vrijdag 15 november 2013

Driedelig project

Vandaag werd ik door theoloog, journalist en redacteur Theo van de Kerkhof geïnterviewd voor De Bezieling. Het was een mooi gesprek waar ik met veel plezier op terugkijk. Wel werd ik opnieuw geconfronteerd met het feit dat het overkoepelende project waaraan ik steeds gewerkt heb door alle aandacht voor mijn modaal-epistemisch Godsargument wat naar de achtergrond is geraakt. Daarom lijkt het mij goed hieronder nog eens een korte schets van dit project te geven.

Mijn proefschrift (met daarin op de laatste tien pagina's mijn modaal-epistemisch argument) vormt tezamen met een aantal aanvullende teksten op mijn website (zoals de drie 'cumulatieve casus'-voordrachten) het tweede deel van genoemd project. Het eerste deel van dit in totaal uit drie delen bestaand project betreft mijn thesis Het kenbare noumenale waarin ik een alternatieve kennisleer ontwikkel in dialoog met Kant. Enige tijd geleden heb ik aan deze thesis nog een addendum toegevoegd. De thesis en het addendum zijn hier beschikbaar, evenals een beknopte samenvatting van mijn alternatieve kennisleer.

Het derde deel betreft een fenomenologie van de ervaring van het sublieme (in dialoog met vooral Longinus, Burke, Kant en Lyotard) en het heilige (in dialoog met Rudolf Otto en vooral Georges Bataille). De kern van dit deel wordt gevormd door een artikel in het enige tijd geleden verschenen boek Kunst en Religie, een eerdere uitgebreidere versie van dit artikel, en een tekst over de ervaring van het sacrale bij Georges Bataille. Daarnaast omvat het derde deel een tekst over het heilige bij Rudolf Otto en nog een aantal kleinere aanvullende teksten over Longinus, Burke, Kant en Bataille op mijn website.

Naast genoemde teksten heb ik eveneens verschillende aspecten van elk van de drie delen van mijn project regelmatig op dit forum in afzonderlijke bijdragen aan de orde gesteld.

Het tweede deel steunt op het eerste deel en het derde deel steunt op haar beurt weer op het tweede deel (en dus indirect ook op het eerste deel). Kortgezegd, om te betogen dat (contra Burke, Kant en Lyotard) de fenomenologisch meest adequate duiding van de sublieme ervaring de ervaring van God is (derde deel), zullen we eerst vanuit de rede moeten laten zien dat het redelijk is om te denken dat God bestaat (tweede deel), en om vanuit de rede te kunnen laten zien dat het redelijk is om te denken dat God bestaat, hebben we een geschikte alternatieve kennisleer nodig waarmee we (contra Kant, het positivisme, het scepticisme en het postmodernisme) uitspraken over het bovenzintuiglijke epistemisch kunnen rechtvaardigen (eerste deel). Het driedelig project waaraan ik heb gewerkt culmineert dus in een esthetiek, verloopt langs een metafysica en grondt in een kennisleer.

4 opmerkingen:

Theo Smit zei

Beste Emanuel,

Ok, dat interview komt dan later nog in tekst aldaar, neem ik aan.

"Het was een mooi gesprek waar ik met veel plezier op terugkijk."

Misschien kun/wil je dit nog verduidelijken? Wat was mooi, en veel plezier zou kunnen betekenen dat je iemand tegenover je had die je teksten allemaal gelezen had (en wellicht begreep)?

"Wel werd ik opnieuw geconfronteerd met het feit dat het overkoepelende project waaraan ik steeds gewerkt heb door alle aandacht voor mijn modaal-epistemisch Godsargument wat naar de achtergrond is geraakt."

Nou ja, dat klopt wel, denk ik. Maar nu zie ik dat ik kennelijk op een heel ander deel III (over sublieme en heilige) zat te wachten dan je nu lijkt aan te geven. Las net nog 'even' je "Goddelijke verheffing of spel van vrees en lust? Het sublieme bij Longinus, Burke en Kant" na.

Maar begrijp ik goed dat je deel III van je project nu ook een beetje als afgerond beschouwt of duidt de zin ' de fenomenologisch meest adequate duiding van de sublieme ervaring de ervaring van God is (derde deel)' nog op een 'derde' boek?

Emanuel Rutten zei

Beste Theo,

Ik richt mij momenteel inderdaad meer op de vraag naar het soort rationaliteit dat nodig is om wereldbeelden te vergelijken. Met name ben ik geïnteresseerd in hoe een dergelijke rationaliteit zich verhoudt tot het soort rationaliteit dat wij gebruiken om wetenschappelijke theorieën te vergelijken. Wat ik wil laten zien is dat het hier om twee verschillende rationaliteitsconcepties gaat. Dit is natuurlijk al wel vaker beweerd, maar de uitdaging voor mij is om dit zo precies mogelijk te maken. Ik wil proberen heel nauwkeurig aan te geven in welke opzichten beide concepties inderdaad van elkaar verschillen. Inmiddels heb ik al een aantal bijdragen over deze thematiek geschreven. Zie op mijn website bijvoorbeeld de 9e, 12e, 13e en 25e bijdrage. Daarnaast kun je natuurlijk op dit forum ook weer de nodige stukjes erover vinden.

En ja, het interview dat ik gisteren gaf, en dat overigens zo'n twee en een half uur duurde (en moest worden afgebroken omdat ik mijn metametafysica seminar moest geven ;-)) zal inderdaad binnenkort bij De Bezieling verschijnen.

Groet,
Emanuel

Anoniem zei
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
Emanuel Rutten zei

Beste Mathieu,

Ik heb jouw reactie hierboven verwijderd en geplaatst onder mijn blogpost 'Een eenvoudig schema?'. Onze discussie over mijn modaal-epistemisch argument vond namelijk daar plaats.

Groet,
Emanuel