Hoogleraar moleculaire biofysica Cees Dekker gaf afgelopen vrijdag een lezing over nanobiologie tijdens het VU symposium "Science and the Big Questions". Dit symposium werd gehouden ter gelegenheid van de opening van het Abraham Kuyper Centre for Science and Religion. Dekker bood de aanwezigen een fascinerende kijk in de wereld van de nanotechnologie. Aan het eind van zijn presentatie noemde hij eveneens een paar met nano samenhangende 'Big Questions', zoals de vraag wat leven nu eigenlijk is en of wij als mensheid ooit in staat zullen zijn leven te produceren. Na zijn lezing trad ik kort op als respondent. Onderstaande bijdrage is een bewerkte versie van mijn response.
Dekkers verhaal maakt duidelijk dat nanobiologie een zeer grote impact op ons leven zal hebben. Het is dan ook inderdaad van belang om na te denken over de meer fundamentele vragen die deze ontwikkelingen oproepen, zowel op het gebied van de ethiek als op het terrein van de metafysica. Laten we eens een paar relevante fundamentele kwesties bekijken.
Uit Dekkers lezing valt op te maken dat de nanobiologie ons leven definitief en radicaal zal veranderen. Nano zal op termijn zelfs dieper ingrijpen op onszelf en onze leefwereld dan de stoommachine, de elektriciteit en de computer hebben gedaan. De keuzes die nu gemaakt worden zullen dan ook een enorme invloed hebben op de toekomst van onze wereld. Bovendien zijn deze keuzes zeer lastig omdat, zoals Dekker aangaf, de impact van nano op de wereld voor ons vooralsnog heel moeilijk voorspelbaar is. Wij overzien op dit moment niet of nauwelijks hoe nanotechnologie onszelf en onze wereld zal transformeren.
Dit roept de vraag op hoe op zorgvuldige wijze besloten kan worden welke nano onderzoeksvragen wel en niet opgepakt zouden moeten worden. Is de beslissing welke nano projecten opgestart worden een strikt natuurwetenschappelijke aangelegenheid? Kunnen natuurwetenschappers louter op grond van natuurwetenschappelijke criteria deze beslissingen zelf nemen? Of is voor het verantwoord nemen van dit soort beslissingen ook expertise van buiten de natuurwetenschappen vereist? En zo ja, om wat voor een soort expertise gaat het dan? Gaat het alleen om andersoortige wetenschappelijke kennis, zoals de kennis van medici, psychologen, sociologen en economen? Of moeten we gelet op de aard van de problematiek ook denken aan expertise die niet van wetenschappelijke aard is? Maar om wat voor een soort niet-wetenschappelijke expertise zou het dan kunnen gaan? Moeten we vooral denken aan wijsgerige inzichten, zoals inzichten op het gebied van de moraalfilosofie? Of bestaan er ook andere vormen van niet-wetenschappelijke kennis die in dit verband relevant of zelfs cruciaal kunnen zijn? Met deze vraag zijn we aanbeland bij het soort vragen waarop het 'Science beyond Scientism' project binnen het Abraham Kuyper Centre zich zal gaan richten. Dekkers verhaal maakt duidelijk dat dit niet onbelangrijk is.
Daarnaast lijkt het erop dat door nano het al millenia lang voor de mensheid vanzelfsprekende onderscheid tussen natuur en techniek, of wellicht beter, tussen natuur en cultuur, verder zal vervagen en ten slotte zelfs geheel zal verdwijnen. Zodra in bijna alles wat bestaat nanotechnologie aanwezig is, en dus bijna alles deels menselijk artefact is, zal het voor ons steeds moeilijker worden om de dingen in onze leefwereld te herkennen als natuur of als menselijk maaksel. Dit is echter nog niets vergeleken bij wat er gebeurd zodra nanomaaksels en natuurobjecten spontaan en ongecontroleerd onderling allerlei nieuwe verbindingen aangaan die vervolgens ook onderhevig worden aan evolutionaire processen. Vanaf dat moment zal er een totale vervlechting tussen natuurobjecten en menselijke maaksels optreden. We komen dan pas echt, om met de filosoof Bruno Latour te spreken, terecht in een wereld van hybrids, een wereld van quasi-natuurobjecten en quasi-maaksels die onmogelijk nog begrepen kunnen worden als natuur of als menselijk voortbrengsel.
De vraag is wat dit toekomstperspectief ons nu reeds zegt over ons beeld van de werkelijkheid en over ons beeld van onszelf. Wat betekent het anders gezegd voor ons wereldbeeld als er straks geen betekenisvol verschil meer bestaat tussen natuur en maaksel, als straks alles natuur en maaksel tegelijk is, of misschien beter, als straks niets nog natuur of maaksel is? Dit lijken mij intrigerende fundamentele vragen waarop het antwoord volgens mij zeker niet alleen van de wetenschap zelf kan komen.
Ook op meer praktisch niveau zijn hier belangrijke fundamentele vragen te stellen. Er lijkt een groot risico te bestaan dat allerlei in het wild uitgezette nanotechnologie op enig moment om wat voor reden dan ook niet langer wenselijk is. Maar wat dan? Moeten we dan speciale nanotechnologie gaan inzetten om allerlei 'nano vervuilingen' weer ongedaan te maken? Maar belanden we zo niet in een hopeloze regressie? Bovendien lijkt het waarschijnlijk dat tegen die tijd nano schoonmaakoperaties technisch niet langer mogelijk zijn omdat de op te ruimen nanomaaksels zich dan al te diep in de natuur genesteld hebben. Of, wellicht nog veel problematischer, omdat tegen die tijd überhaupt het verschil tussen natuur en menselijk maaksel is verdwenen, zodat de notie van het verwijderen van nanotechnologie uit de natuur eenvoudigweg betekenisloos is geworden.
Verder ging Dekker kort in op de zogenaamde convergentiethese. Er is sprake van een steeds verder toenemende overlap tussen nano, bio (biologie), info (informatie) en cogno (cognitie, bewustzijn). Dekker gaf een aantal mooie voorbeelden van nano/bio en nano/info convergentie. Maar het plaatje dat hij liet zien toonde ook een overlap tussen nano en cogno. Dat vond ik als filosoof verrassend. Hoe zou de sfeer van het denken een overlap kunnen vertonen met de wereld van de nanobiologie? Wordt hier gesuggereerd dat het bewustzijn, het mentale, zich al op nanoniveau kan manifesteren? In dat geval zou nano/cogno convergentie wellicht kunnen wijzen op een bepaalde vorm van panpsychisme. Er zijn hedendaagse filosofen die deze metafysische positie als een serieuze optie beschouwen, zoals bijvoorbeeld Thomas Nagel in zijn nieuwe boek 'Mind and Cosmos'. Maar goed, Dekker zal met genoemde overlap waarschijnlijk iets anders bedoelen. Toch laat dit onverlet dat een wetenschappelijke uitwerking van een mogelijke nano/cogno overlap ons misschien iets kan leren over een van de grootste vragen uit de geschiedenis van de mensheid, namelijk de vraag naar de herkomst van het bewustzijn en haar relatie tot de materie.
Kortom, alle reden om als 'Science beyond Scientism' project op de hoogte te willen blijven van de verdere ontwikkelingen op het gebied van de nanotechnologie. Dekkers interessante voordracht is hiervoor wat mij betreft een uitstekende eerste aanzet geweest.
zondag 24 februari 2013
Nanotechnologie en de 'Big Questions'
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
20 opmerkingen:
Dank voor deze verslaggeving. Wat moeten we ons eigenlijk bij een nano-maaksel voorstellen?
@ Emanuel
Ter aanvulling: korte impressie van het openingssymposium in een breder kader.
Korte impressie van het openingssymposium van het Abraham Kuyper Centrum for Science and Religion (AKC;directeur René van Woudenberg; het onderzoeksproject “Science beyond Scientisme” wordt uitgevoerd onder de mantel van het AKC). Interessante lezingen van resp. Dorret Boomsma (hoogleraar biologische psychologie), Peter Nijkamp (hoogleraar ruimtelijke economie en voormalig voorzitter NWO), Cees Dekker (hoogleraar moleculaire biofysica) Jeroen Geurts (hoogleraar translationeel neurowetenschappelijk onderzoek);
tevens presentatie van “ AKC, de VU en Nederland” (AKC + VU-connected+ Veritas-forum + centrum voor wetenschapsgeschiedenis (in oprichting) + ForumC + Brein in Beeld).
Ik krijg de indruk dat het grotendeels gaat om integratie van wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke kennis. Wetenschap begint niet in een vacuüm, maar in een context die telkens verandert. Wetenschap kan helpen bij maatschappelijke vernieuwing. Enkele andere vragen en opmerkingen, die mij opvielen: kunnen we leven creëren? En mogen we dat? Wat is het goede leven? Door de nanotechnologie vervaagt de grens tussen natuur en techniek verder dan nu al het geval is. Welke nanotechnologie gaan we wel doen, welke niet? Graag het vak neurofilosofie voor neurowetenschappers als tegenwicht tegen het eliminativisme:
1. brein weg (Pim van Lommel;Eindeloos Bewustzijn)
2. Vrije wil weg (Victor Lamme;De vrije wil bestaat niet)
3. Geest weg ( Dick Swaab;We zijn ons brein)
Mij verbaasde een beetje dat je toch een behoorlijk essentialistisch beeld gaf van de verhouding tussen mens en natuur, door te wijzen op Latours idee van hybriden. Je stelde in je verhaal technologie/mens en natuur behoorlijk tegenover elkaar. Ik denk - met alle respect - toch dat een dergelijke denkwijze behoorlijk achterhaald is.
Technologie is een onderdeel van de menselijke cultuur, en de menselijke cultuur is een onderdeel of uitvloeisel van de evolutie van de mens en als zodanig een onderdeel of uitvloeisel van de biologie. Met andere woorden, als je de evolutietheorie accepteert, dan vervaagt uiteindelijk het onderscheid tussen cultuur en natuur. Dat was ook de reden, vermoed ik, dat Dekker reageerde door te zeggen dat het onderscheid tussen natuur en technologie al lang vervaagd is. Kijk maar naar het water in het glas, dat technologisch behandeld is (gezuiverd etc.).
Cognitiefilosofen als Andy Clark hebben beweerd dat wij 'natural-born cyborgs' zijn, dus de hybriden waar Latour het over had. Als ik pen en papier gebruik om iets op te schrijven wat ik niet moet vergeten, dan gebruik ik die pen als verlengstuk van mijn lichaam, en het papier wordt een verlengstuk van mijn geest (namelijk een externe memorybank). Als een blinde een blindenstok gebruikt om zijn weg te vinden, dan is die stok het verlengstuk van zijn lichaam. Als ik autorijd, wordt de auto een verlengstuk van mijn lichaam. Met Merleau-Ponty zou je kunnen zeggen dat mensen zeer bedreven zijn in het aanpassen van hun "lichaamsschema" door via technologie met concepten als "binnen" en "buiten" te spelen op een zodanige manier dat het verschil daartussen in algemene zin vervaagt. Ik mag dan wel een velletje hebben dat voor een buitenstaander de grens is tussen binnen en buiten, maar conceptueel is dit niet langer relevant; ook de kleren die ik over mijn velletje heen draag, zijn onderdeel van mijzelf.
Met andere woorden: nanotechnologie en -biologie is niet het eerste technologisch verschijnsel dat het onderscheid tussen natuur en cultuur op zijn kop zet. Dat gebeurde al op het moment dat vroege mensen begonnen stenen werktuigen te maken.
Beste Taede,
Stenen werktuigen, kunstorganen of ruimteschepen zetten het onderscheid tussen natuur en cultuur niet op zijn kop. We zijn in dit soort gevallen prima in staat om een betekenisvol onderscheid te maken tussen het niet door de mens bewerkte (bijvoorbeeld stenen) en datgene wat juist wel het gevolg is van menselijke bewerking (een stenen werktuig). En uiteraard laat dit onverlet dat het onderscheid tussen natuur en cultuur inderdaad al veel eerder onder druk is komen te staan door allerlei technologische ontwikkelingen. Mijn punt is echter dat nano de potentie lijkt te hebben om het onderscheid tussen natuur en cultuur niet alleen nog verder te laten vervagen, maar zelfs geheel te laten verdwijnen. Zie in dit verband bijvoorbeeld mijn opmerking hierboven over 'vervlechting' en het opgenomen worden van nanomaaksels in evolutionaire processen.
Groet,
Emanuel
Heren,
Ik voel mee met Taedes opmerking over biologie als basis, waar onderscheidbaar cultuur uit evolueerde waar techniek integraal deel van is.
Zo bezien krijgen we nu in cultureel zeer deplorabele tijden de mogelijkheden om met techniek fundamentele biologie te beïnvloeden. Het lijkt me dus alleszins terecht hier onder andere de vragen bij te stellen die Emanuel voorzet.
Wat daarbij wellicht ander licht op de zaak werpt, is wat we (al eeuwen) doen zien bij zogenaamd 'afval' en 'recycling'. Daarbij worden culturele artefacten teruggebracht tot natuurlijke grondstoffen, meestal teneinde ze weer cultureel te benutten.
Zou dit op nanoschaal nou werkelijk onmogelijk of fundamenteel anders gaan zijn, waarmee zoals Emanuel stelt het natuur/cultuur-onderscheid voorgoed gaat verdwijnen?
Ik heb de indruk dat we het best kunnen nadenken en spreken over wat we waarnemen. Aangezien nano aan ons oog ontsnapt, zullen we ons bewustzijn in het denken hierover dus gewoon even moeten laten verruimen middels de beelden die de wetenschap ons voorschotelt.
Daarmee ben ik wat betreft nano geneigd te spreken van 'een kleine stap voor de filosofische mensheid': Technisch is deze stap vast minstens zo groots als de stoommachine en computer, maar filosofisch verwacht ik niet veel meer dan bij de microscoop.
Dus gezien mijn eerste opmerking n.a.v. Taedes verband; laat de vragen maar vooral ethisch blijven en in Kuypers geest cultureel-kritisch. De ontologische fundamentele vragen blijken achteraf toch vaak minder urgent.
Maar goed, nu hieronder nog even bewijzen dat ik geen robot ben..
Emanuel, je hebt nog niet geantwoord op mijn big question. Dan zal het wel een domme vraag zijn geweest, denk ik dan. Dus ik ging eens wat opzoeken op wiki en las over buckyballs en fullereen en nanoijsjes. Maar nou snap ik nog steeds niet waarom een nano-maaksel ons leven definitief en radicaal kan veranderen. Als je even tijd hebt, kun je dan eens één pratisch voorbeeld geven van zo een bedreigend nano-maaksel.
Beste Lucas,
Stel je eens voor dat we al die nanomaaksels "in het wild" loslaten, en dat zij vervolgens opgenomen worden in het proces van evolutie, zodat al het bestaande in onze leefwereld op enig moment een hybrid zal zijn van gegeven natuur en menselijke artefacten. Het onderscheid tussen natuur en cultuur zal dan haar betekenis verliezen. Niets zal nog louter natuur of maaksel zijn. We komen dan terecht in een nieuw soort leefwereld. Ik schetste dit perspectief slechts als een mogelijk gevolg van nano, iets dat mij belangrijk genoeg lijkt om verder over te willen nadenken.
Groet,
Emanuel
@ Lucas
Het Rathenau-instituut geeft een goed overzicht van toepassingen, beloften, risico’s en discussies.
http://www.rathenau.nl/web-specials/nanodialoog/over-nanotechnologie.html
@Emanuel, jij praat nu over nano als leven dat kan ontsnappen en schade kan aanrichten. Een soort lopend miltvuurtje, dat uit een laboratorium wegvlucht, of uit het jurassic park of een overlopend gist van de bakker op de hoek. Dat gaat heel wat verder dan de aanpassingen waar Taede het over heeft. Als ik kijk op de site die Nand doorgeeft dan gaat het over deeltjes, over materie dus. Kan nanotech worden ingezet als een intelligente designer, als een scheppende kracht? Als ik jouw antwoord lees dan houd jij dat voor mogelijk en vrees je een wereld waarin echt-leven naast namaak-leven zou bestaan en waarin dat onderscheid verdwijnt, ergo alles leeft maar heeft verschillende scheppers. Kunnen wij, mensen, staande in de evolutietheorie iets veranderen aan het proces waarin we staan? Dat is toch zoiets als in je eigen tanden bijten.
@Nand, bedankt voor de link, die bevat inderdaad heel wat informatie
Beste Lucas,
Nanomaaksels zijn geen levende scheppende kracht of een intelligent designer. Natuurlijk niet. Nanomaaksels zijn materiële structuren op nanoschaal, voortgebracht door de mens. Mijn punt was dat deze structuren vanwege hun fijnmazigheid, eenmaal opgenomen in de natuur, spontaan en ongecontroleerd nieuwe verbindingen kunnen aangaan met de bestaande natuur en zo onderdeel worden (als materiële structuren) van evolutionaire processen. Dit kan als gevolg hebben dat straks onze hele leefwereld (planten, bomen, dieren, etc.) deels ook opgebouwd zal zijn uit menselijke artefacten. Dat zal dan implicaties hebben voor onze kijk op de wereld, en met name voor het onderscheid tussen natuur en cultuur dat wij al duizenden jaren maken.
Groet,
Emanuel
Palmyre Oomen heeft een goed artikel geschreven over 1. Wat nanotechnologie inhoudt 2. Over het steeds verder vervagen van de grenzen tussen natuur en techniek/cultuur (voortdurend proces met nanotechnologie als nieuwe fase) en 3. Last but not least: de filosofische en theologische overwegingen bij nanotechnologie:
http://rk-kerkplein.org/home/themas/tussen-begin-en-einde/biotechnologie/Vragen%20over%20mens,%20techniek,%20natuur%20en%20God
@ Nand Braam
Interessant, en volstrekt helder (voor mij) artikel van P. Oomen. Dank voor deze link!
Voor mij in een notendop niet alleen een reminder aan het boek van Alfred N. Whitehead, Process and Reality (1929, en de verschrikking van de Eerste Wereldoorlog in elk geval toen al wel gezien hebbend, naast...), dat ik ooit (lang geleden) in handen had. Zwakker dan 'het had destijds wel "iets" aantrekkelijks' kan ik het natuurlijk niet uitdrukken op dit argumentatie-blog. (Zie dat ik de bibber de bibber krijg van: http://www.gjerutten.nl/OnPhilipsesAttemptPreprint.pdf). (In de mijn resterende tijd zal ik moeten accepteren het niet meer in de finesse te kunnen begrijpen, zoals zoveel niet.) (Maar het 'optimisme' had te maken met het enigszins beredeneerde sentiment dat begrippen als hoop op en verlangen naar bijna niet te operationaliseren zaken in (observeerbaar, desnoods verbaal) gedrag zijn, dus blijvende filosofische vragen blijven oproepen over de 'betekenis' van leven, misschien een beter perspectief zouden kunnen hebben in een 'proces-theologie'. Want om het anders te stellen: uiteraard ontkomt er niemand aan de 'geschiedenis' als het om betekenisgeving gaat. De gedachte aan God is een gegeven voor ons allen. Verder zouden we God, als hij bestaat, en zelfs Taede gebruikte die schitterende conditie van de redenering ook al, graag begrijpen. Maar dat doen we niet!
Dus even kort verder:
1. Op die link uit 2011 (ook de (kritische en eventueel ex-) katholieken hebben nog een 'plein' op internet, aha) heeft helemaal Niemand gereageerd. Mocht het nog kunnen, dan ben jij wel de eerst aangewezene haar te complimenteren met dit duidelijke stuk, alsnog? (Heb het zelf niet geprobeerd, voelde me wel even verleid, maar wat een uitgelezen kans om met haar in gesprek te komen voor jou dan!? En hoe interessant zou dat kunnen zijn? (Ook voor de jongens en meisjes van de VU trouwens, maar dat hebben ze natuurlijk al lang, dat contact, maar goed dan via de 'theologische wetenschappen' in de door Elsevier? beheerde geschriften.)
2. Minder vrolijk dan weer: intussen hebben we Wiki voor de gehaaste burger (en voor soms serieuze medewerkers daaraan: een terecht ethisch ideaal!) en ik zoek Whitehead op, en dan weer dit: "Het denken van Whitehead groeide na de Tweede Wereldoorlog onder impuls van Charles Hartshorne, John B. Cobb en David Ray Griffin uit tot een nieuwe theologische stroming, de procestheologie."
Mooi, maar dan doorgeklikt naar David Ray Griffin: " Volgens hem is de officiële versie van de feiten een grote leugen en zijn de aanslagen met medewerking van de Bush-administratie verricht." Kweennie of het klopt, maar tja, waarom hier geen Palmyre?!
Heere heere, de oudere en de eenzame zoekt het verder maar uit op een toetsenbord voor handgestuurde blinden. Effectief gestuurd door een 'facilitator'. (Alle overgangen zijn pijnlijk in bejaardenhuizen.) (Ze willen binnenkort allemaal dood.)
Niets nieuws, handgestuurd, nu via de nano, haha. (En het plastic Spanje en Frankrijk in de oceaan niet eens opgeruimd.) Maar met Palmyre Oomen is de 'ethische' discussie van een geweldige start voorzien! Dank Nand.
Ik vergeet natuurlijk weer de kern van de zaak: onder deze 'paraplu' kan elke toekomstige ethiek zich verenigen, naar ik hoop en verlang: gelovig, agnostisch (gewoon slappe knieën zo je wilt, in mening of overtuiging en gebrek aan universele kennis, ik dus onder meer daaronder) of atheïst (soms eerder in de richting van vegetariër geneigd dan de gelovige, haha bepaalde paradox in betekenisgeving): Palmyre does well (ook al klinkt het naar palmolie, en duveltjes van bierbrouwers, en de in doosjes verstopte 'gevoelens' van ooit en nog steeds gruwel van Agt).
Proces-betekenisgeving (nieuwe term wellicht) van jonge honden, Jan, die niet met een donkere bril voor boekenkasten zullen gaan staan op de foto. (Maar bij Emanuel op bezoek, zie je dat dan weer niet, en toch.)
Ze, de jeugd, lijkt de 'wijsheid' in pacht te willen nemen. Er is dus ook een zekere logica in de betekenisgeving. Mystici leven heel 'bijzonder'. Fysici ook. Mensen met een wat gebogen rug worden weer anders bekeken dan de vrouw van Obama in Iran.
Heere heere, verlicht de wetenschappers in U gelovig in hun taak.
Zit er een proces in? Nee, Heere heere, het wordt steeds ingewikkelder. Ik heb drie postbodes in plaats van één tegenwoordig. Kunt u nou eens niet ingrijpen via een wonder van een helder verstand dat mevrouw Jorritsma enzovoort.... Al mijn gebeden zijn vruchteloos. Nee, echte logica kan u niet verweten worden, om de zaak der zaken nog eens om te draaien.
De plu van Palmyre en indirect van de mede-auteur van de Principia: ze verenigt echt de hoop en het verlangen, die niet echt vanuit de filosofie operationeel aan te vatten vielen binnen de psychologie, imho. In dat vak moet het altijd iets 'concreets' zijn zoals ik verlang naar mijn bed en ik hoop op een goede slaap. Niet echt: ik hoop en verlang dat er na de crematie of begrafenis... We weten het niet, daar start de discussie en blijft de discussie, zo althans begrijp ik althans Palmyre, zelfs waar ze een soort tegen-tekst uit die Bijbel weet te peuren over het 'verbeteren' van de wereld. Ongelooflijk is de gelovige 'selectieve waarneming' daar dan weer.
Maar goed, mede-startpunt voor elke toekomstige ethiek op de Radboud en de Kuypers Universities.
@ Theo Smit
In het Wikipedia-verhaal over Whitehead worden verderop onder “ Whitehead in de Lage Landen” de namen genoemd van Palmyre Oomen, Jan van der Veeken, André Cloots en Max Wildiers.
Onder Nederlandstalige lectuur staan literatuurverwijzingen. Van Jan van der Veeken heb ik een aantal publicaties gelezen, die goed leesbaar zijn. Maar het proefschrift van Palmyre Oomen “Doet God ertoe” geeft het beste inzicht in de gedachten van Whitehead als bijdrage aan een theologie van Gods handelen.
In ben alleen geïnteresseerd in de theologische/filosofische gedachten van Griffin, niet in zijn politieke en zeker niet in zijn complottheorie van 11 september.
In het stuk over nanotechnologie van Palmyre Oomen schrijft zij op een bepaald moment (en werkt dat verder uit):
”Het maakt dus nogal uit of je de nadruk legt op Gods scheppen als een act in den beginne óf op Gods appél tot uittocht en vernieuwing! Het maakt uit voor het Godsbeeld, voor het beeld van mens en natuur, en daarmee voor de theologische waardering van de techniek.”
Het is duidelijk dat de VU/AKC- groep van René van Woudenberg, Emanuel Rutten e.a. de nadruk legt op Gods scheppen als een act in den beginne en dan tot een conservatieve/erg afwachtende theologische waardering van de techniek komt. Of zie ik dat verkeerd, Emanuel?
Heren, ik heb er een blogje van gemaakt: http://goo.gl/GvQNX
Hoi Lucas,
Leuk, ik zal het lezen!
Groet,
Emanuel
Lucas, heb het stukje van je gelezen, en het is een aards-begrijpelijke samenvatting. Grappig dat het erkende begrip 'horror novi', de angst voor het onbekende, zelfs bij jou niet viel.
Maar natuurlijk trekt de 'werkelijkheid' zich niets aan van de reflecties van de ethici, van Radboud tot Kuypers Universities. (En in groter verband zeker niet van dit kikkerlandje, hoe cliché dat op zich dan ook weer is. E. Rutten in the NYT, nog eerder dan M. Rutte, de historicus en de 'leider' van de mogelijke betekenisgeving voor eenieder in economische zin). Ethici zijn altijd te laat bij wat de nieuwsgierige aap al lang weer ontdekt heeft (was in 1995 al zo op de Radboud bij een cursus ethiek: geneticus uit Rotterdam over ivf en ethische kwesties daaromtrent: waar maken jullie je in deze donkere kamers zo druk over: de zon schijnt buiten) maar hier en daar moet de emotie in 'verfraaiing' toch een kans houden, meen ik ook nog steeds.
Ik denk hetzelfde wat betreft je 'ervaring' mbt het artikel van Palmyre Oomen (nog een keer gelezen). Ten diepste (haha) blijft het de angst van het zomaar doodgaan als zelf?
De paraplu van Palmyre (zonder bijbel-tekst-gezoek liefst): we moeten de toekomst in, samen, ook al dooft de zon ooit uit, dat blijft toch ook van kracht: de proces-theologie-gedachte (samen met het Onbekende werken in een 'goede' richting). Maar ja, de ayatollah uit 1978 begreep het ook al weer anders.
God is een Mogelijkheid zoals de Liefde en de Verdwazing?
Inderdaad Theo Smit, ethici lopen altijd achter de feiten aan. En wat kan je dan nog met je ethiek als de feiten al feiten zijn. Die nano-jongens stoppen niet meer. Als de nieuwe soort -de cyborg- zich straks openbaart, gaat het niet meer om ethiek maar om strategie. Of zal er voor die tijd nog Iemand een stokje voor steken?
Dat lijkt me de conclusie die Sloterdijk ook al trok in regels voor het mensenpark.
De vraag naar de herkomst van het bewustzijn en haar relatie tot de materie is bij uitstek het terrein van de wetenschap lilaca. Voor meer informatie zij bijvoorbeeld een artikel over bewustzijn: http://www.elektoor.com/archief/jaargang-5-2012/gouden-visie-52-april-2012/lilaca-en-de-werelden-van-bewustzijn.aspx
Een reactie posten