die op waarheid) gefundeerde beweringen en efficiënte handelingen 2. (die op juistheid) normatief juiste handelingen en 3. (die op waarachtigheid) expressieve en authentieke uitingen. Al deze handelingen zijn aan kritiseerbare geldigheidsaanspraken gebonden. (Habermas)
Het begrip rationaliteit verwijst daarmee naar het hebben en verschaffen van goede redenen van handelingen of uitingen, waaraan kritiseerbare kennis ten grondslag ligt. (Habermas)
Aan de hand van deze essentiële punten wil ik je bijsluiter onder de loep nemen en de consequenties ervan doorzien.
Deze drie verschillende rationaliteitsdomeinen verbinden zich aan een gelijk aantal geldigheidsaanspraken. Specifieke geldigheidsaanspraken kun je niet zomaar verplaatsen van het ene domein naar het andere. Stel ik claim in het domein van de wetenschap (waarheid) dat water kookt bij 100 graden, dan kan ik daar niet een claim uit het domein van de normativiteit (juistheid) aan verbinden en zeggen dat het goed is dat water bij 100 graden kookt. Dat zou onzinnig zijn! Of als ik stel dat mensen normaalgesproken twee ogen hebben (empirisch gegeven), dan mag ik daar niet een esthetische kwaliteit (‘t expressieve domein) aan koppelen die zegt dat ogen mooi of lelijk zijn. We moeten de geldigheidsaanspraken dus strikt gescheiden houden als het om de drie rationaliteitsgebieden gaat.
Als je het geloof in god als redelijk ervaart, dan plaatst je het geheel in het domein van de normativiteit, waar geldigheidsaanspraken worden gedaan omtrent de juistheid van argumenten. Bij punt 1 en 6 stel je zelf al dat god niet vanuit empirische handelingen is te beredeneren en zoals we hebben kunnen constateren uit een van Habermas’ bovenstaande punten blijft als rationele uitspraak alleen het domein van de juistheid over. Redelijk is namelijk datgene wat je kunt beoordelen als juist!
De redelijkheid van het godsgeloof is daarmee inderdaad geen bewijs voor het bestaan van god, maar slechts een argument, een uitspraak in een praktisch diskurs.
Verder vraag ik me af, of je ervanuit gaat, dat jouw argument voor iedereen geldig is? Je weet dat redelijkheid slechts een geldigheidsaanspraak is op juistheid, dus gebaseerd op normatieve aspecten, en daar er binnen dit domein geen universaliteit is geboden, kun je er niet vanuit gaan dat deze door jou genoemde redelijkheid voor iedereen geldig is. Geldigheidsaanspraken op de moraal bezitten namelijk geen absolute grond. Voor de atheïst bijvoorbeeld is het niet redelijk om in god te geloven.
Kan één geldigheidsaanspraak over god tegelijkertijd waar, juist en waarachtig zijn, als je het hebt over redelijkheid? Nee, natuurlijk niet, dat is mijns inziens onmogelijk. Alleen in het domein van de juistheid kunnen we rationele argumenten aanwenden om het bestaan van god *redelijk* te noemen en in hem te geloven. In het domein van ware uitspraken hebben we het alleen over standen van zaken in de objectieve wereld. En daar we vooralsnog geen empirisch bewijs voor god hebben gevonden, blijft het religieuze een kwestie van metafysica. Al met al kan ik, samen met jouw punt 6 van de bijsluiter, aan de hand van een rationele geldigheidsaanspraak op waarheid, concluderen, dat het voor de wetenschappen onredelijk is om in god te geloven. Wetenschappelijk betekent dat tevens een doodsverklaring aan de metafysica.
Met vriendelijke groet,
Prot.
Wie zwijgt, stemt toe?
Prot.
Beste Prot.,
In jouw reactie kan ik niet één concrete objectie tegen mijn bijsluiter ontdekken. Echt niet. Bovendien heb je je reactie onder de verkeerde blogbijdrage geplaatst. De bijdrage waaronder je jouw reactie plaatste gaat namelijk niet eens over mijn wijsgerige bijsluiter voor Godsargumenten. Plaats de reactie dus op z'n minst even onder de juiste bijdrage. En probeer dan gelijk even tot een concrete tegenwerping te komen, inclusief een verwijzing naar specifieke passage(s) in mijn bijsluiter die dan volgens jou problematisch zouden zijn.
Groet,
Emanuel
Een reactie posten