dinsdag 9 juli 2024

Wittgensteins Tractatus en het semantisch argument

Gisteren besprak ik uitgebreid mijn semantisch argument met Joop Leo van de afdeling Formal Semantics & Philosophical Logic van het Institute for Logic, Language and Computation in Amsterdam. Het was een mooi gesprek waarbij naast mijn semantisch argument ook de Tractatus van Wittgenstein de nodige aandacht kreeg. Zo besprak ik mijn eerder op dit blog uitgewerke interpretatie van Wittgensteins voorwerpen en atomaire feiten. Leo stelde vervolgens een fascinerend tegenvoorbeeld tegen het identiteitscriterum van mijn semantisch argument voor. Beschouw de concepten 'Aangetrokken worden door de planeet Aarde' en 'De planeet Aarde aantrekken'. Hierbij gaat het om de werking van de zwaartekracht. De betekenissen van deze concepten verschillen. Aangetrokken worden door de planeet Aarde is immers iets anders dan de planeet Aarde aantrekken. De referentieverzameling van het eerste concept is de verzameling bestaande uit de planeet Aarde verenigd met de verzameling van alle objecten die aangetrokken worden. De referentieverzameling van het tweede concept is de verzameling bestaande uit de planeet Aarde verenigd met de verzameling van alle objecten die aantrekken. De referentieverzamelingen van beide concepten lijken gelijk omdat iets aangetrokken wordt dan en slechts dan als het aantrekt. Terwijl de refentieverzamelingen gelijk lijken te zijn, verschillen ontegenzeggelijk de betekenissen van beide concepten, zodat een tegenvoorbeeld tegen het identiteitscriterium van mijn semantisch argument gevonden lijkt. Toch is van een tegenvoorbeeld geen sprake. Zo zijn er bijvoorbeeld virtuele deeltjes met een levensduur die zo kort is dat zij niet in staat zijn om tot een werkelijke manifestatie van aantrekking te komen, terwijl ze ondanks hun korte levensduur desalniettemin beïnvloed worden door het zwaartekrachtsveld waarin ze zich tijdens hun bestaan bevinden. Dit soort virtuele deeltjes behoren dus tot de eerste en niet tot de tweede referentieverzameling. Maar dan zijn zowel de betekenissen als de referentieverzamelingen van beide concepten verschillend, zodat van een tegenvoorbeeld geen sprake is. Dit laat echter onverlet dat Leo's voorstel een bijzonder fraaie en vernuftige poging betreft om tot een geslaagde weerlegging van mijn semantisch argument te komen.

Geen opmerkingen: