Column uitgesproken tijdens de presentatie van het boek ‘We zijn nog nooit zo romantisch geweest’ van Hans Kennepohl op 9 april in debatcentrum Arminius te Rotterdam.
Dames en heren, Hans vroeg mij vanavond iets te zeggen over hoe ik denk over de relatie tussen romantiek en religie, en of ik zelf meen romantisch te zijn.
Laten we beginnen met de verhouding tussen het romantische en het religieuze. Romantiek en religie passen volgens mij prima bij elkaar. Religie zie ik namelijk vooral als een vorm van persoonlijke vrijheid. Het is de vrijheid om tegen de gewone alledaagsheid in, het absolute, het ultieme geheim van de oorsprong van de natuur, te willen ervaren.
Wij hebben als mensen namelijk de behoefte om ons niet ondergeschikt te maken aan het vanzelfsprekende en het alledaagse. De mens verlangt er dan ook naar om naar het uiterste te reiken, tot zelfs voorbij zijn eigen redevermogen. Juist wat onze ratio overstijgt kan ons diepe voldoening schenken. De mens wil dus altijd al meer zijn dan de mens die hij is. Ieder mens verlangt zo op een bepaalde manier bewust of onbewust naar het transcendente, naar dat wat zijn alledaagse redelijke bestaan te boven gaat.
Veel van de allergrootste romantici van de negentiende eeuw, zoals Novalis, Blake, Schlegel, Schleiermacher, Chateaubriand, en in ons land Bilderdijk, deden precies dat. Ze streefden er naar om door middel van poëzie en literatuur persoonlijke ervaringen van transcendentie op te roepen. Precies omdat dergelijke ervaringen de rede te boven gaan, maakten ze gebruik van verbeelding en gevoel. Juist poëzie kan namelijk als geen ander een dramatische context oproepen die ons brengt tot een gevoel van het ultieme. En met esthetische begrippen als verbeelding en gevoel zijn we inderdaad in het hart van de romantiek beland.
Niet alleen in wat zij schreven, maar ook en vooral in de manier waarop zij leefden, wilden velen van deze romantici het esthetische laten meeklinken. Het ging hen zelfs vooral om deze ‘wijze waarop’, zowel in het dagelijkse leven als in hun religieus bezielde verlangen om het bovenrationele mysterie van de natuur te willen doorvoelen.
De meest uitgesproken categorie van het esthetische, namelijk die van de ervaring van het sublieme of het verhevene, is uiteindelijk zelfs ten diepste religieus van karakter. Niet voor niets speelt het sublieme juist in het werk van veel romantici zo’n belangrijke rol. Hun werk vormt al met al dan ook een mooie illustratie van hoe het romantische en het religieuze elkaar kunnen ontmoeten en aanvullen.
Tot zover de eerste vraag. Hans vroeg ook of ik mijzelf romantisch vind. Laat ik zijn vraag iets toespitsen. Ben ik als filosoof een romantisch denker? Wie mij alleen maar kent van nieuwe rationele argumenten voor het bestaan van God zal waarschijnlijk zeggen van niet. De romantiek richt zich toch op de verbeelding en het gevoel en niet op dat “kille” en “zakelijke” redevermogen? Rationele argumentatie hoort toch bij de Verlichting en niet bij de Romantiek?
Welnu, er zijn denkers die dit niet zo zwart-wit zien. Neem bijvoorbeeld Merleau Ponty. In De wereld waarnemen schrijft hij het volgende: ‘De meest verraderlijke vorm van romantiek bestaat uit het liefhebben van de rede, het willen van het eeuwige, het willen van het meest heldere begrip’. Vanuit dit perspectief kan het willen ontwikkelen van Godsargumenten wel degelijk worden gezien als een, weliswaar verraderlijk, romantisch project. En dit is natuurlijk verrassend voor hen die Romantiek automatisch tegenover redegebruik plaatsen.
Zelf kies ik echter een andere insteek. Ja, dat project van mij kan worden uitgelegd als een romantisch project, maar niet vanwege wat Merleau-Ponty zegt. Het geven van genoemde argumenten kan namelijk opgevat worden als de wijze waarop iemand uitdrukking geeft aan zijn of haar subjectiviteit. Het willen ontwikkelen van dergelijke argumenten kan deel uitmaken van een persoonlijke bestaansexpressie. Het kan voor iemand een manier zijn van het scheppen van geestelijke ruimte, een manier van het verwerven van de vrijheid om in een sterk seculiere maatschappij toch persoonlijk aan een religieuze manier van leven invulling te kunnen geven. Maar dan kan het ook een bevrijdend project zijn. En als dat zo is, dan sluit die activiteit in feite treffend aan bij de definitie van de Romantiek die Hans in zijn boek geeft, namelijk dat Romantiek in de kern neerkomt op de emancipatie van het individu.
Dat project van mij kan dus in elk geval in één opzicht romantisch genoemd worden. En dat verklaart wellicht mede waarom ik zo graag en vaak met Hans van gedachten heb gewisseld over de Romantiek, en met plezier de hoofdstukken van zijn boek van commentaar heb voorzien.
Het boek van Hans is al met al een heerlijk boek, dat volgens mij niet anders dan met veel genoegen gelezen kan worden. Ik verwacht dat het zal aanslaan in ons land. Want zeker na vanavond heeft hij ook in mijn geval gewoon gelijk. Ik ben nog nooit zo romantisch geweest.
Ik dank u voor uw aandacht.
donderdag 10 april 2014
Romantiek en Religie. Column voor Kennepohls boekpresentatie
Labels:
Arminius,
gevoel,
Hans Kennepohl,
rede,
religie,
romantiek,
transcendentie,
verbeelding
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
De brille in taak is OK, maar hoe waardenvast tov de romantiek van de bouwvakker? Het 'genie' Rutte, in taal en zekere logica, zeker, begeeft zich buiten de paadjes, al weer weken durft niemand met het om te gaan wegens zijn altijd 'schitterende verbale en logische 'gelijk'. De romantische borst voorspellen op grond van vele eerdere 'uitlatingen', daarvoor moet je je wel taal- en vertaalkunde voor verstaan?
Een zekere mevrouw deed het! Wat een geweldige 'afwijking' van het 'gemiddelde': het gaat over' welbespraakte club Judassen in een circuit, naar taalanalyse.
We spreken elkaar nog eens, Emanuel, na vele rondjes van geen enkel commentaar op je 'gedachten-spruiten'!?
Beste Emanuel,
Je kunt een blog of een website 'praktisch' aanhouden om je eigen 'denken en voelen' of 'geheel mens te zijn' coherent bijeen te houden, al was het maar alleen voor jezelf. Dat doe je in volle bewustzijn, en het moet geen kwebbelen worden.
Geen comment op wat dan ook krijgen, is dan geen probleem, en dat kan ik op zich wel volgen. Eigen consistentie en logica altijd eerst gezegd. Zeg maar eens nee tegen Vader Abraham. En dat is het meest fabuleuze sinds Jan de DLT me weer ooit (in 2007) uit een 'sluimer' haalde: toon potverdikkeme nou ook weer eens 'belangstelling' voor een op het eerste gezicht bizar (in deze tijd) 'gelovig' denken, en als het kan in de 'geest' van Christus.
Dat 'breide' (breidde kan ook, maar ja, en omgekeerd en aangevuld: ongebreideld denken van chaos tot de Liefde in de Romantiek, tot de Neus van wat: het Leven) zich uit tot 'belangstelling' voor gedachten van jou en TS. (Beperk ZELF de 'inzichtelijke inbreng' ook, want Paul D. en nog een AANTAL best-denkers)!
Het was een (ouder) meisje van de VVD, een soort Serpentjee in haar naam, die het wel gevoelig maar toch wat anti-romantisch en juist - naar reality - zei: snel weer weg omschakelen van de 'illusie' dat we het met 'dienst' alleen af zouden kunnen. Producten weer, meer en meer.
Here here weet het ook niet meer, met al die liefde voor de Romantiek. Het zal romantisch zijn, dat zal het zijn met deze feestredenaar. Dat God alles moge overleven na diens overlijden.
Groet, van de bouwvakker, die u in hoge torens 'ziet' 'denken' over God en de Romantiek.
Here here, help ons allen. (Doe je toch niet, gezien je functionarissen van laag tot hoog. Dat gebed zonder end.)
Een reactie posten