zaterdag 28 januari 2017

Een existentiaal van de exclusieve liefde

Het paradijs is dialectisch in die zin dat het steeds verwijst naar en uitdaagt tot zijn tegendeel. Gesteld nu dat de exclusieve liefde paradijselijk is, wat betekent dit dan voor haar wezen? We zouden kunnen zeggen dat het er in de exclusieve liefde om gaat dat deze liefde steeds weer op het spel gezet moet worden. Zo ontstaat een welhaast volmaakte dialectische aufhebung. Dit steeds weer op het spel zetten is namelijk een existentiaal van of noodzakelijke mogelijkheidsvoorwaarde voor de exclusieve liefde zelf. Ze is dat wat haar blijvend vitaliseert. Zo is ze mogelijk zelfs de oplossing voor de paradox van de exclusiviteit. Maar ze is niet de substantie of de drager van deze liefde. Ze is anders gezegd niet haar laatste grond. Want dat is het samen een zijn in het zijn. De vraag wordt dan vervolgens of dit steeds weer op het spel zetten van de exclusieve liefde voldoende is om te komen tot eerdergenoemde dionysische philia waarin het atopische van het dionysische als moment behouden blijft.

Geen opmerkingen: