zaterdag 13 juni 2015

Bijdrage RD zaterdag 13 juni: God, vliegende spaghetti monsters, kabouters en elfjes

Er is geen bezwaar dat zo vaak wordt ingebracht tegen geloof in God dan het bezwaar dat geloof in God net zo bizar of raar is als geloof in het bestaan van vliegende spaghetti monsters, kabouters of elfjes. Maar is dat terecht? Of gaat er hier iets helemaal fout?

“Geloof jij in God? Goh, ik wist niet dat je zo gevoelig was voor sprookjes. Waarom geloof je dan niet ook in het bestaan van, zeg, trollen en feeën?” Dit soort opmerkingen komen we nogal eens tegen in het dagelijks leven en in de media. Wie gelooft in God, een bewust wezen dat de oorsprong is van de werkelijkheid, krijgt regelmatig te horen dat een dergelijk geloof niet verschilt van geloof in vliegende spaghetti monsters, kabouters, feeën of andere rariteiten. En dat kan best intimiderend overkomen.

Genoemd bezwaar is echter totaal ongegrond. Het lijkt me goed dat hier eens op een rijtje te zetten. In de eerste plaats is de waarschijnlijkheid van het bestaan van God volstrekt onvergelijkbaar met die van het bestaan van kabouters of elfjes. Zo zijn er veel uitstekende argumenten voor de bewering dat kabouters en elfjes niet bestaan. We zouden er bijvoorbeeld allang een paar ontdekt moeten hebben als ze werkelijk zouden bestaan. De argumenten voor de uitspraak dat God niet bestaat zijn echter veel dunner gezaaid. Bovendien is de vraag of de argumenten die er zijn überhaupt overtuigend zijn.

Veel belangrijker is nog dat er geen enkel redelijk argument is vóór het bestaan van kabouters en elfjes. Vóór het bestaan van God zijn echter juist veel argumenten, zoals moderne kosmologische, teleologische en ontologische argumenten. In andere bijdragen heb ik vele daarvan besproken. De situatie is dus volledig asymmetrisch: Voor het bestaan van elfjes zijn géén argumenten terwijl er vele goede argumenten tegen het bestaan van elfjes zijn. Voor het bestaan van God is de situatie precies omgekeerd. Alleen daarom al is het onzinnig om beide beweringen gelijk te behandelen.

Daarnaast is geloof in God iets dat veelal op een natuurlijke wijze ontstaat. Niet voor niets gelooft het overgrote gedeelte van de mensheid al vele millennia lang in het bestaan van God. Vergelijk dit eens met het aantal mensen dat bijvoorbeeld in het bestaan van kabouters of vliegende spaghetti monsters gelooft. Ook dit is eigenlijk al genoeg om in te zien dat het vergelijken van geloof in God met geloof in feeën en elfjes absurd is. Toch gebeurt het zoals gezegd nog regelmatig.

Daar komt bij dat wie het bestaan van God ontkent daarmee niet slechts het bestaan van een bepaald object in de kosmos ontkent. Hij of zij ontkent het bestaan van een bewust wezen dat de oorsprong is van de wereld als zodanig. Maar dat roept dan onmiddellijk allerlei vragen op die het ontkennen van het bestaan van kabouters en feeën niet oproept. Denk hierbij aan vragen als: Waar komt de kosmos vandaan? Waarom is de kosmos zo geordend? Hoe kunnen we het bestaan van de moraal duiden? En dan vooral ons besef van het bestaan van objectief goed en kwaad. Hoe kan het verschijnsel van kosmische fine-tuning verklaard worden? Of het succes van ons redevermogen? Zo zijn er nog veel meer vragen die het ontkennen van het bestaan van God oproept. Er is dus werk aan de winkel voor iemand die het bestaan van God ontkent. Hij of zij zal met antwoorden op deze en vele andere vragen moeten komen. En deze antwoorden zullen voldoende redelijk moeten zijn.

Dit alles gaat echter nog voorbij aan het volgens mij belangrijkste punt waarom het onzinnig is om geloof in God op één lijn te plaatsen met geloof in het bestaan van elfjes. Er bestaat namelijk een redelijke ingang tot een debat over de vraag of God bestaat. Het is immers alleszins redelijk om te denken dat de wereld in laatste instantie teruggaat op een of andere ultieme grond. Sterker nog, het is voor ons zelfs erg lastig om ons een wereld voor te stellen zonder absolute oorsprong. Wij kunnen haast niet anders denken dan dat er iets moet zijn waaruit uiteindelijk alles is voortgekomen. Het is dus redelijk om te denken dat er een absolute oorsprong van de wereld moet zijn. Maar dan doet zich onvermijdelijk de vraag voor wat de aard daarvan is. Is de grond van de wereld van materiële aard zoals de materialisten denken? Of is de grond van de werkelijkheid van geestelijke aard zoals diegenen die in God geloven beweren? We zien zo dat het bestaan van God een kwestie is dat met sprookjes niets te maken heeft. Het gaat eenvoudigweg om een thematiek die als vanzelf opkomt bij mensen met een onderzoekende houding die zich verwonderen over de vraag naar de oorsprong van de wereld. Dit is volstrekt onvergelijkbaar met het vragen naar het bestaan van spaghetti monsters. Er is geen enkele redelijke ingang tot een debat daarover. Ze zijn slechts product van onze fantasie.

Dr. ir. Emanuel Rutten is als onderzoeker verbonden aan het Abraham Kuyper Centrum voor Wetenschap en Religie van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl

De bijdrage is ook beschikbaar op de website van het RD.

9 opmerkingen:

Jonathan zei

Het grote punt is, Emanuel, dat alle 'argumenten' voor Godsbestaan die je aanstipt in je stuk, eigenlijk varianten zijn op de aloude God van de Gaten theorie. Weten we iets als mensheid (nog) niet te verklaren, dan poneren we maar weer een metafysisch, altijd bestaand, algoed en almachtig, bewust wezen als verklaring. De geschiedenis heeft echter al talloze malen laten zien dat dit (dat poneren) een misvatting bleek.

Remco zei

Emanuel, geloof jij in engelen en duivels?
Je zegt dat geloof in God "volstrekt onvergelijkbaar" is met het geloof in kabouters en feeën, maar voor de gemiddelde gelovige hoort bij het begrip "God" toch echt een complete wereld die moeilijk te onderscheiden is van de sprookjeswereld, ook qua bewijsvoering. Je meent dat er wel een paar kabouters en feeën ontdekt zouden zijn als ze echt zouden bestaan. Maar in de oudheid werden kabouters net zo vaak gesignaleerd door heidenen als Moeder Maria vandaag de dag door katholieken.

En waarom zou het Spaghetti-monster niet vergeleken mogen worden met de Christelijke of Islamitische God? Ook het Spaghetti-monster zou de wereld hebben geschapen, begrijp ik van Wikipedia.

Remco zei

"Niet voor niets gelooft het overgrote gedeelte van de mensheid al vele millennia lang in het bestaan van God. Vergelijk dit eens met het aantal mensen dat bijvoorbeeld in het bestaan van kabouters of vliegende spaghetti monsters gelooft."

Dat is inderdaad niet voor niets; kinderen imiteren hun ouders en nemen ook hun geloof over.
Dus geloven kinderen van Hindoes in Brahma, kinderen van Joden in Jahweh, enzovoorts.
En natuurlijk geloofden onze voorouders in Wodan en zijn kameraden, totdat de Franken hen dwongen om Jezus te gaan aanbidden.
Als grote groepen kinderen het geloof in het Spaghettimonster met de paplepel werd ingegoten, dan zou het geloof in Spaghetti monsters ongetwijfeld wijdverbreid zijn.

Emanuel Rutten zei

Beste Jonathan,

Geen van de argumenten voor het bestaan van God die ik noem, kunnen worden gekarakteriseerd als God van de gaten argumenten. Ik ga dit hier niet voor alle argumenten toelichten. In plaats daarvan behandel ik slechts één voorbeeld. Neem het Kalam argument. Dit argument bestaat uit twee premissen. De eerste luidt dat alles wat begint te bestaan een ontstaansoorzaak heeft. Dit is een metafysische premisse waarvoor uitstekende gronden bestaan. Met een God van de gaten heeft deze premisse dan ook niets te maken. De tweede premisse luidt dat de kosmos is begonnen te bestaan. Dit is een natuurwetenschappelijke premisse waarvoor zoals bekend eveneens uitstekende ondersteuning bestaat. Ook hier is geen sprake van een God van de gaten benadering. De conclusie dat God bestaat wordt vervolgens uit deze premissen afgeleid door gebruik te maken van een 'Inference to the Best Explanation'. Ook daar kom je dus geen God van de gaten methodologie tegen. Kortom, het Kalam argument is alles behalve een God van de gaten argument. En hetzelfde geldt dus voor de overige Godsargumenten.

Groet,
Emanuel

Emanuel Rutten zei

Beste Remco,

Laat ik ingaan op de enige redelijke opmerking die ik in je eerste reactie tegenkom, namelijk die over het vliegende spaghetti monster. Een vliegend spaghetti monster is een wezen dat kan vliegen en dat uit spaghetti bestaat. Kortom, we hebben het hier over een materieel wezen in ruimte en tijd. Spaghetti is immers materieel van aard en bestaat in ruimte en tijd. Maar dan is het incoherent om te beweren dat zo'n wezen de wereld en dus ook de ruimte-tijd zelf geschapen heeft. Daarnaast zijn er uitstekende argumenten voor het bestaan van God. Een goed argument voor het bestaan van een vliegend spaghetti monster ben ik echter nog nooit tegengekomen. En ik weet zeker jij ook niet.

