zaterdag 8 mei 2021

Een a priori analytisch argument voor de redelijkheid van retorica

Wat is retorica? Wanneer we ons beperken tot taalretorica en dus afzien van visuele en muzikale retorica, lijkt het voor de hand te liggen om retorica op te vatten als overreden met woorden. Maar dit gaat te snel. Retorica is niet eenvoudigweg overreden met woorden. Want men kan ook overreden met woorden door bijvoorbeeld te dreigen, om te kopen of te verleiden. En dreigen, omkopen en verleiden zijn geen vormen van retorica. Welke kwalificatie moeten we dan aan het overreden met woorden toevoegen om bij retorica uit te komen?

Is retorica argumentatief overreden met woorden? Dat lijkt niet het geval te zijn. Als retorica wordt opgevat als argumentatief overreden met woorden, dan valt retorica samen met argumentatieleer. Maar retorica is meer dan argumentatieleer en zeker meer dan logica. Wat is dat meer? Is retorica bezielend of meeslepend overreden met woorden? Lastig. Verleiding is een erotische en daarmee psychologische categorie en eveneens betrokken op het moveren van de ziel. Bovendien kan verleiding uiteraard heel meeslepend zijn. Toch is verleiding geen retorica. Is retorica wellicht deugdelijk overreden met woorden? Maar verleiding kan heus ook legitiem en deugdelijk zijn. Iemand kan heel respectvol en liefdevol verleid worden. Is retorica dan misschien inzichtelijk overreden met woorden? Met inzichtelijk wordt meestal begrijpelijk bedoeld en dat levert een probleem op omdat bedreiging en omkoping ook begrijpelijk in de zin van 'cognitief bevattelijk' zijn.

Wellicht moet retorica opgevat worden als appellerend overreden met woorden? Maar appelleren betekent veelal aanspreken of aanprijzen en verleiding kan ook heel aansprekend zijn. Omkopen kan daarnaast begrepen worden als een vorm van aanprijzen. Soms betekent appelleren ook ergens aan refereren of iets ter sprake brengen. Maar dan kwalificeert appelleren het woordelijk overreden niet. Want wij refereren altijd aan iets wanneer wij woordelijk overreden. Deze optie valt dus ook af. Is retorica wellicht kunstig overreden met woorden? Maar verleiden is ook een kunst. Het is een levenskunst en bovendien vaak een kwestie van het kiezen van de juiste woorden. Kunstig overreden met woorden sluit het verleiden dus onvoldoende uit.

Is wellicht 'uitsluitend' de juiste kwalificatie om tot de retorica te komen? Het gaat in de retorica toch immers om het overreden door middel van louter het woord? Dit is een interessante overweging. Er zijn echter ook gevallen van verleiding waarbij iemand puur op grond van de woorden verleid wordt. Zo kan iemand verleid worden met prachtige gedichten over de liefde. Maar retorica is dit niet.

Dienen we retorica op te vatten als geloofwaardig of overtuigend overreden met woorden? Dit is ook een interessante optie. Als we echter retorica opvatten als geloofwaardig of overtuigend overreden met woorden, dan lijken verleiding, omkoping en bedreiging onvoldoende te worden uitgesloten. Wordt iemand die zich laat verleiden, omkopen of bedreigen immers niet ook overtuigd om iets te doen of geloven? Iemand kan heel geloofwaardig verleid, omgekocht of bedreigd worden. Overtuigen ligt daarom uiteindelijk toch te dicht bij het overreden zelf om er een kwalificatie van te zijn.

De enige optie die overblijft is om retorica op te vatten als redelijk overreden met woorden, waarbij redelijk inclusief dient te worden opgevat. Redelijkheid verwijst primair naar het passend en zinvol beantwoorden aan het inherente doel van een bepaalde algemeen menselijke concrete levenspraktijk, zoals de politiek, het recht en het ceremoniële. Maar daarnaast kunnen we toch ook denken aan praktijken zoals het onderwijs en uiteindelijk zelfs het effectief communiceren in filosofie en wetenschap. Verleiden met woorden is daarentegen vooral gebaseerd op psychische aantrekkingskracht en dus niet primair een zaak van de redelijkheid van de gesproken woorden. Omkopen en dreigen zijn evenmin redelijke vormen van woordelijk overreden en inderdaad evenmin vormen van retorica. We lijken al met al zo dus de juiste kwalificatie gevonden te hebben voor het karakteriseren van de retorica.

Een bezwaar is nog dat het begrip 'overreden' naar de rede verwijst en dus de redelijkheid reeds omvat. Overreden is opgevat als 'iemand met kracht overhalen' echter zo'n ruim begrip dat het ook onredelijke vormen van overreden omvat. En dus is 'redelijk' wel degelijk een kwalificatie van overreden. Een ander bezwaar is nog dat retorica met stijl te maken heeft, zodat 'redelijk overreden met woorden' de lading onvoldoende dekt. De gedachte is echter dat 'overreden met woorden' ook de schikking in taal en dus de vorm betreft. Taalgebruik en dus uitdrukkingswijze oftewel stijl wordt zo al in het woordelijk overreden meegenomen. De kwalificatie ‘redelijk’ maakt de zaak vervolgens voldoende specifiek om bij de retorica uit te komen.

Zo krijgen we een welhaast a priori of zelfs analytisch argument voor de redelijkheid van retorica. Redelijk overreden met woorden is namelijk de kwalificatie die overblijft na een conceptuele analyse van het begrip retorica. Een onredelijke retorica is dan ook onmogelijk.

Geen opmerkingen: