zaterdag 2 januari 2010

Is de lege wereld een mogelijke wereld?

Een epistemische rechtvaardiging voor de claim dat de lege wereld geen mogelijke wereld is (anders gezegd: dat de lege wereld metafysisch onmogelijk is) levert ons niet noodzakelijkerwijs ook een antwoord op de vraag waarom de lege wereld metafysisch onmogelijk is. Vergelijk dit bijvoorbeeld eens met het beschikken over overtuigend juridisch bewijsmateriaal voor de bewering dat Jan de fiets van Piet heeft gestolen. Dit bewijsmateriaal vormt een sterk argument om te concluderen dat Jan de fiets van Piet stal. Daarmee hebben we echter niet noodzakelijkerwijs ook een antwoord gevonden op de vraag waarom Jan dit gedaan heeft.

Kosmologische en ontologische argumenten voor het bestaan van een noodzakelijk bestaand object gelden als argument voor de onmogelijkheid van de lege wereld. Het aardige van dit soort argumenten is dat zij tegelijkertijd ook een antwoord geven op de vraag waarom de lege wereld metafysisch onmogelijk is. De lege wereld is immers onmogelijk precies omdat een noodzakelijk bestaand object in iedere mogelijke wereld moet bestaan. Het probleem van genoemde argumenten is echter dat zij op z'n zachts gezegd controversieel zijn. Zij worden zeker niet door het merendeel van de internationale filosofische gemeenschap geaccepteerd.

Het is daarom interessant om te zoeken naar andere argumenten voor de bewering dat de lege wereld metafysisch onmogelijk is. Uiteraard bij voorkeur argumenten die tevens een antwoord betreffen op de vraag waarom de lege wereld metafysisch onmogelijk is. Een mogelijke aanpak is om te laten zien dat de lege wereld geen mogelijke wereld is omdat de aanname dat de lege wereld mogelijk is tot onoverkomelijke tegenspraken leidt. Het voordeel van deze aanpak is dat zo niet alleen kan worden vastgesteld dat de lege wereld onmogelijk is, maar bovendien ook de vraag waarom dit zo is wordt beantwoord. Een contradictoire situatie is immers metafysisch niet realiseerbaar, zodat de lege wereld inderdaad geen mogelijke wereld kan zijn. Het probleem van deze aanpak is echter dat er sterke bezwaren bestaan tegen reductio argumenten die de lege wereld ad absurdum trachten te voeren. Dit is precies hetgeen ik in mijn laatste bericht heb willen laten zien.

Een derde weg is om een geheel ander argument te zoeken voor de claim dat de lege wereld onmogelijk is. Dit argument hoeft niet zo sterk te zijn dat tevens de vraag wordt beantwoord waarom de lege wereld onmogelijk is. Het gaat er nu slechts om dat het argument overtuigend genoeg is om in ieder geval te kunnen vaststellen dat de lege wereld metafysisch onmogelijk is. Een dergelijk argument heb ik uitgewerkt in een korte notitie getiteld: "Is the Empty World a Possible World?". Dit argument is ontleend aan een door A. R. Pruss gegeven uiteenzetting over de ontologische aard van de waarmakers van modale waarheden, zoals 'Het is mogelijk dat P'. Deze notitie is beschikbaar op mijn website www.gjerutten.nl.

1 opmerking:

Theo Smit zei

Beste Emanuel,

Bezig me opnieuw door je denkwereld (wereldbeschouwing) te worstelen van meet af aan, - op blog begonnen als er al wel een thesis is, nog geen proefschrift, dus vanuit het blog -, hier nu aanbeland, net in 2010, met een verwijzing naar Pruss. Op je website vind ik nu een duidelijke verwijzing naar Pruss, maar die is ongetwijfeld bijgewerkt naar: 'Van Anselmus naar Pruss'.

Ik heb me ooit door een theoretisch fysicus laten uitleggen dat je niet te bang moet zijn 'de wiskunde' en de 'harde' logica uiteindelijk niet onder de knie te krijgen.

Ook al zijn mijn vorderingen 'matig', met die modaal-epistemische zaligheden. Ze zijn er een beetje wel (in de zin dat ik taal en zoektocht en bedoeling steeds beter begrijp bij herlezing), maar zijn ze speciaal ten opzichte van de 'mogelijkheid' van God in de wereld voor ons in het leven gekomen, met al die grenzen die met name de wiskunde ook oproepen?

Uiteraard blijf ik zoeken naar 'sporen' die je ooit tot de opzet van thesis, proefschrift en sublieme bracht, als drie-eenheid.

En hoe is het uiteindelijk mogelijk dat Jan-Auke en jij dan met 'gelijke' startpositie in de (modale) epistemologie en Gogdsverlangen in 'vrijwel diametraal tegengestelde positie terechtkomen. Daar moet 'normaal logisch in betekenisgeving' een zodanige hoop (en zeker op internet) 'onbespreekbare' psychologie achter zitten.

Mijn huiver blijft het fenomenologische en dat te 'durven' verbinden met de werkelijkheid.

Hoe mag Bataille wel en Otto wel over het 'onuitspreekbare' spreken, waar de laatste kennelijk in 'logica' dan het 'heilige' weer onder het 'sublieme' moet brengen.

Er wordt uiteindelijk veel naar 'overeenkomst' gezocht in je eerste blogs uit 2009, maar naar 'samenhang' zoeken doe je toch vooral zelf, en die zoek je toch bij een 'geschiedenis', die je wilt schrijven, als je zo'n knappe jongen bent als Emanuel, die mij het 'vooroordeel' wat de intuïtie of het noëtisch inzicht, als gevaar, -zelfs dat is de Freudiaan Freud van meet af aan duidelijk (niet projecteren op de Ander, geweldig inzicht, of het echt origineel van hem was weet ik niet)- niet voldoende voorhoudt ten opzichte van een Jan-Auke.

Kom maar op vanuit het inzicht van het niet voldoende hebben onderscheiden van het Zijn en de Zijnden zoals Heiddegger.

Ok, er zit maar één ding op: verder mijn klep houden, en ook deze 'jongen' verder zien te begrijpen, ook in 'verbaal' gedrag.

Dat God het moge behagen.