vrijdag 22 november 2013

De sprong in het 'dat'

Heidegger had gelijk. We hebben ons teveel geconcentreerd op de vraag naar wat er bestaat. Onze aandacht ging louter uit naar de dingen (objecten, entiteiten) met hun eigenschappen, naar de zijnden, en naar de soorten van zijnden. Wat zo uit beeld verdween was de vraag naar het zijn zelf. We wisten niet langer dat er naast de vraag naar de zijnden, naar wat er bestaat en welke soorten daarvan, een ontologisch diepere vraag te stellen is, namelijk de vraag naar het zijn van de zijnden.

Wat we vergaten was dat we kunnen vragen naar wat het voor een zijnde is te zijn. En met het verdwijnen van deze vraag, de vraag naar wat het voor iets betekent om te zijn, verdween ook de vraag of er meerdere zijnswijzen zijn van het toneel. Is er maar één manier waarop een zijnde kan zijn, of zijn er meerdere zijnsmodi?

Dit alles zonk weg in de vergetelheid. Door ons restloos op de zijnden en soorten van zijnden te richten, bleef er van het begrip zijn niets meer over. Het begrip zijn werd het meest universele, het meest abstracte, het meest onmiddellijke, en zo uiteindelijk het meest lege begrip. Het had geen enkele inhoud en diepte meer. De term verloor zo haar significante eigenlijke betekenis. We hebben het van haar volheid beroofd.

De vraag naar het wat verkreeg het absolute primaat. Hierdoor werd een sprong in de diepte van het dat onmogelijk. En zo verloren wij volgens Heidegger onze oorspronkelijke betrokkenheid op het zijn. Nog altijd, tot op de dag van vandaag, zijn er velen die de vraag naar het zijn willen uitwissen. Toch blijft zij zich aan ons opdringen. Wat is het voor iets om te zijn? Wat is zijn?

2 opmerkingen:

Theo Smit zei

Beste Emanuel,

Twee korte (hoop ik, want spontaan opkomende)reacties:

1. (Voor andere wat minder ontwikkelden mbt blogs, en dus niet voor jou zelf.) Ontdekte nu pas dat het Labels-deel van de blog toch van belang kan zijn. Bij het lezen van de naam Heidegger in deze kolom, is het dan wel verstandig om die op het Labels-gedeelte ook nog even aan te klikken. (Voor degenen die niet meteen de queeste van ER is.)
Je ziet dan dat de naam al in meer dan minimaal tien eerdere blogs voorkomt. De belangrijkste kolom ivm deze is dan waarschijnlijk die van 10 augustus 2013.

2. ER daarin: "Dit Zijn op het niveau van het concrete individuele bestaan is volgens Heidegger sinds Plato totaal in de vergetelheid geraakt."

Aha, dat was dus volgens Heidegger (+ 1976) al zo. In deze kolom zou de novice de indruk kunnen krijgen dat het iets 'van heel recente, bijvoorbeeld internet-tijden, is.

Kleine late mijmering: Alles wijst erop dat je ook Emanuel in zijn 'gehele' denken (zoals een Heidegger) moet ziet te volgen, of je raakt de draad even snel kwijt als bij die 'berucht moeilijke' Heidegger (zoals me ooit werd voorgehouden).

Met de 'vertaling' van ER van die man blijft het ook 'worstelen' in de zin dat het 'logisch' lijkt, maar dat de taal ook nodeloos 'abundant' is, als je het 'gevoel' niet meteen hebt voor die taal.

Achter al de zijnde dingen en mensen of subjecten (sujetten) zit een ('algemeen') 'Zijn'. Dat lijkt me logisch. Maar of we dat 'gevoel' daarvoor zo 'dramatisch' kwijt zijn, dat betwijfel ik.

Maar alweer: volgens mij begrijp ik nu pas dat ik het het Zijn achter de Zijnden al langer begreep, maar begrijp ik via Emanuel nu beter dat dat op een zo diepe taal berust, dat ik vast nog bepaalde essenties (en wie weet 'gevoelens') mis.

Maar hij kennelijk zelf ook: "Nog altijd, tot op de dag van vandaag, zijn er velen die de vraag naar het zijn willen uitwissen. Toch blijft zij zich aan ons opdringen. Wat is het voor iets om te zijn? Wat is zijn?"

Dat 'voor iets' of 'voor iets om mens' te zijn in de voorlaatste zin maakt nogal wat uit?

Groet.

Emanuel Rutten zei

Beste Theo,

Dat maakt zeker wat uit. Heidegger ging uit van meerdere zijnswijzen of zijnsmodi, oftewel meerdere manieren om te zijn. De zijnswijze van een mens verschilt fundamenteel van die van bijvoorbeeld een tafel of stoel. De mens existeert ('existenz') en tafels en stoelen niet, aldus Heidegger. Voor bijvoorbeeld Sartre geldt iets soortgelijks. De manier waarop mensen zijn noemt hij 'être pour-soi' en de zijnswijze van tafels en stoelen duidt Sartre aan met 'être en-soi'.

Groet,
Emanuel