vrijdag 25 november 2011

Iemandisme

Kants categorisch imperatief leert dat wij zo dienen te handelen dat we een ander mens nooit louter als middel gebruiken, maar tegelijkertijd ook altijd als doel. Wat dit imperatief tot uitdrukking brengt is dat een mens, als persoon, een waardigheid heeft die in absolute zin verschilt van die van een ding. Een mens is een iemand, een bewust vrij en autonoom individu, en heeft daarom een waardigheid waaraan geen enkel onbewust levenloos iets kan tippen. Sommige typen van entiteiten (bijvoorbeeld mensen) bezitten dus een waarde die andere typen van entiteiten (zoals voorwerpen) ontberen. Maar dan lijkt het niet onredelijk om te veronderstellen dat meer in het algemeen uiteindelijk elk type van entiteiten een bepaalde waarde heeft die gelijk is aan, of juist verschilt van, de waarde van andere typen entiteiten. Zo komen we tot het postulaat van een waardeorde waarin elk type van entiteiten gepositioneerd kan worden. Deze waardeorde kan niet anders dan transitief zijn. Indien bijvoorbeeld een kunstwerk een hogere waarde bezit dan, zeg, een watermolecuul, en bovendien een kunstenaar een hogere waarde heeft dan een kunstwerk, dan is het redelijk om te concluderen dat een kunstenaar ook een hogere waarde bezit dan een watermolecuul.

Nu heb ik reeds vaker betoogd dat het op z'n minst plausibel is om te veronderstellen dat de werkelijkheid uiteindelijk teruggaat op een allerlaatste oorsprong, een ultieme grond, welke we de arche van de wereld kunnen noemen. De arche heeft ontologisch gezien het primaat boven al het andere bestaande. Zij is immers de directe dan wel indirecte oorzaak van al wat is. Al het zijnde is uiteindelijk uit de arche voortgekomen. Zonder de arche zou helemaal niets geworden zijn.

De vraag die zich nu opdringt is waar in de waardeorde deze arche, deze onvoorwaardelijke bron van al het zijnde, geplaatst zou moeten worden. Het lijkt verdedigbaar dat deze arche, dit eerste beginsel van alles, een waarde heeft die in elk geval niet lager is dan de waarde van ieder mens. Maar dan, precies omdat de mens een waardigheid heeft die boven die van alle levenloze objecten uitgaat, volgt uit de transitiviteit van genoemde orde dat de arche geen onpersoonlijk voorwerp of onpersoonlijk fluïdum kan zijn. De arche moet derhalve persoonskenmerken ofwel subjectkarakter bezitten. Zij is derhalve geen iets, maar een iemand.

26 opmerkingen:

Theo Smit zei

Emanuel,

Deze redenering kan ik in één keer volgen. Dus ik maak vorderingen, denk ik dan maar. Wel opvallend dat je een watermolecuul (een duidelijk 'iets') neemt, en niet een chimpansee. Verder: de arche (door jou 'afgeleid' elders) moet er dan wel zijn.

De kalme indruk die Jan Hendrik Oort (1900-1992) van de Oortwolk ooit vlak voor zijn sterven maakte, dus dat moet in 1991 of 1992 geweest zijn, zeggend, dat heelal was er altijd en blijft er altijd, of althans woorden van dergelijke strekking, krijg ik ook nooit meer van mijn netvlies!

Uiteraard is het verschil: bij de uitspraak van Oort zaten (toen) geen expliciete 'argumenten'. Maar minimaal ook een 'serieuze' 'kalme' overtuiging.

Deze reactie tevens om je attenderen op het al beschikbaar zijn van het proefschrift van Jan Riemersma. Te downloaden vanaf zijn website.

Ben zeer benieuwd of je daar tzt nog een bespreking aan wijdt als (bijna)collega, want dat zal nog weer nieuwe perspectieven opleveren.

Emanuel Rutten zei

Beste Theo,

Ik wil het proefschrift van Jan zeker gaan lezen, het probleem is alleen dat ik daar de aankomende tijd nauwelijks aan toe zal komen.

Groet,
Emanuel

Theo Smit zei

Beste Emanuel,

En dat begrijp ik uiteraard ook, want je bent zelf onder meer de laatste hand aan het leggen aan een proefschrift. Maar goed, net als Jan vind je kennelijk tussendoor nog rustig de tijd om nog iets op eigen blog te plaatsen. Vandaar het in elk geval even melden.

filosofiewetenschapkunst.web-log.nl zei

Beste Emanuel,

Ten eerste: je laat in het midden of de Schepper waardevoller kan zijn dan de mens, maar ik denk dat we die optie vanuit Kants optiek sowieso kunnen uitsluiten. Ik denk dat Kant niets waardevollers dan de mens opvatte, omdat die absolute waarde van de mens op zijn rationaliteit is gebaseerd en er niets boven rationaliteit gaat. Engelen en God zijn weliswaar – als louter rationele wezens – volmaakter dan de mens (want niet geplaagd door lichamelijke neigingen tegen de rede in), maar niet waardevoller. Ik denk dat Kant zo’n utilitaristisch aandoende hiërarchie van waarden t.a.v. rationele wezens beslist zou afwijzen: zo’n hiërarchie suggereert dat je bv. drie mensen zou mogen opofferen om één engel te redden. Niet voor niets is de waarde, die Kant aan de mens toekent, absoluut: reeds dat begrip sluit elke vergelijking – en daarmee hiërarchie – uit. Absolute waarde is in zekere zin oneindige waarde en niets is groter dan oneindig (vergeet even Cantor).

Maar als atheïst heb ik reeds Kants – in zijn puriteins protestantisme gewortelde – ethiek altijd onwaarschijnlijk gevonden. Zoals ik Kant begrijp, baseert hij de absolute waarde van rationele wezens op hun rationaliteit omdat rationaliteit aan de ervaring vooraf gaat en zichzelf de wet oplegt: van Hume leerde hij dat we in de natuur geen waarde kunnen vinden, zodat Kant de bron van alle waarde zocht in datgene wat a priori wetten geeft en doelen stelt. Alleen de rede geeft wetten en doelen en alleen het redelijke wezen is een doel op zichzelf: in de natuur is elk doel ondergeschikt aan een contingent belang dat door het doel moet worden bevredigd. Alleen het redelijke, autonome wezen zelf poneert zichzelf als een onvoorwaardelijk doel. De wetgevende en doelstellende rede is zo het domein van het bovennatuurlijke (in zekere zin vervangt Kant God door de rede; ja, zelfs God kan bij Kant niet tegen de rede in handelen). Voor mij als atheïst bestaat er echter geen bovennatuurlijk domein en is er niets dat absoluut is: voor mij is er slechts natuur, is elke moraal slechts een evolutionair gevormde conventie en is de arche hooguit de oerknal. Ik vind zelfs Kant aan mijn zijde bij het verwerpen van de mogelijkheid van godsbewijzen die een absolute grond ‘bewijzen’: die komen slechts tot stand door een rede die zich vergaloppeert door de vaste bodem van de ervaring te verlaten. De rede moet weliswaar in zijn denken bij een ultieme grond uitkomen, maar het is een zelfoverschatting van de (menselijke) rede om te denken dat die uitkomst dan ook werkelijk moet bestaan: ten aanzien van de objecten van de metafysica is geen kennis mogelijk. Voor Kant is Gods bestaan slechts in praktische zin noodzakelijk: er moet iets zijn dat het goede (moraliteit) en nuttige (geluk) verbindt, omdat er anders geen rechtvaardigheid is en al ons (moreel) handelen in zekere zin zinloos wordt. Maar als atheïst geloof ik niet in rechtvaardigheid of zin, anders dan door menselijke creatie, en dus ook niet in een bovennatuurlijke arche die op ondoorgrondelijke wijze de fenomenale en noumenale wereld verbindt opdat zondaars gestraft en heiligen beloond worden. Mijn rede veronderstelt geen ‘grootste goed’. Ik geloof niet in een universele morele wet. Ik geloof niet in een absolute waarde van de persoon, anders dan dat wij die poneren uit evolutionair gevormde zelfliefde (of uit zelfverdediging van de zwakkere, zoals Nietzsche suggereert). Het systeem dat Kant opbouwt is prachtig en zeer indrukwekkend, maar uiteindelijk vind je in zijn werk nauwelijks (overtuigend) fundament voor zijn fundamenten, anders dan de – veelal impliciet gehanteerde – christelijke dogma’s…

filosofiewetenschapkunst.web-log.nl zei

En voor zover je aan een natuurlijke arche denkt: waarom zou de mens, als bewust en daarmee waardevol wezen, niet kunnen zijn ontstaan uit het onbewuste en daarmee uit het minder waardevolle? Als je de arche niet als een redelijk, moreel en doelgericht wezen opvat, waarom zou dit dan niet het primitieve of simpele zijn waaruit wij als het complexe zijn voortgekomen, aan welke complexiteit juist wij onze waarde ontlenen?

Groet,
FWK

Emanuel Rutten zei

Beste FWK,

Zoals ik in mijn betoog aangeef kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de ultieme bron ofwel oorsprong van de gehele kosmos in elk geval niet minder waardevol kan zijn dan entiteiten binnen deze kosmos, waaronder dus de mens. Het absolute, 'the metaphysical ultimate', kan qua waardigheid niet onderdoen voor datgene wat voor zijn of haar bestaan afhankelijk is van hetgeen uit het absolute is voortgekomen.

Groet,
Emanuel

Anoniem zei

Desalnietmin lijkt in onze beschaving een kunstwerk als de nachtwacht een grotere waardigheid te beziiten dan de schimmel of de motten die het kunstwerk dreigen aan te tasten. Een niet levend object lijkt dus in onze maatschappij een hogere waardigheid te kunnen hebben dan een levend iets. Dan is het ook niet ontdenkbaar dat er een buitenaardse samenleving denkbaar is welke de mens een lagere waardigheid geven dan bepaalde objecten. Ook leeuwen lijken leeuwen een hogere waardigheid te geven dan mensen, terwijl mensen dat andersom zien.

Emanuel Rutten zei

Beste Anoniem,

In mijn bijdrage sprak ik over levende wezens behept met (zelf)bewustzijn, autonomie en vrije wil. Kortom, ik had het over personen. Schimmels en motten zijn geen personen. En een leeuw is tegen deze achtergrond minder een persoon dan een mens. Een mens doet dan ook in waardigheid niet onder voor een leeuw of ieder ander dier, hetgeen voor mijn argumentatie voldoende is.

Groet,
Emanuel

Emanuel Rutten zei

Beste Anoniem,

Zelf acht ik het op z'n zachts gezegd nogal onwaarschijnlijk dat er een buitenaardse samenleving zou kunnen bestaan waarvan redelijkerwijs gezegd kan worden dat hun leden een hogere waardigheid hebben dan mensen. Maar goed, stel dat dit het geval is. Dan kunnen we in mijn argument eenvoudigweg naar deze buitenaardse beschaving verwijzen in plaats van naar de mensheid, om zo wederom tot de conclusie te komen dat de arche persoonlijk is.

Groet,
Emanuel

Anoniem zei

Beste Emanuel,

Is het ontologisch primaat gelijk aan waardigheid? Misschien herhaal ik FWK hier. Misschien wil je het nog eens proberen uit te leggen?

De mens heeft waardigheid, omdat hij een iemand is en een bewust vrij en autonoom individu.
De arche heeft het ontologisch primaat omdat zij eerste oorzaak is.

Jij zegt dat een veroorzaker niet kan onderdoen in waardigheid voor datgene wat voor zijn bestaan afhankelijk is van deze veroorzaker.

Erop vertrouwend dat je geen creationist bent…
De mens stamt van de apen, of nog verder terug van iets wat uit de zee kroop.
Ik heb geen moeite om waardigheid aan Lucy (Australopithecus afarensis) toe te kennen, maar vermoed dat die vis met longen weinig vrijheid en autonomie had en moeilijk een individu genoemd kan worden. Ga je nu zeggen dat afstammen niet hetzelfde is als veroorzaken? Ik sluit mij aan bij FWK dat iets complex best uit iets eenvoudigers kan voortkomen.

Met vriendelijk groeten,
Petra

(in welke blog kan meer vinden over het subject karakter van de eerste oorzaak?)

Emanuel Rutten zei

Beste Petra,

Ik ben inderdaad geen creationist. Zie bijvoorbeeld http://goo.gl/5WXHc en http://goo.gl/cnn5x

Wellicht kun je nog iets duidelijker aangeven wat nu precies jouw objectie is tegen het axiologisch argument?

Groet,
Emanuel

Anoniem zei

Even dat woord googelen en ik laat het je zo weten ;)

Anoniem zei

Beste Emanuel,

Een en ander gelezen over axiologie en het maakt jouw betoog iets helderder. Ik geloof dat mijn weerstand zit in jouw opvatting dat er een waardeorde is die transitief is. Hieruit volgt voor jou dat een veroorzaker niet kan onderdoen in waardigheid voor datgene wat voor zijn bestaan afhankelijk is van deze veroorzaker.

Dat een bewust vrij en autonoom individu waarde heeft en meer waarde dan dode materie lijkt mij acceptabel. Maar dat een veroorzaker meer waarde heeft dan wat het veroorzaakt neem ik niet automatisch aan. Ik heb niet eerder over waardes gedacht. Sterker nog, mijn mening was dat rede en logica waardevrij (horen te) zijn.

Ik probeerde een voorbeeld te vinden waar de veroorzaker een lagere waarde heeft dan het veroorzaakte. Hiervoor noemde ik de niet autonome dieren waar de mens van afstamt. Als er een transitieve waardeorde bestaat, zouden kinderen altijd meer waard zijn dan hun ouders? Of ga je zeggen dat voorouders niet de veroorzakers zijn van hun nageslacht?

(van wikipedia: “in de biologie bestudeert men vaak het moederschap over een willekeurig aantal generaties: de relatie "is een matrilineaire voorouder van". Deze relatie is een transitieve relatie.”)

Zoals gezegd heb ik geen eigen ideeën over waardes, maar zit mij nu af te vragen of er niet verschillende soorten waardes kunnen bestaan. Zó in ieder geval dat zij zich niet per se transitief verhouden, maar lateraal ofzo.

Met vriendelijke groeten,
Petra

Emanuel Rutten zei

Beste Petra,

Transitiviteit wil hier alleen maar zeggen dat A meer waard is dan C indien A meer waard is dan B en B meer waard is dan C, hetgeen axiologisch een onproblematische aanname is. Natuurlijk, als B meer waard is dan C en A is meer waard dan B, dan is redelijkerwijs A ook meer waard dan C. Verder berust mijn argument *niet* op de aanname dat oorzaken nooit een lagere waarde hebben dan hun gevolgen. Het enige wat ik claim is dat de zijnsgrond van de werkelijkheid, de ultieme oorsprong van de hele wereld, dat waaruit alles is wat geworden is en waarzonder niets geworden zou zijn, in elk geval geen lagere waarde heeft dan een afzonderlijk mens. En dit lijkt mij een alleszins redelijk beginsel. Welk mens zou immers willen beweren dat zijn waarde hoger is dan dat van de oorsprong van het zijn? Welnu, wat volgt hieruit? Indien we redelijkerwijs aannemen dat mensen meer waard zijn dan levenloze dingen, dan moet de wereldgrond vanwege genoemde transitiviteit ook meer waard zijn dan een levenloos ding. Immers, mensen zijn meer waard dan dingen en de wereldgrond is niet minder waard dan mensen! De wereldgrond is dus inderdaad meer waard dan een ding. Maar dan is de wereldgrond zelf geen ding. Wat is de wereldgrond dan wel? Indien we redelijkerwijs aannemen dat alles wat *is* ofwel een ding ofwel een subject is, dan volgt dat de wereldgrond een subject moet zijn.

Groet,
Emanuel

Anoniem zei

Beste Emanuel,
Inmiddels heb ik gezien dat ik iets omgedraaid had in mijn vorige reactie, maar dat hoeft er niet eens toe te doen.

De mens is waardevoller dan levenloze dingen.
De eerste oorsprong is niet minder waard dan een mens. (*)
->De eerste oorsprong is waardevoller dan levenloze dingen.
->De eerste oorsprong kan geen levenloos ding zijn.

*Jij zegt dat jouw argument niet berust op de aanname dat oorzaken nooit een lagere waarde kunnen hebben dan hun gevolgen. Maar in het geval van de ultieme oorsprong van de hele wereld is het wel zo dat deze niet minder waard is dan een individuele mens. Dat lijkt jou alleszins redelijk, zeg je. Welnu, mij niet. Ik wil best beweren dan mijn waarde hoger is dan dat van de oorsprong van het zijn. Wat mij betreft ben ik het beoogde eindresultaat en de eerste oorzaak slechts een middel om tot mij te komen (ik chargeer een beetje).

Als de ultieme oorsprong van de hele wereld een (waardeloze) abstracte entiteit is, denk ik toch dat ik als individu meer waard ben. De wereldgrond moet een subject zijn, zeg je, omdat abstracte entiteiten causaal inert zijn. Daar heb ik even geen mening over. Maar de wereldgrond moet niet een subject zijn, omdat zij niet minder waard kan zijn dan ik. Die redenering volg ik niet.

Met vriendelijke groeten,
Petra

Emanuel Rutten zei

Beste Petra,

Een tafel is het beoogde eindresultaat van het werk van de timmerman. Hieruit volgt echter niet dat de tafel meer waard is dan de timmerman. Evenmin volgt dat jij meer waard bent dan de ultieme zijnsoorsprong indien je het beoogde eindresultaat zou zijn van deze oorsprong.

Bovendien is het implausibel dat een individueel mens (jij, ik of wie dan ook) daadwerkelijk het beoogde eindresultaat zou zijn van de absolute zijnsoorsprong. Het is veel plausibeler om aan te nemen dat de mensheid in haar geheel het beoogde eindresultaat is. Maar deze aanname levert geen enkel probleem op voor mijn argument.

Groet,
Emanuel

Anoniem zei

Beste Emanuel,

Het is niet mijn doel aan te tonen dat ik meer waard ben dan de ultieme zijnsoorsprong.

Het tegenovergestelde is wat jij beweert en dat overtuigt mij (nog) niet.

Overigens... (misschien dwaal ik af) zou jij zeggen dat de mensheid meer waard is dan een individu? Dat zijn uitspraken die ik niet zou durven doen!

Met vriendelijke groeten,
Petra

Emanuel Rutten zei

Beste Petra,

Natuurlijk probeer jij dat niet aan te tonen, denk je werkelijk dat ik dat zou denken? Het is zaak de dialectiek van onze discussie goed vast te houden. Jij meent dat mijn argument niet overtuigend is omdat je er niet van overtuigd bent dat de oorsprong van het zijn een waarde moet hebben die gelijk of groter is dan die van een mens. Waarom, zo vraag je je af, zou jij bijvoorbeeld geen grotere waarde kunnen hebben dan de oorsprong van het zijn?

Nu is het prima facie nogal onwaarschijnlijk dat jij een grotere waarde zou kunnen hebben dan de oorsprong van het zijn. En dat lijk je je zelf in feite ook wel te realiseren. Je geeft immers een ondersteunende reden voor deze mogelijkheid. De reden die je geeft is dat het mogelijk zou kunnen zijn dat jij het beoogde resultaat bent van de zijnsoorsprong oftewel dat de zijnsoorsprong slechts een middel is om tot jou te komen.

Welnu, ik liet in mijn vorige reactie zien dat dit geen goede reden is. Een timmerman is bijvoorbeeld ook niet minder waard dan het door hem beoogde product, zoals bijvoorbeeld een tafel. Overigens kan op nog een andere manier duidelijk gemaakt worden dat de door jou gegeven reden niet adequaat is. Stel dat het inderdaad mogelijk zou zijn dat jij het beoogde resultaat bent van de zijnsoorsprong, dan heeft de zijnsoorsprong in dat geval dus blijkbaar een intentie, namelijk de intentie om jou voort te brengen. Maar dan is de zijnsoorsprong geen levenloos ding. Levenloze dingen hebben immers geen enkele intenties. Kortom, in dat geval is het meer dan redelijk om te veronderstellen dat de zijnsoorsprong een intentioneel subject is, hetgeen precies de conclusie betreft van mijn oorspronkelijke argument!

Verder zeg ik niet dat de hele mensheid meer waard is dan een enkel mens. En voor mijn argument heb ik zo'n stellingname ook helemaal niet nodig.

Groet,
Emanuel

Anoniem zei

Beste Emanuel,

Eerder schreef ik: 'Dat een bewust vrij en autonoom individu waarde heeft en meer waarde dan dode materie lijkt mij acceptabel'. Ik wil daar van terug komen. Het lijkt acceptabel, maar ik heb geen grond om het te stellen. Woorden als acceptabel, plausibel en onwaarschijnlijk zijn niet genoeg om een argument te maken, toch?

Ik denk dat wat mij hier hindert is jouw waardetoekenning aan zaken. In een voetbalteam hebben zowel de spits, de middenvelder als de keeper een waarde. Deze verschillende waarden zijn niet vergelijkbaar of transitief. Zelfs als je het hebt over mensen en stenen kan je geen zinnige uitspraak doen over waarden. Als we het nut van het heelal wisten konden we mensen en stenen een waarde toekenning in die context, maar alleen in verhouding tot dat nut. In een andere context, zoals in esthetisch of economisch verband kunnen ze een andere waarde krijgen. Hier zou iemand tegen in kunnen brengen dat er nog een intrinsieke waarde bestaat, los van context. Dan zou dat de waarde zijn waar jij over spreekt. Ik geloof dat jij die waarde onterecht kwantificeert en misschien doe je dat onder invloed van je wiskunde-achtergrond. De waarde van een keeper is een andere waarde dan waar je over spreekt als je zegt dat x een waarde van 53 heeft.

Zoals je uit een eerdere reactie kon opmaken ben ik niet thuis in de axiologie. Dit lijken mij onderwerpen die in de axiologie al besproken en uitgewerkt zijn, maar dat weet ik dus niet.

Met vriendelijke groeten,
Petra

Emanuel Rutten zei

Beste Petra,

Je heroept nu één van je eerdere uitspraken. Je zegt nu dat je geen enkele zinnige uitspraak kunt doen over het verschil in waardigheid tussen mensen en stenen. Welnu, hier verschillen onze intuïties. Ik denk namelijk wel dat het in elk geval voldoende redelijk en plausibel is om te veronderstellen dat een mens meer waard is dan een steen. Maar het staat je uiteraard vrij om dit soort prima facie evidenties te loochenen om zo aan de conclusie van het argument te ontkomen.

Verder beweer ik niet dat we met waarden kunnen rekenen zoals met getallen. Ik postuleer slechts een partiële ordinale schaal. Dat wil zeggen dat we alleen in bepaalde specifieke gevallen (en dus niet in alle gevallen!) redelijkerwijs kunnen zeggen dat iets, bijvoorbeeld een mens, een hogere waarde heeft dan iets anders, zoals een steen. Maar dat wil nog niet zeggen dat we vervolgens aan deze waarden ook getallen kunnen toekennen om aan te rekenen te slaan. Natuurlijk niet!

Groet,
Emanuel

Anoniem zei

Beste Emanuel,

Je denkt toch niet dat ik van mijn intuïtie loochen om te ontkomen aan de conclusie van jouw argument? Er is niets wat mij tegenstaat in de conclusie. Ik heb moeite jouw beredenering te volgen en deze discussie scherpt mijn geest. Nogmaals dank voor je geduld.

Met vriendelijke groeten,
Petra

Emanuel Rutten zei

Beste Petra,

Het leek me nogal ver gaan om niet te willen affirmeren dat het op z'n minst nogal plausibel is om te beweren dat een mens meer waard is dan een steen. Ik maak helaas vaak mee dat gesprekspartners een premisse die ze normaal gesproken probleemloos als voldoende redelijk accepteren (zoals dat mensen meer waard zijn dan stenen) opeens intrekken zodra ze beginnen in te zien wat (in combinatie met andere claims) de verstrekkende implicaties van dit soort redelijke uitspraken zijn. Maar goed, jij behoort dus niet tot die groep. Welnu, wat weerhoudt je er dan van om het alleszins redelijke standpunt te accepteren dat een mens meer waard is dan een steen?

Groet,
Emanuel

Anoniem zei

Beste Emanuel,

Is het jou genoeg dat het plausibel is? In plausibiliteit kan ik meegaan. Maar moet je het niet overtuigend kunnen maken voor je argument? Ik ben er niet, en was er niet (geen verandering in mijn mening) zeker van dat ik meer waard ben dan een steen.

Met vriendelijke groeten,
Petra

Emanuel Rutten zei

Beste Petra,

Een goed wijsgerig argument dient aan twee voorwaarden te voldoen. In de eerste plaats dient de conclusie logisch te volgen uit de premissen. Dat wil zeggen dat de conclusie waar moet zijn indien de premissen waar zijn. In de tweede plaats dienen de premissen voldoende plausibel te zijn. In elk geval moeten de premissen op voorhand plausibeler zijn dan de conclusie en dienen de premissen plausibeler te zijn dan hun negaties. Het gaat bij wijsgerige argumenten dus niet om het najagen van absolute zekerheid. Natuurlijk niet. Bewijzen leveren doen we in de wiskunde, niet in de filosofie. Wie in de filosofie alleen een premisse over de wereld wil accepteren indien deze met zekerheid kan worden bewezen zal al snel tot de ontdekking komen dat hij of zij bijna niets meer kan accepteren en dus vervalt in een radicaal vruchteloos scepticisme. Zo goed als elke premisse over de wereld kan immers systematisch betwijfeld worden.

Het gaat er in de filosofie dus niet om dat wij een uitspraak eerst met zekerheid bewijzen voordat wij deze als premisse mogen opnemen in een argument. Het gaat erom dat we voldoende gronden oftewel redenen kunnen geven om een bepaalde uitspraak te legitimeren, zodat wij gerechtvaardigd zijn deze als premisse te accepteren. En dat is voor de uitspraak dat een mens meer waard is dan een steen inderdaad het geval. Sterker nog, het is voor alle premissen van mijn axiologisch argument het geval, zodat volgt dat eveneens de conclusie van mijn argument, namelijk dat de zijnsoorsprong een subject betreft, in voldoende mate plausibel is. En dat is precies wat ik wilde laten zien.

Groet,
Emanuel

Anoniem zei

Beste Emanuel,

Dank je voor je geduldige uitleg. Ik kan jouw argumentatie helemaal volgen en accepteren dat het niet tegen de rede in gaat om te geloven in een eerste oorzaak met een subjectkarakter.

Dat gevoel had ik altijd al, als een redelijk persoon die in God gelooft. Ik hoop dat je het niet erg vindt als ik zeg dat ik aan het begin van deze discussie had gehoopt op iets substantiëlers dan ‘plausibel’.

Met vriendelijke groeten,
Petra

Emanuel Rutten zei

Beste Petra,

Het goede nieuws is dat je op mijn website (www.gjerutten.nl) en op mijn blog nog meer argumenten kunt vinden voor het bestaan van een persoonlijke eerste oorzaak. Zo ontstaat mijns inziens een sterke cumulatieve case voor een persoonlijke zijnsgrond, en wordt de plausibiliteit ervan dus erg groot. Het is gegeven al onze kennis daarom uiteindelijk de meest redelijke positie. En dat is nogal wat! Maar, absolute zekerheid? Nee, dat kan geen mens je geven.

Groet,
Emanuel