zondag 19 mei 2024

Gods ingrijpen - column voor filosofisch tijdschrift Sophie (2024-2)

Het christendom is een theïsme en geen deïsme. God grijpt dus in de wereld in. Maar in welke mate? Een minimale duiding van Gods ingrijpen in de wereld die recht doet aan de ziel van het christendom, is die waarbij God weliswaar handelt in zijn schepping en ingrijpt in levens van individuele mensen, maar dit alleen doet met het oog op het realiseren van Gods heilsplan voor de gehele schepping en de mensheid als zodanig. God grijpt daarom uitsluitend in op het niveau van de mensheid. Zo laat God zich in met het leven van Abraham en Mozes, en later met dat van de discipelen en apostelen, niet om persoonlijke doelen van deze personen te verwezenlijken of hun persoonlijke levensomstandigheden te verbeteren, maar om hen een belangrijke rol te laten spelen in de realisering van Gods heilsplan voor de mensheid. Hetzelfde geldt voor elk mens. Als God al ingrijpt in het individuele leven van iemand, dan alléén met als doel om dit leven werkzaam te laten zijn voor genoemde realisatie. Gods ingrijpen in persoonlijke levens is dan ook hoogst zeldzaam en mogelijk op slechts enkele handen te tellen. Maar wat betekent dit voor de zin en de functie van het gebed? Bidden lijkt niet bedoeld te zijn om God te vragen allerlei persoonlijke zaken te regelen, maar om als mens voor even relationeel op God betrokken te zijn en God voor het bestaan te danken. Want het allerhoogste wat God de mens in deze eindige wereld had kunnen geven, heeft God de mens reeds gegeven, namelijk de niet te overtreffen verhalen die handelen over Gods heilsgeschiedenis en zijn opgetekend in de overgeleverde testamentsteksten. De sublieme grootsheid van deze verhalen en de welhaast onuitputtelijke troost en hoop die erin gelegen zijn, laten zich als ultiem geschenk in deze breekbare wereld met niets anders vergelijken. Wie in en vanuit deze verhalen leeft, kan dit leven aan omdat deze verhalen bestaan. En omdat deze verhalen ons opnemen in de gedachte dat wat er ook gebeurt, God ons in zijn hand houdt. God heeft ons zo beschouwd in dit breekbare leven alles al gegeven wat God ons redelijkerwijs had kunnen geven. Dankbaarheid is dan ook wat ons rest, zodat er niets verloren gaat in het duiden van bidden als danken. Precies in dit danken ervaart de mens, al is het maar voor heel even, een relationele betrokkenheid op de goddelijke grond van de werkelijkheid.

Soφie is een filosofisch tijdschrift dat zesmaal per jaar verschijnt. Zij biedt een intellectuele uitdaging door kritisch na te denken over actuele onderwerpen, geïnspireerd door de christelijke traditie.

Geen opmerkingen: