maandag 15 augustus 2011

Wetenschap en religie

Religie en wetenschap zijn geen onverbonden terreinen. Een volstrekte scheiding tussen cognitie en zingeving is namelijk niet mogelijk precies omdat, naast wetenschappelijke uitspraken, ook veel geloofsuitspraken een aletische inhoud hebben dan wel impliceren. Veel geloofsuitspraken drukken anders gezegd proposities uit en hebben dus een waarheidswaarde, net zoals de claims van de wetenschap. Alléén al om deze reden is de klassieke neo-wittgensteiniaanse opvatting dat wetenschap en religie strikt gescheiden taalspelen zijn onhoudbaar.

Nu vormt bovendien het intellectuele- en gevoelsleven van ieder mens een voorwetenschappelijke existentiële eenheid. En aan de wortel van deze eenheid ligt onder andere het existentiële-levensbeschouwelijke onderscheid tussen religieus- en seculier-zijn. Dit onderscheid is zelfs dermate fundamenteel dat zij alle gebieden van het menselijke leven doorkruist ofwel existentieel vooraf gaat aan alle activiteiten die wij als mensen in ons dagelijkse leven ontplooien, waaronder dus het beoefenen van wetenschap.

En dit impliceert geenszins dat men als religieus of seculier persoon geen uitstekend wetenschapper kan zijn. Natuurlijk niet! Het betekent evenmin dat wetenschappelijke resultaten geen invloed zouden kunnen hebben op specifieke religieuze of seculiere wereldbeschouwingen. Integendeel, zoals ook de geschiedenis ons laat zien.

Iemand die zich emotioneel afzet tegen de wetenschap, of het juist emotioneel opneemt voor de wetenschap, doet dit veelal omdat hij of zij, om wat voor reden dan ook, van mening is dat de wetenschap in strijd is met, of juist maatgevend is voor, zijn of haar onderliggende existentiële levensovertuiging. In dat geval komt de emotie dus voort uit een poging de diepgewortelde existentiële eenheid van zijn of haar persoonlijke leven te bewaren. Extreem-dogmatische religieuzen die zich afkeren van de wetenschap, of radicale nieuwe atheïsten, die de wetenschap juist verheffen tot het absolute, zijn hier voorbeelden van.

2 opmerkingen:

MNb zei

OK, met NOMA hoef ik dus niet aan te komen zetten.

"Nu vormt bovendien het intellectuele- en gevoelsleven van ieder mens een voorwetenschappelijke existentiële eenheid."
Wat wordt hier precies mee bedoeld? Weliswaar heb ik slechts een HBO-opleiding gehad en geen wetenschappelijke, maar ik weet toch wel íets van de natuurwetenschappen en nog iets minder van andere. Toch is het me zowel voor- als na herhaaldelijk overkomen dat gevoel en intellect met elkaar in strijd waren.

Al met al lijkt dit stukje mij een voorbeeld van een niet-psycholoog die psychologiseert over mensen die anders denken dan hij. Elke empirische onderbouwing ontbreekt dan ook.
Het wetenschappelijke gehalte van dit stukje kan en zal ik echter niet bestrijden. Er staan genoeg falsifieerbare zaken in. Daarmee rijst wel de vraag of deze theorie niet op Rutten zelf moet worden toegepast. Wellicht poneert hij deze theorie om de diepgewortelde existentiële eenheid van zijn persoonlijke leven te bewaren, die als essentieel element een afkeer van extremisme heeft.
Als dat correct is, is enerzijds zijn theorie bevestigd en anderzijds het persoonlijke tot wetenschap verheven.

Emanuel Rutten zei

Beste MNb,

Gevoel en denken zijn uiteraard bij mensen met enige regelmaat in conflict. En ja, soms ook op een diep existentieel niveau. Wanneer dit laatste langdurig aanhoudt zie je vaak dat mensen hun allerdiepste overtuigingen aanpassen om gevoel en denken weer duurzaam met elkaar in overeenstemming te brengen. Ieder mens tracht namelijk de diepgewortelde existentiële eenheid van zijn of haar persoonlijke leven te bewaren. Uiteindelijk heeft elk mens dan ook een bepaalde, zowel op gevoel als rede gefundeerde, en expliciete dan wel impliciete, wereldbeschouwing. En dát is waar ik in mijn stukje op wees.

Groet,
Emanuel