Groet,
Emanuel

Remco zei

Beste Emanuel,

Kennelijk sta je dermate zwak dat je mijn vraag of je in engelen of duivels gelooft liever ontwijkt. Ik ga dan toch gokken dat je in de christelijke God gelooft. En zoals je weet verscheen de christelijke God als gast aan Abraham, ging hij een vechtpartij aan met Jacob, toonde zijn rug aan Mozes op de berg, en stuurde Hij zijn zoon naar de aarde. Als de christelijke God dus zowel materieel als immaterieel kan zijn, waarom niet het spaghetti monster.
Ik snap dat je het liever vaag en algemeen houdt door "God" slechts te definieren als de immateriele oorzaak van het universum. Het is natuurlijk ook gemakkelijker om argumenten te verzinnen voor een bewust vaag gedefinieerde God dan voor een specifiek gedefinieerd wezen. Dat jij argumenten voor het een afweegt tegen argumenten voor het ander is dus zinloos. Een vraag die wel zin heeft is deze: stel dat spaghetti-theologen en spaghetti-filosofen net zoveel tijd zouden besteden aan het ontwikkelen van apologetische argumenten als christenen dat hebben gedaan in de afgelopen millenia, zou de kwaliteit van hun argumenten dan slechter zijn?

Groet
Remco

Emanuel Rutten zei

Beste Remco,

Wanneer het vliegende spaghetti monster ook buiten ruimte en tijd bestaat en bovendien een zelfbewust wezen is dat de grond en oorsprong is van de hele werkelijkheid, dan geloven vliegende spaghetti monster aanhangers feitelijk in het bestaan van een wezen dat theïsten God noemen. De discussie tussen theïsten en vliegende spaghetti monster aanhangers wordt dan een interne discussie, namelijk een discussie over de specifieke aard van God. Is God zoals de vliegende spaghetti aanhangers hem omschrijven of is God zoals bijvoorbeeld de christenen hem omschrijven? En dan zal blijken dat er heel weinig pleit voor de vliegende spaghetti beschrijving van God, terwijl er juist veel pleit voor de christelijke beschrijving van God. Zie bijvoorbeeld mijn lezing 'Van algemeen theïsme naar christendom' op gjerutten.nl

Groet,
Emanuel

Jonathan zei

Je zegt:
"De eerste luidt dat alles wat begint te bestaan een ontstaansoorzaak heeft. Dit is een metafysische premisse waarvoor uitstekende gronden bestaan."
Mijn reactie:
- Dat iets dat bestaat noodzakelijkerwijs een bestaansoorzaak moet hebben, is een aanname. Dat jij (of wij met elkaar) nog niet eerder iets bent tegengekomen dat geen bestaansoorzaak heeft, wil niet zeggen dat het in het geval van een singulariteit als de oerknal ook opgaat. Hierover weten we simpelweg te weinig over zo een eenmalig event. Dus is het een gat in ons weten, en dus ligt het poneren van een God/Schepper wel érg dicht tegen de aloude Gatentheorie aan, niet?
Call it what you want ('Inference to the best explanation'), het is desondanks een stelling gebaseerd op een gat in onze (huidige) kennis.

Emanuel Rutten zei

Beste Jonathan,

Helemaal nergens schrijf ik dat iets wat bestaat noodzakelijkerwijs een bestaansoorzaak moet hebben. Hoe kom je daarbij? Wat ik schreef is dat iets wat begint te bestaan een ontstaansoorzaak heeft. En dat is iets anders. Bovendien is dit geen aanname. Het betreft een metafysische stelling waarvoor uitstekende rationele gronden bestaan. In diverse stukken op gjerutten.nl en in mijn boek En dus bestaat God. De beste argumenten ga ik uitgebreid op die redelijke onderbouwingen in. Je denkt waarschijnlijk dat wij een premisse alleen zouden mogen accepteren indien we de waarheid ervan met absolute zekerheid kunnen vaststellen. Maar zo werkt kritisch denken niet. Want als we dat zouden eisen, dan zouden we van bijna helemaal niets meer kunnen uitgaan. Waar het steeds om gaat is de vraag of een premisse voldoende redelijk, waarschijnlijk of plausibel is. En dat is zeker het geval bij de premisse dat alles wat begint te bestaan een oorzaak moet hebben voor zijn of haar ontstaan. Maar absolute zekerheid? Nee, dat kan een filosofisch argument je niet geven. Sluitende bewijzen geven we in de wiskunde en niet in de filosofie. Lees eens mijn filosofische bijsluiter voor Godsargumenten. Deze vind je gemakkelijk door even te googlen. Verder is het niet zo dat we direct vanuit genoemde premisse uitkomen bij het bestaan van God. Zo eenvoudig werkt het Kalam argument niet. Ik zou zeggen, bestudeer het eens.

Groet,
Emanuel