maandag 3 juni 2013

Wat kunnen we weten?

Mijn slides voor de eerste drie colleges van de cursus 'Inleiding Epistemologie' zijn hier beschikbaar. Het betreft de colleges over de hoofdstukken 1, 2 en 3 van Louis P. Pojman, What can we know? An introduction to the theory of knowledge (Belmont: Wadsworth 2001), Second Edition. Verhelderingsvragen over de tijdens de colleges besproken onderwerpen kunnen hieronder gesteld worden en zullen door mij worden beantwoord. Op de laatste twee slides geef ik, zoals tijdens het laatste college besproken, mijn eigen positie weer: the meta-epistemic stance. Zie hier voor een nadere toelichting op deze positie en een verwijzing naar de relevante teksten.

3 opmerkingen:

Rogier Schravendeel zei

Wat is waarheid in dit kader? Ik lees dat een 'feit' de 'waarmaker' van de propositie is.

Iemand doet dus een bewering en die bewering blijkt later, althans volgens sommigen, overeen te komen met een bepaalde beschrijving van 'de' werkelijkheid. Weten we dan inmiddels persé al iets over 'de' werkelijkheid?

Het lastige zit altijd in de vraag hoe 'de' werkelijkheid kan worden waargenomen. Als ik de uitspraak doe: de auto van Mark is blauw, is de uitspraak correct als de auto van Mark blauw is. Maar is de auto van Mark wel blauw? Er kan een bepaalde consensus hieromtrent bestaan. Veel verder kom je niet. Want wat is blauw?

Emanuel Rutten zei

Beste Rogier,

De correspondentietheorie vertrekt vanuit de gedachte dat er een verschil is tussen proposities en feiten. Als een propositie met een feit overeenkomt (correspondeert) dan is deze propositie waar, ook al zouden wij dit niet kunnen vaststellen. Stel dat er op 1000 miljard lichtjaar een planeet bestaat met een intelligente beschaving. In dat geval is de propositie "Op 1000 miljard lichtjaar bevindt zich een planeet met een intelligente beschaving" waar. Dat wij deze waarheid niet kunnen vaststellen omdat wij niet in staat zijn om te achterhalen wat er zich aldaar precies bevindt, doet dus niets af aan de waarheid zelf. En ja, wanneer je gaat twijfelen aan het bestaan van feiten, zoals dat de Eiffeltoren in Parijs staat, dan zul je ook geen aanhanger van de correspondentietheorie kunnen zijn. Maar waarom zou je gaan twijfelen aan zoiets fundamenteels als het bestaan van dergelijke feiten? Daarvoor zul je een hele goede reden moeten hebben. Het slechts schetsen van een mogelijkheid is dan zeker niet voldoende: extraordinary claims require extraordinary evidence.

Groet,
Emanuel

Rogier Schravendeel zei

Zie voor mijn opvattingen over 'feiten' de pagina over de correspondentietheorie, waarbij ik ook een voorstel doe.

Verder is mijn reactie als volgt:

Wanneer het volslagen onmogelijk is om over zaken 'daar buiten' kennis op te doen, is het dan zinnig om daar enige uitspraak over te doen?

Of nog anders: wanneer God bestaat, is het dan mogelijk dat Hij niet hier en nu bestaat?