donderdag 26 december 2013

De waarschijnlijkheid van God

Onlangs plaatste filosoof Mihai Martoiu Ticu op joop.nl een kritiek op mijn modaal-epistemisch argument voor het bestaan van God. Hieronder mijn reactie op zijn opiniestuk. Deze is inmiddels eveneens op joop.nl te vinden.

In zijn joop.nl opinie van 23 december doet Mihai Martoiu Ticu een poging om een argument van mij voor het bestaan van God te weerleggen. Hij noemt het argument een bewijs. Maar dat is het niet. Bewijzen doen we in de wiskunde en niet in de filosofie. Filosofische argumenten voor het bestaan van God laten zien dat het waarschijnlijk is dat God bestaat. Maar absolute zekerheid? Nee, dat kunnen filosofische argumenten ons niet geven. Bovendien zijn ze niet noodzakelijk voor een intellectueel verantwoord geloof in God.

Nu dan Mihai’s bezwaren. Zijn eerste bezwaar is dat mijn argument een drogreden is omdat ik “conclusies zou trekken uit onwetendheid”. Maar dat is niet zo. De eerste premisse van mijn argument stelt dat alles wat onkenbaar is noodzakelijk onwaar is. Kortom, alle waarheden zijn kenbaar. Voor iedere waarheid is er in elk geval minimaal één situatie voorstelbaar waarin die waarheid gekend wordt. En dat is alleszins redelijk. Er zijn immers oneindig veel verschillende mogelijke situaties denkbaar, zodat er altijd wel op z´n minst eentje tussen zit die voldoet. Niet voor niets geldt de premisse voor al onze dagelijkse en wetenschappelijke uitspraken. De basisintuïtie erachter is de eeuwenoude idee dat de wereld begrijpelijk is, dat wil zeggen een structuur heeft die rationeel doorgrond kan worden. En dat is een fundamentele aanname voor iedere vorm van wetenschappelijk onderzoek. Door de eeuwen heen hebben filosofen van allerlei achtergronden de eerste premisse geaccepteerd. Ze heeft dan ook niets te maken met het “trekken van conclusies uit onwetendheid”. En hetzelfde geldt voor de tweede premisse, welke stelt dat het onmogelijk is om te weten dat God niet bestaat.

Mihai’s tweede bezwaar luidt dat de stelling 'Voorwerp rXluap6AA5L8^!!Zo48 bestaat niet' onkenbaar is. Als dit inderdaad zo is, dan volgt uit mijn eerste premisse dat dit voorwerp noodzakelijk bestaat, wat absurd is. Genoemde stelling is echter betekenisloos. We weten helemaal niet wat ‘rXluap6AA5L8^!!Zo48’ betekent. Wordt een ijzeren planeet bedoeld? In dat geval is de stelling niet onkenbaar. Neem maar een mogelijke situatie met een beschaving die op een ijzeren planeet woont. In dat geval weet die beschaving dat er een ijzeren planeet is. Wordt een specifieke vlinder bedoeld? Maar ook vlinders zijn kenbaar. Wordt God bedoeld? In dat geval valt de stelling samen met de tweede premisse van mijn argument, waarvoor ik argumenteer. Zo kunnen we lang doorgaan. Mihai zal daarom eerst moeten aangeven wat hij nu eigenlijk bedoelt met ‘rXluap6AA5L8^!!Zo48’. Zolang hij dit niet doet is er van een tegenvoorbeeld geen sprake.

