woensdag 6 juli 2016

Lofrede op de macht van de logos

"In de meeste van onze bekwaamheden verschillen wij mensen in het geheel niet van de dieren. In feite zijn we zelfs van vele dieren de minderen wat betreft snelheid en kracht of andere bekwaamheden. Maar omdat in ons ingeboren is het vermogen elkaar wederzijds te overtuigen en onszelf te kennen te geven, te zeggen al wat we verlangen en besloten hebben, zijn we niet alleen uitgestegen boven het leven als wilde dieren, maar zijn we er ook in geslaagd tot een samenleven te komen, steden te bouwen, wetten op te stellen en allerlei technieken uit te vinden. Het is het spreken dat het ons mogelijk gemaakt heeft praktisch alles te verwezenlijken wat we uitgedacht hebben. Het is het spreken dat door middel van wetten onderscheid maakt tussen recht en onrecht, tussen eer en schande. Zonder deze onderscheidingen zouden wij niet in staat zijn om op een behoorlijke wijze met elkaar om te gaan. Door het woord maken wij de slechten te schande en prijzen wij de goeden. Door het woord voeden wij de onwetenden op en leren wij van de wijzen en verstandigen. Wij mensen beschouwen een passend woord als het beste teken van een juist inzicht. Een betrouwbare, verantwoorde en correcte taal beschouwen wij als de weerspiegeling van een gezonde en betrouwbare geest. Door middel van het woord kunnen wij in discussie treden over betwiste zaken en doordringen in gebieden die nog niet gekend zijn. De argumenten die wij gebruiken om anderen te overtuigen door te spreken, zijn dezelfde als die waarmee wij onszelf overtuigen door te overleggen. Redenaars noemen wij diegenen die in staat zijn een betoog te houden voor een menigte mensen. Verstandige, welberaden mensen noemen wij diegenen die het beste kunnen overleggen met zichzelf. Wanneer wij het vermogen om te spreken samenvattend zouden karakteriseren, zouden wij zien dat niets van wat verstandig en met inzicht gedaan wordt zonder taal gedaan wordt. Het woord is de aanvoerder van al wat wij doen en van al wat wij denken. En men maakt er dan ook meer gebruik van naarmate men over meer verstand beschikt." (Isocrates in zijn oratie 'Nicocles')

Geen opmerkingen: