Alles wat bestaat heeft eigenschappen en bij iedere eigenschap hoort een begrip. Zo hoort bij ‘rood-zijn’ het begrip ‘rood’. Als twee simpele enkelvoudige begrippen, zoals ‘bestaan’ en ‘zijn’, of ‘entiteit’ en ‘object’, dezelfde verwijzing hebben, dan zijn hun betekenissen redelijkerwijs gelijk. Hieruit volgt dat er géén universele eigenschappen zijn. Voor iedere eigenschap bestaat er iets dat die eigenschap niet heeft. Want als er een universele eigenschap zou zijn, dan is het een aaneenvoeging van één of meerdere enkelvoudige begrippen die elk dezelfde verwijzing en dus dezelfde betekenis hebben als het begrip ‘bestaan’. Die universele eigenschap is dus ‘bestaan’, wat onmogelijk is omdat ‘bestaan’ als voorwaarde voor het bezitten van eigenschappen zelf geen eigenschap is.
Sommige fysici begrijpen de werkelijkheid als geheel van symmetriebrekingen, zodat de wereld een bundel van splitsingen betreft en universele eigenschappen inderdaad ontbreken. Postmodernen die zich toch aan metafysica wagen, menen dat de wereld teruggaat op differenties of verschillen. Ook dan ontbreken universele eigenschappen. Volgens dialectici ontwikkelt niet alleen het menselijk denken, maar ook de wereld zich door negaties, zodat ontkenning tot het wezen van de wereld behoort. Dit sluit universele eigenschappen eveneens uit.
De afwezigheid van universele eigenschappen heeft grote gevolgen. Zo is niet alles materieel. Er zijn daarom niet-materiële en dus immateriële dingen. Evenzo volgt dat er niet-fysische, niet-natuurlijke (bovennatuurlijke), niet-veroorzaakte (onveroorzaakte), niet-gedetermineerde (vrije), niet-vergankelijke (onvergankelijke), niet-immanente (transcendente) en niet-contingente (noodzakelijke) dingen zijn. Dit is het einde van het materialisme, fysicalisme, naturalisme en vele andere “ismen”.
Elk “Alles is zus” of “Alles is zo” wereldbeeld sneuvelt. De werkelijkheid is radicaal vrij. De wereld laat zich door geen enkel “Alles is dit” of “Alles is dat” keurslijf knechten. Kortom, verschil moet er zijn. Alleen dualistische wereldbeelden, zoals theïsme en platonisme, overleven. Platonisme impliceert echter theïsme zoals ik in mijn vorige column betoogde.
Voor elk bestaand ding bestaat dus ook de negatie ervan. De natuur is daarom, zoals Heraclitus leert, een eenheid van tegendelen. Over deze tegendelen spreekt hij in termen van spanning en strijd. Ze staan op gespannen voet met elkaar en zo is voortdurend alles in beweging. De wereld is dan ook niet alleen radicaal vrij, maar eveneens antagonistisch. Vrijheid is gegrond in subjectiviteit. Vrijheid is een kenmerk van geest. De wereldgrond lijkt dus een vrij geestelijk wezen te zijn en kan daarom passend ‘God’ worden genoemd. Het antagonistische van de wereld hangt dan eveneens samen met Gods aard.
Soφie is een filosofisch tijdschrift dat zesmaal per jaar verschijnt. Zij biedt een intellectuele uitdaging door kritisch na te denken over actuele onderwerpen, geïnspireerd door de christelijke traditie.
zaterdag 26 maart 2022
zondag 20 maart 2022
Gedachte-experiment
Stel dat de mensheid door eigen toedoen zichzelf en al het leven op aarde vernietigt, zodat de aarde voor miljoenen jaren terugvalt in woesternij voordat zich langzaam weer nieuwe levensvormen ontwikkelen. Zou dat een empirische weerlegging zijn van het bestaan van een goede God?
Stel vervolgens dat één enkel mens over de macht beschikt om alles op aarde te vernietigen en dat ook doet, zodat de aarde voor miljoenen jaren terugvalt in woesternij voordat zich langzaam weer leven ontwikkelt. Zou dát het bestaan van een goede God empirisch weerleggen?
Iemand zou kunnen opmerken dat een goede God een dergelijke vernietiging misschien nog zou laten gebeuren indien het echt een direct gevolg is van het collectief gedrag van de hele mensheid, maar toch redelijkerwijs zal willen en kunnen ingrijpen indien slechts één enkel kwaadaardig mens op het punt staat de hele aarde te vernietigen. Dit zou dan betekenen dat alleen de tweede situatie onverenigbaar is met het bestaan van een goede God.
Stel vervolgens dat één enkel mens over de macht beschikt om alles op aarde te vernietigen en dat ook doet, zodat de aarde voor miljoenen jaren terugvalt in woesternij voordat zich langzaam weer leven ontwikkelt. Zou dát het bestaan van een goede God empirisch weerleggen?
Iemand zou kunnen opmerken dat een goede God een dergelijke vernietiging misschien nog zou laten gebeuren indien het echt een direct gevolg is van het collectief gedrag van de hele mensheid, maar toch redelijkerwijs zal willen en kunnen ingrijpen indien slechts één enkel kwaadaardig mens op het punt staat de hele aarde te vernietigen. Dit zou dan betekenen dat alleen de tweede situatie onverenigbaar is met het bestaan van een goede God.
donderdag 10 maart 2022
Opkomst, ondergang en terugkeer van de parallellie tussen denken en zijn
Het postulaat van de parallellie tussen denken en zijn gaat terug op Parmenides en is vooral door het werk van Plato, Aristoteles en de neoplatonisten stevig verankerd in de hoofdstroom van de Griekse wijsbegeerte en middeleeuwse metafysica. Maar ook de grondlegger van de moderne wijsbegeerte, Descartes, gaat ervan uit. In een nieuw artikel volg ik het spoor van het parallellenpostulaat vanaf Parmenides tot Descartes en laat ik zien hoe het een cruciale rol speelt in het ontologisch Godsargument van Anselmus.
Labels:
Anselmus,
aristoteles,
denken,
Descartes,
Kant,
metafysica,
neoplatonisme,
Parmenides,
Plato,
wereld-voor-ons,
Zijn
woensdag 2 maart 2022
Modi van sterven
Wat is erger, existentieel of fysiek sterven? Wat fysiek sterven is, mag duidelijk zijn. Maar wat is existentieel sterven? Laten we zeggen dat iemand existentieel sterft wanneer hij of zij ten onrechte van een afschuwelijk misdrijf beschuldigd wordt en iedereen voor altijd zal geloven dat hij of zij inderdaad schuldig is, of wanneer iemand verbannen wordt en zijn thuis en al zijn vrienden en familie voor altijd verliest, of deze verliest doordat zij allen fysiek sterven, of wanneer iemand zijn levenswerk verliest dan wel lijdzaam moet toezien hoe iemand anders volstrekt onterecht maar zeer succesvol dat levenswerk aan zichzelf toeschrijft. En wat is erger, fysiek sterven terwijl de rest van de wereld doordraait of fysiek sterven wetende dat de gehele aarde vergaat? En zou het vergaan van de gehele aarde een noodzakelijk teken zijn van de afwezigheid van God of zelfs het niet bestaan van God? We leven tegenwoordig in een wereld waarin door menselijk toedoen inderdaad de gehele aarde kan vergaan. Sterker nog, waarin slechts één over voldoende macht en middelen beschikkend mens de aarde plotseling totaal kan vernietigen. Was het achteraf gezien eenvoudigweg onvermijdelijk dat de mensheid ooit in zo'n instabiele toestand terecht zou komen? Door onze eeuwenlange technologische vooruitgang zijn immers steeds krachtigere vernietigingsmiddelen in handen gekomen van steeds minder mensen, waardoor het inderdaad slechts een kwestie van tijd leek voordat een vernietigingskracht groot genoeg om de hele aarde te vernietigen in handen zou komen van een enkele nietsontziende alleenheerser. Zomaar even wat vragen.
Abonneren op:
Posts (Atom)