Mihai’s derde bezwaar is dat er geen reden is om te stellen dat er niet meer dan de door mij genoemde vier manieren zijn om iets onmiskenbaar te weten. Welnu, in de eerste plaats heeft ruim tweeduizend jaar wijsgerig denken over onmiskenbare kennis precies deze vier manieren opgeleverd. Suggesties voor een vijfde manier bleken steeds weer onder één van die vier te vallen. Zo is bijvoorbeeld herinnering een vorm van innerlijke ervaring. Mihai noemt logische bewijsvoering, maar die stond ook al op ‘de lijst van vier’. En hij noemt wetenschap, maar dat is een combinatie van logica, ervaring en intuïtie. En deze drie kennisbronnen stonden eveneens al op de lijst. Daarnaast kunnen we beredeneren dat de lijst van vier inderdaad volledig is. Het is als met een T-splitsing. Als je er één tegenkomt weet je dat je maar twee kanten uitkunt. Hier is achtereenvolgens sprake van maar liefst drie T-splitsingen. Kennis wordt (a) verkregen vanuit ervaring of (b) los van ervaring. In het eerste geval komt ze voort uit (a1) eigen ervaring of (a2) ervaring van anderen. In het tweede geval is ze (b1) verkregen door logisch bewijsbaar a priori inzicht, of (b2) niet logisch bewijsbaar a priori inzicht. Zo komen we dus uit op de vier manieren van kennis. Meer opties zijn er redelijkerwijs niet. En dat is voldoende voor mijn argument.

Mihai’s vierde bezwaar gaat als volgt. Stel je een wereld voor waarin alléén God bestaat. Neem nu de stelling ‘God is niet door een übergod geschapen’. Als deze stelling onkenbaar is, dan is ze volgens mijn eerste premisse noodzakelijk onwaar. Het is dan noodzakelijk waar dat God door een übergod is geschapen. Die übergod zou dan vervolgens door een überübergod geschapen moeten zijn, etc. We belanden dan in een oneindige regressie. Wat Mihai echter over het hoofd zit is dat genoemde stelling niet onkenbaar is. Neem maar een mogelijke wereld waarin God bestaat en waarin God weet dat hij God is. In die mogelijke wereld weet God dat hij niet door een übergod geschapen is. God is immers per definitie de persoonlijke eerste oorzaak van de wereld. Er is dus wel degelijk een mogelijke wereld waarin de stelling gekend wordt.

Aan het slot van zijn stuk beweert Mihai echter dat de tweede premisse van mijn argument niet waar is als het mogelijk is dat God weet dat hij niet door een übergod is geschapen. Maar dit is evident onjuist. Uit deze mogelijkheid volgt namelijk op geen enkele wijze dat het mogelijk is om te weten dat God niet bestaat. Maar weet God het in genoemde mogelijke wereld dan niet? Nee, natuurlijk niet. God bestaat in die mogelijke wereld immers en kan dus helemaal niet weten dat God niet bestaat. Ook hier treedt er dus geen enkel probleem voor mijn tweede premisse op.

Al met al raad ik Mihai dan ook aan om mijn argument nauwkeuriger te bestuderen. Hiervoor is het niet nodig om mijn proefschrift te raadplegen. Een heel toegankelijke uiteenzetting met een weerlegging van vele bezwaren staat op emanuelrutten.nl en is getiteld: ‘Alles wat mogelijk waar is, is kenbaar. Een hernieuwde bespreking van het modaal-epistemisch argument’.

9 opmerkingen:

Rogier Schravendeel zei

Beste Emanuel,

'De eerste premisse van mijn argument stelt dat alles wat onkenbaar is noodzakelijk onwaar is.' In de bijbel wordt daar heel anders over gesproken. Dat sterkt mij in de gedachte dat wat jij God noemt, iets anders is dan in de bijbel bedoeld wordt. Lees bijvoorbeeld het einde van het boek Job, hoe God zich bekend maakt. Ook Christus spreekt over zaken die niemand weet behalve God. Er zijn dus blijkbaar zaken die waar zijn terwijl ze (door ons mensen) niet geweten worden!

Groet,

Rogier

Emanuel Rutten zei

Beste Rogier,

Ik beweer helemaal nergens dat wij mensen alles kunnen weten wat mogelijk waar is. Natuurlijk niet. Dat zou onzinnig zijn. Lees om (verdere) misverstanden te voorkomen het artikel dat ik aan het eind van mijn stuk noem goed door.

Groet,
Emanuel

Rogier Schravendeel zei

Beste Emanuel,

Een eerste reactie aan de hand van de eerste pagina's van het door jou geschreven artikel.

Het eeuwenoude idee dat de werkelijkheid uiteindelijk doorgrond kan worden, is een droom die steeds opnieuw geboren wordt uit overlevingsdrang. Een ultiem voorspelbare werkelijkheid is een ultiem veilige werkelijkheid. De vooronderstelling van een uiteindelijk te doorgronden werkelijkheid is inderdaad een essentiële aanname voor het beoefenen van metafysica. Daarmee is echter nog niet gezegd dat deze vooronderstelling waar is of niet.

Is de bewering "esdgadfngsjdv lkjn a;jsnmcv; oliajwgoinipbfiwanvoamvpo \[]QG; ASMWNF" waar?

Mogelijk zijn er subjecten die hier een uitspraak over kunnen doen, mogelijk ook niet. Jij en ik kunnen dat niet beoordelen. En dat is precies de menselijke conditie: we kunnen allerlei uitspraken doen, maar de toekomst zal uitwijzen wat werkelijkheid wordt. We kunnen speculeren over een doorgrondbare werkelijkheid, maar wij zijn het niet die deze werkelijkheid doorgronden, dan door empirie alleen, steeds weer opnieuw.

Wat bedoelen we met het 'kennen' van de werkelijkheid precies? Ik ga er vanuit dat bedoeld wordt 'een volkomen zekere voorspelkracht hebben' (corrigeer me als je iets anders bedoelt). Het is in deze actuele wereld niet mijn ervaring dat er subjecten zijn die over een dergelijke voorspelkracht beschikken. Als je er even over nadenkt, is dat in feite ook theoretisch niet mogelijk. Een subject wordt namelijk gekenmerkt door zijn 'plaatselijkheid', zijn 'vanuit een bepaalde positie kijkend', zijn 'niet-alomtegenwoordigheid', kortom zijn 'subject-zijn', en overziet daarmee vanuit zijn gedefinieerdheid niet alle mogelijke posities.

Nu zou men zich daar tegenin in reactie kunnen voorstellen dat er een subject zou kunnen zijn dat alle mogelijke posities overziet en dus volledig met het object samenvalt. Ik persoonlijk zou zoals gezegd de werkelijkheid hiervan echter niet kunnen beoordelen. Dit subject zou voor mij in die zin onkenbaar zijn.

Maar laten we er eens vanuit gaan dat een dergelijk subject bestaat - mijns inziens niet noodzakelijk. Dan stuiten we op een nieuwe aanname die verborgen ligt in je redenering.

Een 'volkomen zekere voorspelkracht' heeft namelijk als achterliggende aanname een niet-contingente werkelijkheid, een werkelijkheid die noodzakelijk is zoals ze is en niet anders zou kunnen zijn. Mijns inziens is er - en dat is mijn tegenpositie - in de zich ontwikkelende werkelijkheid een element van vrijheid waardoor de werkelijkheid uiteindelijk niet voorspelbaar is maar vormbaar, een bepaalde 'vrijheid' die in de scheppende God verborgen ligt.

Tenslotte: wanneer als geen enkel mogelijk subject in wat voor mogelijke wereld dan ook kan weten dat een bewering p waar is, dan zegt dat alleen maar dat dat er geen enkel subject kan weten dat p waar is, maar niet dat p niet waar is.

Ik ben benieuwd naar je reactie.

Hartelijke groet,

Rogier

Emanuel Rutten zei

Beste Rogier,

Ik adviseer je - voordat je reageert - om het hele artikel goed door te lezen en niet alleen maar de eerste paar pagina's. Verder is mijn tijd schaars en heb ik op dit forum en elders al heel vaak op het soort bezwaren gereageerd waarmee jij nu komt. Mocht je, nadat je mijn *hele* artikel goed gelezen hebt, alsnog bezwaren hebben, dan verzoek ik je daarom het volgens jou sterkste bezwaar te noemen (één bezwaar dus). Ik zal daar dan op reageren. (Overigens zal ik sowieso reageren als ik een echt nieuw en origineel bezwaar tegenkom, maar dat gebeurt helaas (bijna) nooit).

Groet,
Emanuel

Rogier Schravendeel zei

Beste Emanuel,

Bedankt voor je reactie. Ik begrijp goed dat je niet iedere keer opnieuw op een argument in kunt ingaan.

Anderzijds is het voor mij natuurlijk ook niet erg doenlijk om te achterhalen in hoeverre een argument dat ik naar voren breng, al eerder elders door anderen naar voren is gebracht. Het medium internet laat ons wat dat betreft wat in de steek.

Daarom wens ik jou bij dezen een heel goed 2014 en is dit mijn laatste bijdrage. Ik zal nog één keer proberen mijn argument duidelijk te maken.

Jouw vooronderstelling is dat de wereld ten diepste een logisch-rationele structuur heeft die in beginsel begripsmatig doorgrond kan worden en daarmee in principe kenbaar is. Mijn vooronderstelling is dat de werkelijkheid ten diepste niet een logisch-rationele structuur heeft, en dat de gedachte dat dit het geval zou zijn voortkomt uit een menselijke behoefte de werkelijkheid te beheersen. Ik zie daarmee de veronderstelde logisch-rationele structuur dan ook als een typisch menselijke constructie, terwijl de werkelijkheid uitgebreider is. Daarin zie ik tegelijkertijd ook het gevaar van het stellen van een logisch-structurele werkelijkheid: in de werkelijkheid wel degelijk voorkomende 'gebeurtenissen' of 'waarnemingen' die niet inpasbaar zijn in de door de mens geformuleerde en beheerste logisch-structurele structuur, worden niet (langer) waargenomen. Op die manier is sprake van een self fulfilling prophecy, maar wel ten koste van de (empirisch te ervaren) werkelijkheid.

In mijn huidige conditie kan ik dan ook simpelweg niet geloven dat God een immateriële persoonlijke eerste oorzaak van een logisch-structurele wereld is (tweede argument), zie verder Nederlandse geloofsbelijdenis art. 5 (argument vier). Daarmee valt je redenering denk ik.

Hartelijke groet,

Rogier

Emanuel Rutten zei

Beste Rogier,

Is de logica alleen maar een menselijke projectie? Werkelijk? Waarom zou ik jouw uiteenzetting dan überhaupt accepteren? Die is immers zelf ook gebaseerd op logica. Zo beweer je bijvoorbeeld niet het tegendeel van wat je schrijft. Je doet dus al bij iedere zin die je schrijft een beroep op logica (namelijk de wet van de non-contradictie). Echt, zo gemakkelijk ontkom je niet aan de logica. Zie in dit verband ook de passage van Ted Sider over logica op dit blog.

Overigens vormt jouw bezwaar sowieso geen probleem voor mijn argument. Ik heb er namelijk geen probleem mee het argument 'te draaien' in de-wereld-voor-ons. Zie http://filosofie.be/blog/emanuel-rutten/3270/over-het-beginsel-van-niet-tegenspraak/

Groet,
Emanuel

Rogier Schravendeel zei

Emanuel,

Logica is een taal die we delen.

Ons kennen is voorlopig, tastend in het duister, waar we overigens wel degelijk dingen aantreffen. Ons model daarvan is echter zeer beperkt, om niet te zeggen een karikatuur.

Als je je argument toepast op 'de-wereld-voor-ons', neem je dan ook mee dat de 'wereld-voor-ons' ook niet logisch-rationeel is?

Tijd om dit jaar af te ronden overigens.

Groet,

Rogier

Rogier Schravendeel zei

Hoi Emanuel,

Ook de wereld-voor-ons is niet logisch-rationeel. Logica is een onderlinge taalafspraak tussen ons. We tasten in het duister, waarbij we wel degelijk zaken waarnemen. Ons logisch-rationeel werkelijkheidsmodel is echter uiterst beperkt, om niet te zeggen karikaturaal wanneer je het te serieus zou opvatten.

Gelukkig nieuwjaar.

Groet,

Rogier

Emanuel Rutten zei

Beste Rogier,

Wij als mensen kunnen niet anders dan logisch denken. De logica is dus wel degelijk geldig voor de-wereld-voor-ons. Lees http://filosofie.be/blog/emanuel-rutten/3270/over-het-beginsel-van-niet-tegenspraak/ nog maar eens goed na. Verder ga je in jouw reactie niet in op het feit dat jouw bezwaar sowieso problematisch is, zoals ik in mijn vorige reactie aangaf. En heb je het stuk van Ted Sider überhaupt bekeken? Doen hoor!

De beste wensen voor 2014.

Groet,
Emanuel