vrijdag 30 augustus 2024

“OOO” versus “WVO”

Volgens Graham Harmans objectgeoriënteerde ontologie (OOO) liggen objecten te diep om toegang te krijgen tot hoe objecten op zichzelf zijn. Maar waarom geldt dat specifiek voor objecten? Hoe weten wij dat zoiets als ‘objecten’ behoort tot hoe de wereld op zichzelf is? Moeten we niet zeggen dat de hele wereld te diep ligt om er toegang toe te verkrijgen, zodat we niet eens kunnen weten of ‘objecten’ behoren tot hoe de wereld in en voor zichzelf is? Wie deze stap maakt, springt van OOO naar de wereld-voor-ons (WVO) kennisleer.

maandag 26 augustus 2024

An open question for Graham Harman’s Object-Oriented Ontology

How do the real properties of a sensual object relate to the real properties of the corresponding real object in Graham Harman's Object-Oriented Ontology (OOO)? In personal writing Harman explained that "it's still in part an open question" and that "the default hypothesis would be that there is some overlap between the real qualities of the real and sensual objects, though not a total identification." Let me attempt to work out Harman's suggestion in a bit more detail. The real properties of the sensual object are linked or tied to the real properties of the corresponding real object. Moreover, the real properties of the sensual object are linked or tied to the real properties of the corresponding real object by virtue of the fact that the sensual object's real properties are derived from the real object's real properties. Indeed, the sensual object is a kind of proxy for the real object. The sensual object represents the real object within a specific context or relation, such as human perception. Thus, while the sensual object's real properties are derived from the real properties of the real object, they are not identical or isomorphic to them. The real properties of the sensual object are limited context-dependent realizations of the real object's real properties. That is to say, the sensual object's real properties are restricted realizations of the real properties of the real object for a specific context or specific relation to the real object. We therefore cannot only speak about the sensual car in comparison to the real car. We can also speak of the real engine of the sensual car in comparison to the real engine of the real car or of the real model of the sensual car in comparison to the real model of the real car. The real car thus has a real engine and is of a specific real model. So, OOO seems to bring us closer to the real car, or any other real object, than one might have initially expected.

zondag 25 augustus 2024

Non-lokaliteit en bewustzijn

Niets reist sneller dan het licht. Maar hoe dan non-lokaliteit, waarbij fysische deeltjes op afstand elkaar direct beïnvloeden, te verklaren? Zijn deze deeltjes verbonden via een niet-fysisch bewustzijn? Is er een alomtegenwoordig bewustzijn dat alles ineens ziet en beïnvloedt? Vooralsnog lijkt deze metafysische hypothese niet experimenteel getoetst te kunnen worden. De vraag is of er redelijke alternatieven zijn om non-lokaliteit te verklaren. Een verklaring is nodig omdat non-lokaliteit redelijkerwijs geen bruut feit kan zijn. Bij gebrek aan goede alternatieve verklaringen ontstaat dan een redelijk argument voor het bestaan van genoemd bewustzijn.

dinsdag 13 augustus 2024

Mens en wereld

Afhankelijk van hoe wij de hamer bejegenen, bestaat deze op verschillende wijzen, namelijk als geheel opgaand in het timmerwerk of als object van aanschouwing. Dat is de kern van Heideggers beroemde voorbeeld van de hamer. Evenzo is de wijze waarop voor ons de gehele wereld bestaat afhankelijk van hoe wij de wereld tegemoet treden. Zo bewonen de transcendente en immanente mens daadwerkelijk andere werelden. Het gaat om twee fundamenteel van elkaar verschillende manieren van zijn. Het zijn is weliswaar één, maar het kan zich desalniettemin op verschillende wijzen tonen of geven, afhankelijk van hoe de mens zich ervoor openstelt en er ontvankelijk voor is. In die zin vormen mens en wereld een samenspel.

dinsdag 6 augustus 2024

Een retorische logica

Een retorische logica kan gebaseerd worden op slechts één overkoepelende functie. De overtuigingskracht o van een redevoering r is o(l(i(r),a(u(r))),e(s(r),c(r),a(u(r))),p(t(r),f(s(r)),c(r),a(u(r)))), waarbij l(i(r),a(u(r))) de mate van logische begrijpelijkheid van de inhoud i(r) van r is voor publiek u(r) van r met publiekssamenstelling a(u(r), en e(s(r),c(r),a(u(r))) de mate van ethos van de spreker s(r) van r is voor publiek u(r) van r met publiekssamenstelling a(u(r)) en op locatie c(r) waar r wordt uitgesproken, en p(t(r),f(s(r)),c(r),a(u(r))) de mate van pathos is welke wordt opgeroepen door de combinatie van taalgebruik t(r) en fysieke manifestatie f(s(r)) van de spreker s(r) op locatie c(r) en met publiekssamenstelling a(u(r)). Hierbij kan de vraag gesteld worden of t(r) en misschien ook f(s(r)) naast s(r) een argument van de functie e zou moeten zijn. Gorgias zou waarschijnlijk menen dat beide niet als argument in e optreden, maar dit terzijde. Zij die geen oog hebben voor de fundamentele retorische structuur van het overtuigen en daarmee voor het belang van retorica, zullen een geheel andere overkoepelende functie hanteren. Volgens hen is de overtuigingskracht o van een betoog r namelijk gelijk aan o(l(i(r))).

zondag 4 augustus 2024

Een argument voor dualisme vanuit letterlijkheid

Het is onmogelijk om een letterlijke precieze beschrijving te geven van hoe een bepaalde wijn smaakt. Het is wel mogelijk om een letterlijke precieze beschrijving te geven van de hersenen tijdens het wijnproeven. Je kunt letterlijk precies een watermolecuul of een ijzeratoom beschrijven. Maar hoe zou ooit letterlijk precies beschreven kunnen worden hoe het voelt om een duik in de zee te nemen of hoe het voelt om wijn te drinken? Taal is hiertoe niet in staat. En dit is een inherente beperking. Het verder verfijnen van de taal helpt namelijk niet om deze tekortkoming te overwinnen. Je kunt honderd woorden bedenken om honderd verschillende soorten sneeuw mee aan te duiden, maar nooit zal zo letterlijk precies beschreven kunnen worden hoe het voelt om te skiën. Mentale ervaring is dan ook niet te herleiden tot hersenstructuren. Neem het proeven van wijn. Als de hersentoestand gelijk aan de smaakervaring zou zijn, en beide dus precies hetzelfde zouden zijn, dan zou uit het feit dat de hersentoestand letterlijk en precies beschreven kan worden, logisch moeten volgen dat de smaakervaring ook letterlijk en precies beschreven kan worden. Maar zoals gezegd kan de smaakervaring in tegenstelling tot de hersentoestand niet letterlijk en precies beschreven worden. Smaakervaring en hersentoestand zijn dus niet gelijk aan elkaar. Wie meent dat smaakervaring en hersentoestand gelijk zijn, zoals de materialist, heeft dus een probleem. Want dan zouden ze ofwel allebei letterlijk precies beschrijfbaar ofwel allebei niet letterlijk precies beschrijfbaar moeten zijn. De materialist meent immers dat hersentoestand en smaakervaring samenvallen! En het probleem voor de materialist ontstaat zoals we zagen zodra de materialist zich realiseert dat in feite hersentoestanden wel en smaakervaringen niet letterlijk precies beschrijfbaar zijn. Natuurlijk kan iets op verschillende manieren gekend worden. Neem een tekstuele beschrijving van een auto en een foto van dezelfde auto. Of neem een video van een sportwedstrijd en een verslag van die wedstrijd in de krant. Dit is evident en voor mijn argument verder niet relevant. Wat echter niet kan is dat een en hetzelfde tegelijkertijd wel én niet letterlijk precies beschreven kan worden. Materialisten menen dat hersentoestanden mentale ervaringen zijn. Ze plaatsen een ‘=‘-teken tussen hersentoestanden en mentale ervaringen. Dit is echter onhoudbaar omdat hieruit op grond van voorgaande de tegenspraak volgt dat mentale ervaringen (en trouwens ook hersentoestanden) wel én niet letterlijk precies weergegeven kunnen worden. Daarom faalt materialisme.