donderdag 4 juni 2015
C.S.F.R. Debat: Is God nodig voor de moraal?
Gisterenavond ben ik bij C.S.F.R. Groningen in debat gegaan met moraalfilosoof Patrick Loobuyck over de vraag of God noodzakelijk is voor de moraal. Het was een mooie avond waar ik met veel plezier op terugkijk. En het was al weer mijn derde optreden aldaar! Mijn openingsvoordracht van het debat is nu ook hier beschikbaar.
Labels:
atheïsme,
CSFR Groningen,
debat,
Ethiek,
moreel fictionalisme,
moreel realisme,
theïsme
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
@ Emanuel
Je zegt: “De morele waarden zijn dan ook objectief geldig. Ze zijn geldig onafhankelijk van onze meningen en voorkeuren”
Je zegt: “ Kortom, alleen theïsme kan echt rekenschap geven van ons concrete morele leven. Alleen theïsme doet werkelijk recht aan het feit dat onze morele keuzes om verantwoording vragen en dat wij elkaar daarop willen kunnen aanspreken. Theïsme is daarom onmisbaar voor het begrijpen van onszelf als morele wezens.”
In principe ben ik het hier wel mee eens, maar altijd blijft het punt bestaan dat goed en kwaad ook relatieve begrippen zijn. Theïsme lost dat probleem niet op. Wat bedoel ik daar mee?
Let bijvoorbeeld op het verschil tussen de massamoordenaars (Hitler, Stalin) en degene die een moord begaat uit zelfverdediging of tijdelijke ontoerekeningsvatbaarheid; ontwikkelingshulp is goed bedoeld maar kan ook verkeerd uitpakken (als bv. het resultaat blijvende afhankelijkheid is).
Wat ik bedoel te zeggen is dit: veel mensen zullen “Gij zult niet doden” best als objectief moreel feit willen accepteren (de wetgever zegt het ook). De moeilijkheid is echter dat feitelijke situaties meestal gecompliceerd zijn en men juist afwegingen moet maken in het brede spectrum.
Neem een ander voorbeeld: de slavernij. Het is betrekkelijk gratuit om te zeggen dat slavernij onjuist is en als zodanig een objectief moreel feit. De moeilijkheid is nu juist dat in concrete situaties de objectiviteit vaak ondergesneeuwd wordt door de relativiteit ervan.
Ik bedoel niet eens zozeer de situatie in de naai- ateliers in Bangladesh. Daar kan men toch wel zeker wel spreken van moderne slavernij.
Ik bedoel eerder de moderne loonslaaf in de westerse wereld. In de VS bijvoorbeeld moeten mensen vaak meerdere baantjes nemen om rond te komen. Men wordt “leeggemolken” en vervolgens afgedankt. Het is een geaccepteerd feit geworden. Ook in Nederland gaat het langzaam maar zeker die kant op. Er zijn voorbeelden van stevige tegenacties zoals de recente stakingen van de schoonmakers in de schoonmaakbranche, maar toch.
Aansluitend hierbij ook het stuk “ Pal staan voor het pluralisme Pleidooi voor een casco-moraal” van Frits de Lange:
http://home.kpn.nl/delangef/artpluralisme.pdf
Beste Nand,
Je verwart hier het onderscheid tussen objectieve en absolute morele feiten. Een objectief moreel feit is een feit dat onafhankelijk bestaat van onze opvattingen en voorkeuren. Een absoluut moreel feit is een feit dat niet afhankelijk is van de context. Neem bijvoorbeeld 'Gij zult niet doden'. Indien dit feit niet afhankelijk is van de context, dan stelt het dat je in geen enkele situatie mag doden. Het gaat dan om een absoluut moreel feit. Wanneer je echter zegt dat dit feit van de context afhankelijk is (in bepaalde gevallen mag je niet doden, maar in andere gevallen wel), dan gaat het niet om een absoluut feit. Zelf denk ik dat veel objectieve morele feiten niet absoluut zijn. Veel objectieve morele feiten zijn anders gezegd afhankelijk van de context (en deze afhankelijkheid is zelf dan ook een objectief feit). Het door jou geschetste eerste probleem doet zich dan niet voor.
En het tweede probleem dan? Ook dit levert voor moreel realisme niet direct een probleem op. De moreel realist maakt immers onderscheid tussen enerzijds morele feiten (die bestaan onafhankelijk van onze opvattingen en voorkeuren) en anderzijds toepassing of normering van deze morele feiten (die verschillend kan zijn voor verschillende culturen). Zo kan het een objectief moreel feit zijn dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn, ook al werken verschillende culturen (die dit feit kennen) het op een verschillende manier uit.
En wat nu als mensen toch in tegenspraak handelen met objectieve morele feiten? Welnu, dat gebeurt helaas heel vaak. We zien dat iedere dag weer om ons heen. Maar dat levert geen probleem voor het moreel realisme op. De moreel realist beweert immers dat objectieve morele feiten bestaan (en dat we ze *kunnen* kennen). Maar daaruit volgt niet dat iedereen die feiten ook kent. Ook volgt er niet uit dat iedereen die die feiten kent ze ook respecteert. Neem de volgende analogie. De kosmologisch realist beweert dat er objectieve feiten over ons zonnestelsel bestaan. Maar hij of zij wil daarmee niet zeggen dat iedereen deze feiten kent of erkent. Het is dus van belang om vragen omtrent ontologie te onderscheiden van vragen omtrent epistemologie.
Groet,
Emanuel
Dag Emanuel,
Jij schetst voor Nand het onderscheid tussen 1. het bestaan van een objectief moreel feit dat *onafhankelijk bestaat* van onze opvattingen en voorkeuren, en 2. het bestaan van een absoluut moreel feit welke *niet afhankelijk is* van een context.
Wij als denkende dieren leven natuurlijk in een morele context. Zoals je zegt: “We zijn morele wezens.”, maar volgens mij onderscheidt de context zich niet van morele opvattingen en voorkeuren. Waar zou die context volgens jou anders uit kunnen bestaan? Ter aanvulling van jouw 6 punten waarbij het atheïsme faalt t.a.v. de fundering van de moraal, wil ik graag de evolutionair-biologische variant van het atheïsme naar voren schuiven. Beschouw dat als de 7e en meest geslaagde mogelijkheid. We hebben het dan over een sociaal-evolutionaire ontwikkeling waar het theïsme uiterst zwijgzaam over is en dat geeft sowieso te denken.;-)
Ik ga er vanuit dat moraal een waarde is (en moreel handelen een eigenschap) die nergens anders voorkomt dan bij sociale, ‘bewuste’ wezens. (zie o.a. Frans de Waal)
Moraal lijkt een voorwaarde om goed te kunnen samenleven en de overlevingskansen van de groep daarmee te vergroten. Noodzakelijk daarbij is het om een vorm van empathie en een vorm van zedelijkheid te bezitten en waar vinden we die anders, dan bij sociaal geëvolueerde wezens? We hebben echter niet enkel morele intuïties nodig, maar vooral morele instituties!
In de meest recente fase van de sociale evolutie is het de mens uiteindelijk gelukt de gewenste moraal te gronden; in wetten; het recht; in morele instituties. Volgens Frank Ankersmit kunnen we onze wetgeving zien als gestolde moraal. Dus geen goddelijk wetboek dat al klaar lag bij het ontstaan van de kosmos, maar afgesproken aardse regels waaraan we ons zullen moeten houden om niet in een sociaal isolement te geraken. Niets zo erg voor een humaan, empatisch wezen, dan om te worden buitengesloten. De grondslag voor ons tijdelijke individuele ‘geluk’ hier op aarde zit geklonken aan dat sociale gegeven en daar houden we ons (zolang mogelijk) aan vast, wat die ‘dierbare’ omgeving ook van ons vraagt. (Hitler, oorlog überhaupt)
Gaan we uit van een morele ontwikkeling die inherent is aan de sociale-evolutie dan zie ik dat de moraal eeuwen lang, redelijk in de pas heeft gelopen met nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. De huidige stroomversnelling aan maatschappelijke veranderingen en wetenschappelijke vernieuwingen doet de ethiek op de tenen lopen. Daarbij komt dat de gevolgen van moderne ontwikkelingen moeilijk zijn te overzien.
Voor een moraal die afstamt van een woestijnvolkje en ‘absoluut’ is, is het in moderne tijden, onbegonnen werk om goed van kwaad te scheiden.
Wat zou god als wetgever namelijk vinden van kunstmatige intelligentie (robotica)? Wat vertelt Zijn objectief gegeven morele feit hierover?
Mogen we gewassen veredelen of genetisch manipuleren om de in snel tempo toenemende wereldbevolking van voedsel te voorzien? Bestaat daar een grens in voor Hem, mogen wij Zijn imperfecte creatie verbeteren?
En is het de bedoeling dat wij Zijn ziektes en kwalen gaan verhelpen met geneesmiddelen en andere hulpmiddelen? Wat zou Hij vinden van het (menselijk) objectief morele feit dat wij niet akkoord gaan met het gegeven dat Hij als moreel wetgever op deze wijze, pijn boven geluk stelt?
Zou god wel begrijpen hoe ons concreet modern morele leven adequaat te duiden valt? Immers: wie het lijden in het gezicht van de doodzieke ander aanschouwt, wijst moreel realisme af!
Hartelijke groet,
Prot.
Een reactie posten