dinsdag 15 juli 2025
Niet-lineaire retorica
In hedendaagse vormen van politiek spreken voor een groot publiek valt echter een duidelijke verschuiving waar te nemen. En dit niet omdat de intentie tot overtuiging verdwenen zou zijn, maar omdat de structuur waarin deze overtuiging gestalte krijgt wezenlijk verschilt van de traditionele opbouw.
Steeds vaker vertonen politieke publieksbetogen een niet-lineaire ontwikkeling, waarin meerdere verhaallijnen simultaan worden ontvouwd. De lijnen lopen door elkaar heen, overlappen gedeeltelijk, verdwijnen tijdelijk uit beeld en keren herhaaldelijk weer terug. De overtuigingskracht vloeit hier niet voort uit een lineaire argumentatieve progressie, maar uit herhaling, ritmiek en het performatief afstemmen op het publiek.
Een treffende analogie voor deze niet-lineaire retorische dynamiek betreft het format van de hedendaagse talkshow waarvan in Nederland Vandaag Inside het paradigmatische voorbeeld is. Gesprekken verlopen daarin niet langer serieel van gast naar gast volgens een gestructureerde sequentiële vraag-antwoordreeks. In plaats daarvan grijpen sprekers in op elkaars bijdragen, onderbreken zij elkaar, en keren thema’s steeds terug. In deze configuratie ontstaat betekenis niet primair via logische ordening, maar via associatieve verbanden en tegelijkertijd meanderende en concentrische patronen. Precies deze circulaire gespreksdynamiek kenmerkt in toenemende mate ook monologische retorische praktijken binnen het politieke domein.
Hoewel deze retorische ontwikkeling op het eerste gezicht overeenkomsten lijkt te vertonen met elementen uit wat vaak de sofistische traditie binnen de klassieke retorica wordt genoemd, dient toch nadrukkelijk een onderscheid tussen beide gemaakt te worden. Redenaars zoals Gorgias leggen sterk de nadruk op de affectieve en stilistische aspecten van taal, waarbij overtuigingskracht wordt gekoppeld aan esthetiek en performativiteit. Echter, ook binnen deze klassiek retorische traditie bleef het betoog herkenbaar als discursieve lineaire eenheid. De retorische strategieën richtten zich op het beïnvloeden van het publiek via emoties die zich, ondanks hun fluïditeit, nog steeds lieten structureren binnen een samenhangend lineair geordend betoog.
De recente niet-lineaire retorische vormen onderscheiden zich doordat zij die ordenende structuur loslaten. Er ontstaat overtuiging zonder een traditioneel opgebouwd narratief. In plaats van een lineair betoog produceert de spreker een affectief veld waarin diverse thema’s gelijktijdig op meerdere niveau's resoneren. Verschillende motieven worden niet thematisch volgordelijk afgewerkt, maar verweven in een doorlopende rondgaande ritmische stroom. De toehoorders worden niet aangesproken als delibererende subjecten, maar als deelnemers binnen een gedeeld affectief activerend veld. De overtuiging die hieruit voortkomt berust dan ook niet op logische volgordelijke argumentatie, maar op herkenning en identificatie binnen een veelstemmige resonantieruimte.
Deze recente ontwikkeling kan worden omschreven als niet-lineaire retorica. In tegenstelling tot de klassieke retorica, waarin overtuiging het resultaat is van een logische progressie, zet de niet-lineaire retorica in op het gelijktijdig activeren van meerdere betekenislijnen. Deze lijnen versterken elkaar niet via deductieve coherentie, maar via associatieve en repetitieve interactie. De spreker fungeert hier niet als auteur van een argumentatieve eenheid, maar als regisseur van discursieve resonanties binnen een netwerk van betekenissen.
Binnen deze retorische constellatie verschuift het zwaartepunt van deductie naar beweging. Waar in de Aristotelische traditie binnen de klassieke retorica de argumentatieve kracht vooral ligt in de logische onderbouwing van een standpunt, ontstaat overtuiging hier door het opwekken van herhaling, herkenning en ritmische bevestiging. De spreker produceert geen betoog in de traditionele zin van het woord, maar initieert een golfbeweging van betekenisproductie die zich collectief en dynamisch ontvouwt. De orator beweegt en laat zich bewegen door het publiek dat meebeweegt. Zo ontstaan affectieve loops en golvende patronen.
Deze benadering vertegenwoordigt geen breuk met retorica als zodanig, maar betreft een transformatieve ontwikkeling binnen de redenaarskunst. Overtuiging ontstaat niet langer via stapsgewijs gestructureerde argumentatie, maar via performatieve deelname aan een discursief ritme. Niet-lineaire retorica begrijpt een redevoering als een plaats van performatieve emergentie waarin betekenis associatief ontstaat en zich ontwikkelt door meervoudige gelaagdheid, herhaling en collectieve affectieve afstemming. Daarmee vormt de niet-lineaire retorica een retorisch model van publieksovertuiging dat de traditionele lineaire retorica overstijgt door het ontsluiten van een niet-seriële fluïde overtuigingsstructuur waarbij meerdere betekenislagen tegelijkertijd in lussen belicht worden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten