"De reikwijdte van Heideggers bezinning blijkt ook als we zijn analyse met die van het historisch materialisme vergelijken. Een marxist schrijft de totale mobilisering toe aan de kapitalistische warenproductie. Die uitleg bezit ontegenzeggelijk een grote verklaringskracht. De vraag is alleen of hij diep genoeg reikt. Marx zoekt de oorzaak van de uitbuiting van mens en natuur in de hebzucht van de kapitalist. En ook al is de kapitalist maar een speelbal van de geschiedenis, van de ontwikkeling van de productiekrachten en productieverhoudingen, dan nog ziet Marx de geschiedenis als het product van de arbeid van de mens. Maar, zoals Heidegger ook zelf zo dadelijk bij vraag drie te kennen zal geven, hij zoekt de bron niet uitsluitend in de mens als hij de grond van de uitbuiting in een wijze van ontbergen situeert. Intussen is gebleken dat communistisch georganiseerde samenlevingen inderdaad geen alternatief hebben kunnen bieden. Daar werden zowel natuur als mens bijkans totaal tot materiaal gedegradeerd. Het opvorderende bestellen kan dus niet worden toegeschreven aan de macht van het kapitaal, het is misschien veeleer omgekeerd zo, dat het kapitaal stroomt in de banen van het opvorderende bestellen. De wet van de grootst mogelijke opbrengst (output) tegen zo min mogelijk kosten (input) vooronderstelt dat het betrokken zijnde tot object van bestelbaarheid is geworden. Een marxist zal zeggen: dat het tot 'waar' is geworden. Maar hoe heeft Marx het tot waar worden van de dingen begrepen? Als de transformatie van zowel hun gebruikswaarde als hun arbeidswaarde in ruilwaarde. Voor Heidegger echter heerst de bestelbaarheid al in het waardebegrip. Ook het begrip 'gebruikswaarde' wil zeggen dat al het zijnde voor ons primair is ontborgen in zijn bruikbaarheid voor de mens.
Maar is dat niet altijd zo geweest? Nee, voor de Grieken is het van nature of technisch voortgebrachte nog geen louter gebruiksmiddel. Het behoort tot het wezen van de akker vrucht te dragen. De akker komt in de volte van zijn wezen wanneer hij vrucht draagt. Zo komt het zilver tot voleinding wanneer er een offerschaal uit wordt vervaardigd. Maar akker noch zilver is dan louter gebruiksmiddel voor de mens. Al het zijnde komt hier een eigen wezen toe. Vandaar Heideggers verzet tegen de vertaling van telos met doel. Een vergelijkbare ervaring vinden we nog in de middeleeuwen terug. Daar is het zijnde in zijn wezen primair ens creatum. Men geniet van een bloem omdat men daar heel de orde en bestemming van de schepping in ervaart. Tegenwoordig is de bloeitijd van bloemen bestelbaar geworden. We dwingen ze zelfs verf te drinken.
Nog een laatste voorbeeld. Een handtekeningenactie van de kerken tegen de 24-uurseconomie. Strikt genomen kunnen enkel de kerken dat nog doen, omdat alleen voor gelovigen de dagen van de week nog niet volledig indifferent en onderling verwisselbaar zijn geworden. Men gaat nog uit van een Bijbels onderscheid tussen arbeidsdagen en een rustdag, de sabbat, een dag voor God. Maar vanuit Heideggers bezinning op de techniek beschouwd, is ook de dag een bestandstuk geworden. De enige grens die seculiere beleidsmakers rest, is de stressbestendigheid van de mens, die een van de belangrijkste objecten van berekening wordt."
Gerard Visser, Heideggers vraag naar de techniek. Een commentaar, Vantilt, Nijmegen 2014, pp. 105-107
maandag 9 juni 2014
Gerard Visser over Heideggers techniekfilosofie
Labels:
Commentaar,
Gerard Visser,
Heidegger,
vraag naar de techniek
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Deze woorden hebben wel lang in mijn hoofd gecirkeld. Vooral de term 'ontbergen' van Heidegger.
Ontbergen verlangt van iets dat het ter beschikking staat, de beschikbaarheid kan eraan onttrokken worden.
Ik dacht aan Rainer Maria Rilke in wiens werk dat gebaar van onttrekken zo duidelijk aanwezig is. Hij beschrijft zichzelf als een plaats waar geven en nemen vaak bijna één en hetzelfde is, zo soepel begeeft zich de impuls naar haar tegendeel. Het moment van onttrekking is voor hem het creatieve moment
lullaby (Rainer Maria Rilke)
When it happens that I lose you,
will you find that you can sleep
without my whispering over you
like the rustling linden tree?
Without my lying awake beside you
and letting my words
fall upon your breast, your limbs,
your mouth, like petals of a rose?
Without my letting you be cradled
alone with what is yours,
like a garden abundant
with lavender and lemon balm.
het moment van onttrekking opent tegelijkertijd
een negatieve ruimte waar tederheid kan 'zijn'.
Het wordt gemist terwijl het er nog is.
Het is Heideggers ontbergen zodat de beschikbaarheid kan ontstaan.
Het is ook die Italiaanse film van jou maar die vind ik wel weer wat omslachtig. Het is mijn ademen maar ik geef toe dat zijn wel weer grote stappen, snel thuis.
Bedankt
Een reactie posten