zondag 11 april 2010

Wanneer vormen meerdere objecten één object?

Wanneer vormen meerdere objecten gezamelijk één object? Onder welke omstandigheden kunnen we zeggen dat een bepaalde veelheid een eenheid is? In de traditie zijn op deze vraag verschillende antwoorden gegeven. Voor Plato is het eenheidsstichtende principe de mathematisch uitdrukbare structuur. Een collectie objecten vormt één object indien zij gezamelijk een patroon vormen dat wiskundig kan worden beschreven. Aristoteles beschouwt intelligibele vorm als het principe dat een veelheid van objecten tot één object maakt. Er zijn ook filosofen die menen dat iedere willekeurige collectie objecten gezamelijk één object vormt, namelijk de mereologische som van de afzonderlijke objecten. Een ander mogelijk criterium is specificiteit. Een collectie objecten vormt gezamelijk één object binnen een bepaalde context indien deze collectie in die context specificiteit bezit. Dit wil zeggen dat in de desbetreffende context deze collectie opvallend anders is dan (zo goed als) alle andere collecties in die context. Specificiteit is een begrip dat ook in veel andere discussies naar voren komt. Zo bezit het rijtje getallen 111111111111 bijvoorbeeld specificiteit binnen de context van alle rijtjes van 12 getallen, terwijl het rijtje 496587322309 binnen deze context geen specificiteit bezit.

Mijn suggestie is om twee aanvullende criteria te introduceren voor het beantwoorden van de vraag of een gegeven collectie objecten gezamelijk één object vormt. Deze criteria verkrijgen we door het concept causaliteit in het spel te brengen.

(i) Een collectie objecten vormt één object indien zij een gemeenschappelijke oorzaak hebben,
(ii) Een collectie objecten vormt één object indien zij gezamelijk de oorzaak zijn van tenminste één ander object.

Geen opmerkingen: