donderdag 25 april 2019

Kan retorica reductio worden gevoerd?

Wie succesvol de macht van het woord gebruikt om de macht van het woord te breken, wie geslaagd de retorica aanwendt om de retorica te onttronen, doet iets heel bijzonders. Maar wat? De hamvraag hier is de volgende. Stel dat op een dag iemand in staat is om een werkelijk perfect betoog te geven dat iedereen die het hoort geheel overtuigt en dat volledig is opgebouwd volgens de regels van de retorica, en waarvan de conclusie luidt dat de retorica onzinnig is. Wat betekent dit dan voor de status van de retorica? In een nieuwe bijdrage ga ik op deze vraag in.

zaterdag 6 april 2019

Denken, spreken, leven: Op zoek naar pre-Socratische wijsheid

In een nieuw essay betoog ik dat het begin van het redelijke denken in het Westen ten onrechte wordt gelegd bij het ontstaan van de filosofie. Er is namelijk een pre-filosofische retorische wijsheidstraditie die aan de eigenlijke geboorte van de wijsbegeerte bij Socrates voorafgaat. Sporen daarvan vinden we bijvoorbeeld in het werk van Cicero en Quintilianus zoals ik laat zien. Deze oorspronkelijke pre-Socratische retorische wijsheid wordt gekenmerkt door een hechte eenheid van denken, verwoorden en leven. Wil het menselijk redegebruik ook in onze tijd weer vruchtbaar, zinvol en geworteld zijn, dan zullen we weer oog moeten krijgen voor deze oorspronkelijke wijsheid. Want voor de mens is alleen inclusief redegebruik redelijk redegebruik.

zondag 3 maart 2019

Crassus over dialectiek in De Oratore

“Het zou me niets verbazen, als je er in je hart heel anders over denkt en hier alleen een staaltje weggeeft van je bijzondere bedrevenheid in tegenargumentatie, waarin je inderdaad onovertroffen bent. Dit is nu precies een vaardigheid die behoort tot het specifieke oefenterrein van de redenaar, al is ze intussen ook onder filosofen in zwang gekomen, vooral onder diegenen die over elke zaak die hun wordt voorgelegd zeer uitvoerig twee tegengestelde standpunten plegen te verdedigen.” (Cicero, De Oratore, p. 146)

Dit is een buitengewoon interessante vindplaats, waarin feitelijk wordt gesteld dat wijsgerige dialectiek (zoals bedreven door Socrates, beschreven door Plato in de Phaedrus en uitgewerkt door Aristoteles in de Topica) is voortgekomen uit de retorische praktijk van het publiekelijk weerleggen van een opponent tijdens openbare volksvergaderingen en rechtzittingen. Hieraan verwant is dan de gedachte dat 'het vraagstuk' in de dialectiek teruggaat op het feitenrelaas of de voorstelling van zaken aan het begin van een redevoering, en 'de oplossing' in de dialectiek teruggaat op het betoog in het midden ervan.

maandag 18 februari 2019

Masterclass 'Eigentijds leiderschap: Bezield denken en spreken'

Wat vereist modern leiderschap? Hoe ontwikkelt u effectieve invloedstijlen? Hoe verruimt u tegelijkertijd uw mentale denk- en overtuigingskracht? In deze uitdagende cursus gaat het niet slechts om het verkrijgen van nieuwe inzichten en vaardigheden. In deze cursus staat de gehele mens centraal (ethos, pathos en logos) en vindt een persoonlijke transformatie plaats. Interesse? Lees hier verder. Meedoen? Stuur een email naar gjerutten@kpnmail.nl voor nadere informatie over locatie, tijden en kosten.

zondag 10 februari 2019

Meaning of Life and Worldview Deliberation

My essay Meaning of Life and Worldview Deliberation is now also here available on my website.

zondag 20 januari 2019

Taal en wiskunde

De vraag naar de relatie tussen woorden en getallen is interessant. Hoe zijn taal en wiskunde op elkaar betrokken? Mijns inziens kan etymologisch betoogd worden dat ze hechter op elkaar betrokken zijn dan we wellicht op voorhand vermoeden. Neem bijvoorbeeld het woord “tellen” dat oorspronkelijk zowel talig vertellen als getalsmatig rekenen betekent. Of neem een woord als rekenen. Dat verwijst naar berekenen en naar rekenschap geven. Dat laatste komt dicht bij talig beredeneren. Getallen zijn woorden. Wiskunde is taal. Het is precies deze intuïtie die doorklinkt in het antieke Griekse woord ‘logos’. Maar zouden we uitgaande van dit oorspronkelijke woord niet evengoed kunnen beweren dat woorden getallen zijn en taal wiskunde?

zaterdag 29 december 2018

Sharon Streets Darwinian Dilemma en Cicero's De natura deorum

De kernintuïtie in Sharon Streets A Darwinian Dilemma for Realist Theories of Value vinden we reeds verwoord in Cicero's De natura deorum. Vervang hiertoe in onderstaande passage het lijken op de goden door het bezitten van kennis van onafhankelijke morele waarheden:

"Wat was dat voor geweldig toeval - want de rede heeft volgens jullie geen rol gespeeld in het ontstaan van de dingen - wat was dat dus voor geweldige samenloop van omstandigheden, vanwaar die gelukkige samenkomst van atomen, dat er plotseling mensen met een goddelijke gedaante werden geboren? Goddelijk zaad is vanaf de hemel op de aarde gestort en daardoor ontstond het mensdom, naar de gelijkenis van zijn verwekkers, moeten we dat misschien geloven? Zeiden jullie dat maar! Ik zou niet ongenegen zijn mijn verwantschap met de goden te erkennen. Maar jullie zeggen niets van dien aard, nee, het berust louter op toeval dat we op de goden lijken. Moet ik nu nog argumenten zoeken om dit te bestrijden? Kon ik maar net zo makkelijk de waarheid vinden als onwaarheid weerleggen." (Cicero, Het bestaan van de goden, vertaling Vincent Hunink, Inleiding Rogier van der Wal, Damon, 2018, p. 53)